zaterdag 9 juli 2011

Hilariteit en heiligheid

P.F. Thomése,
Grillroom Jeruzalem (Nl 2011)
Reisverhaal, 86 pp.



Eind vorig jaar maakte schrijver Thomése op uitnodiging van een hem onduidelijke organisatie een kort reisje door Israël en de bezette gebieden. Ook in zijn  gezelschap waren priester Antoine Bodar en collega-auteurs Jan Siebelink en Rosita Steenbeek, en alsof dat niet genoeg was, werden ze ook nog eens gefilmd door een tv-ploeg van de NCRV. Thomése is een beetje argwanend,
Voor welk karretje worden wíj gespannen? Wiens of wier ezeltje zullen wij zijn? Onafhankelijke schrijvers wanen we ons, gedelegeerd door de Literatuur zelve, maar we zijn waarschijnlijk geselecteerd op onze onnozelheid – bruikbare idioten in een al sinds mensenheugenis woedende propagandaoorlog. (p. 6)
en benadert het tripje aanvankelijk met de melige baldadigheid van een verplicht afdelingsuitje naar een worstenfabriek.

P.F. heeft niks op met godsdienst en alles en iedereen moet het ontgelden in dit met een overdaad aan religie behepte land, ook zijn medereizigers. Rosita wordt neergezet als een vage ietsist met filmsterallures, Antoine als een brave roomse zwatel en Jan (ook wel 'Sieb') als de zoon van die protestant met de  mystieke ervaring tussen de viooltjes. Thomése doet dit met zoveel verve en taalvirtuositeit dat ik voortdurend aan het grinniken was. Het is van een verfrissende oneerbiedigheid die ik moeilijk kon weerstaan. Maar er zit ook een serieuze component aan zijn afkeer van godsdienst:
... we reizen door het land der Filistijnen, waar iedereen iedereen probeert uit te roeien omdat God, wie hij ook moge zijn, het zeker weten heeft verkondigd. (p. 20)
Thomése blijft zich gegêneerd voelen. Snapt er niks van dat Antoine en Sieb en Rosita op de heilige plaatsen in Jeruzalem in amechtige pubers veranderen, die Jezus als een soort sexy popster behandelen: "Rosita, Antoine en Sieb zijn meisjes geworden die Hem het liefst zouden aanraken, en die daar een beetje giechelig van worden. De gedachte alleen al! Jeetje mina." Maar allengs wordt de toon ernstiger, vooral wanneer het gezelschap onder VN-auspiciën een bijna surrealistisch bezoek aan de Gazastrook brengt ("Een dagje Gaza was ooit een dagje naar het strand").
Ongewenste getuigen van hun vernedering zijn we in hun ogen. Door het te zien maken we het erger. Hun schaamte wordt de mijne, ook ik sta me hier te schamen. Zo erg dat ik het liefst een andere kant op zou kijken. Maar overal staan ze, voor ons, achter ons, opzij van ons: de ten dode opgeschrevenen met hun boze, verwijtende gezichten. En allemaal gapen ze ons niet-begrijpend aan, want wij zijn het entertainment vandaag, met onze witte UN-vehicles, met ons mondaine gezelschap dat een dagje komt aanwaaien uit de winkelstraten van Rome, Amsterdam, Tel Aviv. En mijn schaamte verandert allengs in schuld. Sorry, zeg ik zwijgend terwijl ik mijn ogen neersla. De getuige wordt vanzelf tot medeplichtige, realiseer ik me. (p. 71)
Maar verder weet hij het ook niet. Hij heeft voor geen enkele partij echt sympathie, ziet wat er aan alle kanten mis is, ziet onverdraagzaamheid, absurditeiten, menselijk lijden, maar heeft uiteraard ook geen oplossing voor een kwestie die onoplosbaar lijkt. Wat dat betreft heeft dit reisje niks opgeleverd. Wat het wel heeft opgeleverd is een ontzettend goed geschreven verslag waarin oneerbiedige humor en de confrontatie met andermans ellende in elkaar overgaan en door elkaar heen lopen en tezamen een mengsel opleveren dat zowel amusant als indrukwekkend is.

4 opmerkingen:

  1. Ik geloof best dat het een goed reisverslag is. Maar ik snap niet dat Thomèse op de uitnodiging is ingegaan als het hem idd zo onduidelijk is wie de reis organiseert en met welke bedoelingen. *DONT_KNOW*

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Goeie opmerking, Bertie. Op zich wist Thomése wel welke organisatie de reis organiseerde (UCP, United Civilians for Peace), maar hij had nog nooit van deze club gehoord en vroeg zich, ondanks hun eigen claim dat ze neutraal waren, af of ze niet eigenlijk een kant hadden gekozen. Achteraf bleek dat wel degelijk het geval. Mogelijk heeft hij iets te spontaan 'ja' gezegd en is zich toen achter de oren gaan krabben. Maar goed ook, want daar komen soms hele mooie dingen uit voort!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hoi Anna, twee prachtige boeken over de Palestijnse kwestie zijn "Palestine" en "Footnotes in Gaza" van de striptekenaar Joe Sacco. Een ongebruikelijke combinatie van stripverhaal en gedegen journalistiek. Joe Sacco heeft ook twee fascinerende boeken over de oorlog in Bosnië geschreven en getekend "The fixer" en "Safe area Gorazde". Sacco is in Nederland niet zo bekend maar in Amerika is hij een grote naam.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ik heb inderdaad nog nooit van Joe Sacco gehoord, Erik, maar kennelijk is dat een naam om in de gaten te houden.

    BeantwoordenVerwijderen