zondag 31 oktober 2010

Olifantenliefde

Christopher Nicholson,
The Elephant Keeper (GB 2009)
Roman, 277 pp.
Nederlandse titel: De olifantenjongen


Wie heeft er nu geen zwak voor olifanten, met hun wonderbaarlijke slurf, hun oren als zeilen, die aandoenlijk lelijke huid, hun logge en toch waardige gang, de zachtmoedigheid in dat enorme lichaam, hun intelligentie en hun sociale karakter? Ik heb ze in Afrika meerdere malen in het wild mogen aanschouwen en voelde me elke keer bevoorrecht als we er onverwacht één of meer signaleerden. Maar geheel ongevaarlijk zijn ze niet, ondanks hun zachtmoedigheid: vrouwtjes met jonkies kunnen agressief worden en een solitair mannetje op zoek naar een vrouwtje (te herkennen aan het vocht dat uit zijn ogen druipt) kan levensgevaarlijk zijn en die ene keer dat we er zo eentje tegenkwamen zijn we dan ook op respectabele afstand gebleven. Gelukkig waren we gewapend met verrekijkers en telelenzen.

Stel je nu voor dat het 1766 is in Engeland. Afgezien van enkele Indiagangers heeft bijna niemand in dat land ooit een olifant in het echt gezien of zelfs maar op een betrouwbaar plaatje. Olifanten zijn voor de meeste mensen eerder exotische fabeldieren dan levende wezens. Tom Page, de dertienjarige zoon van de paardenknecht, ziet ze voor het eerst in de haven van Bristol als er twee jonge exemplaren meer dood dan levend uit hun kratten worden geladen, waar ze de hele zeereis van India naar Engeland in opgesloten hebben gezeten. Toms baas Mr. Harrington, een rijkgeworden koopman, koopt de dieren uit een mengeling van nieuwsgierigheid, winstbejag en medelijden en stelt Tom aan als hun oppasser. En dat is het begin van een ongebruikelijke liefdesaffaire van een jongeman voor een olifant die hij stiekem Jenny noemt en met wie hij lange gesprekken voert.

Hoewel dit boek bij oppervlakkige lezing een eenvoudig verhaal lijkt over dierenliefde (de wat trage, milde eerste helft zou gemakkelijk die indruk kunnen wekken - de tweede helft is aanzienlijk donkerder en sneller), is het niet voor niets in de latere achttiende eeuw gesitueerd, een tijdperk waarin men voor het eerst begon na te denken over dieren en mensen in relatie tot elkaar en men zich bijvoorbeeld begon af te vragen of dieren wellicht een ziel bezaten en of ze gevoelens kenden. De broer van Jenny, door Tom stiekem Timothy gedoopt, vertoont onhoudbaar gedrag als er "ooze" uit zijn ogen komt. Maar nadat Tom heeft gezien hoe weerzinwekkend de zonen van de adel en de rijken zich gedragen als ze hun zinnen hebben gezet op een appetijtelijk dienstmeisje en nadat hij zelf ondervonden heeft hoe seksuele frustratie een man kan veranderen, vraagt hij zich af:
What is there in my nature that brings on these spasms? It would be easy enough to talk of brutish appetites, and of animal spirits, and indeed, I am sure, there was something of the Ooze about my behaviour. It would have been better if I had been chained to a tree and fed nothing but bread and water. But there is something in human depravity which, I think, far exceeds anything to seen in the behaviour of animals. (p. 218)
Een ander thema in dit boek is dat van de olifant als een mooi verhaal. Destijds kon dat nog, omdat olifanten in Engeland zo goed als onbekend waren. Lord Bidborough, de tweede eigenaar van Jenny, zegt het zo fraai:
   'You know, Tom, I have occasionally toyed with the notion that an Elephant is somewhat like a novel.'
   I try to think how an Elephant could possibly, in any form, resemble a novel.
   'Those ears - those legs - the trunk - she is such an irrational beast! She is a collection of improbabilities! If no one in England had ever seen, or heard of, an Elephant, and a traveller were to describe a quadruped with a nose more than four feet long, legs like tree-trunks, hairs like wires, and a whip of a tail. would anyone believe him? He would be roundly condemned as a liar; he would be laughed to scorn.' His Lordship affectionately pats Jenny on the flank. 'If G-d is the author of all things, as we are led to believe, it is curious to wonder what kind of temper He must have been in when He resolved to write the Story of the Elephant.' (p. 142)
In dezelfde trant eindigt Nicholson dit verhaal: met een mogelijk einde dat misschien niet het ware einde was aan het verhaal, maar wel het verhaal op de mooiste manier afmaakt. Ik kan me goed voorstellen dat dit niet voor iedereen werkt, maar ik werd er tegen wil en dank door betoverd. Een olifant is een dier dat tot de verbeelding spreekt en een prachtig verhaal is.
Eigen foto gemaakt op een reis door Namibië in 2009

4 opmerkingen:

  1. Dat klinkt als een mooi boek. Ik houd wel van historisch verhalen. Eentje om te onthouden!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik houd ook van historische verhalen en ik heb vooral een zwak voor de achttiende eeuw, wat ik een hele interessante periode vind.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Heb zelf net The White Bone van de Canadese Barbara Gowdy uit, waar ik erg van onder de indruk ben. Ook over olifanten, maar dan vanuit de olifant verteld, compleet met glossary met hun eigen olifantenvocabulaire. Was eerst wat sceptisch, want niet zo gek op dierenverhalen, maar ben helemaal om. Wat een tour de force van Gowdy! Ken je het? Ik zet Nicolson nu ook op mijn verlanglijstje.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Nee, ik ken het boek niet, maar ik wilde al een tijdje wat meer van Gowdy lezen en dit lijkt me een hele bijzonder boek. Bedankt voor de tip! Ik heb het net voor nog geen 5 euro tweedehands/like new gekocht via Amazon Marketplace.

    BeantwoordenVerwijderen