maandag 11 juli 2011

Levensloop van een huis en een land

Jenny Erpenbeck,
Visitation (Duitsland, 2008)
Roman, 149 pp.
Uit het Duits in het Engels vertaald door Susan Bernofsky
Voor zover ik weet niet in het Nederlands verkrijgbaar

Ik zal het maar meteen eerlijk zeggen: dit is een heel interessant en bewonderenswaardig boek waar ik nog lang over na zal denken, maar ik heb er wel mee geworsteld. Het is een kroniek van een huis en tegelijkertijd in zekere zin een geschiedenis van oostelijk Duitsland van de twintigste eeuw. Het is knap geschreven, en voor zo'n klein boekje heeft het opvallend veel te vertellen, maar een vlot weglezertje is het niet.

Elk hoofdstukje is een episode in het "leven" van een zomerhuis aan een meer. De bewoners worden zelden met name genoemd (ze zijn "de architect" of "de schrijfster") en veel rechtstreekse aanknopingspunten over het tijdperk waarin elk hoofdstuk zich afspeelt, zijn er ook niet, maar wie zijn geschiedenis een beetje kent, kan met de nodige moeite redelijk uitvogelen waar in de tijd we zijn: Joden die emigreren, Russische bezetters, communistische bobo's - het zijn duidelijke markeerpunten. De enige constante factor door het hele boek heen is de naamloze tuinman, die we oud zien worden, samen met het huis, en die door zijn steeds terugkerende bezigheden (die veelal in letterlijk dezelfde woorden worden beschreven) mooi het roteren van de seizoenen weergeeft. Maar ook de tuinman en het huis vergaan, en zelfs de rotsen waarop het huis gebouwd is, hebben hier niet eeuwig gelegen en zullen op een dag tot zand verpulverd zijn, zoals in het openingsfragment indirect wordt duidelijke gemaakt, door te beginnen met de geologische ontstaansgeschiedenis van de plek.

Dit is een boek dat je heel aandachtig en langzaam moet lezen. De oorspronkelijk Duitse titel is Heimsuching, en "Heim" en "Heimat" zijn niet voor niets steeds terugkerende thema's. Zo wordt er over de architect gezegd, die het huis bouwt voor zijn tweede vrouw:
That’s his profession: planning homes, planning a homeland. Four walls around a block of air, wresting a block of air from amid all that burgeoning, billowing matter with claws of stone, pinning it down. Home. A house is your third skin, after the skin made of flesh and clothing.
Meerdere van de bewoners van het huis zijn voormalige ontheemden, op de vlucht gejaagd door de Nazi's of de Russen en Heim en Heimat betekenen voor ieder van hen iets anders. Sommigen zijn zo ontheemd dat het simpelweg de plek is waar ze op dat moment wonen, ontdaan van elke lading. Naast op de vlucht gejaagden komen er later ook personen die het land juist zelf proberen te ontvluchten door de grensrivier naar het vrije Westen over te zwemmen, op zoek naar een nieuw en beter Heimat.

Erpenbeck hanteert een ogenschijnlijk simpele, soms tegelijkertijd afstandelijke en poëtische stijl, waarvan de volgende passage over het Joodse meisje Doris een prachtig voorbeeld is:
For three years the girl took piano lessons, but now, while her dead body slides down into the pit, the word piano is taken back from human beings, now the backflip on the high bar that the girl could perform better than her schoolmates is taken back, along with all the motions a swimmer makes, the gesture of seizing hold of a crab is taken back, as well as all the basic knots to be learned for sailing, all these things are taken back into uninventedness, and finally, last of all, the name of the girl herself is taken back, the name no one will ever again call her by: Doris.
Interessant is dat dit Joodse meisje en haar familieleden de enigen zijn die een naam hebben. Misschien wilde Erpenbeck de toekomst die de Joden is afgenomen enigszins goed maken door hen als enigen in het boek een naam en daarmee individualiteit te geven.

De schrijfster registreert voornamelijk. Het is alsof er aan de overkant van het meer een camera is neergezet, die op willekeurige tijden opnames maakt, die meestal chronologisch maar ook wel in niet-chronologische volgorde worden afgespeeld. Door deze wat afstandelijke benadering is dit niet een boek dat je gauw emotioneel zal raken en dat was mijn voornaamste bezwaar tegen deze korte roman. Ik bewonderde hem, ik werd er door geboeid, maar ik werd niet meegesleept en werd (enkele uitzonderingen daargelaten) nauwelijks geraakt door wat de bewoners meemaken. Het boek bezit ontegenzeggelijk een heel eigen poëzie, maar het zat me onvoldoende op de huid, waardoor ik er relatief lang over heb gedaan om het uit te lezen. Heimsuchung is daarmee een mooi en bijzonder boek, maar wat mij betreft niet het briljante werkje dat sommige anderen het vonden. Of misschien moet ik het over een tijdje nog eens grondig herlezen.

6 opmerkingen:

  1. Heimsuchung  is volgens mij een  bewust  gekozen  dubbelzinnige term...Het kan betekenen het zoeken van een Heim . Het kan ook inhouden het getroffen zijn  of worden  door een externe ramp als bijvoorbeeld   de pest. Ik denk dat dat dubbele aspect van  de  term  Heimsuchung  de essentie is van het boek . Knappe beschrijving Anna. Hartelijk dank   Leon 

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Klopt helemaal; mooie toevoeging, Leon. Visitation en Heimsuchung betekenen allebei ook bezoeking, en zijn dus allebei even dubbelzinnig. Het mooie van het Duitse woord is dat het ook nog het woord Heim in zich heeft, dat zo'n belangrijke rol speelt in dit boek. De Nederlandse vertaler heeft het de titel "Huishouden" meegegeven en is daarmee op het huis-thuis-thema gaan zitten, wat ik wel snap, want 'bezoeking' in het Nederlands is niet dubbelzinnig maar eenvoudigweg negatief. Zo gaat er dus het nodige verloren als je een vertaling leest.

    BeantwoordenVerwijderen
  3.   Heim en Heimat zijn eigenlijk onvertaalbare termen. Verwezen zij naar het epos van Reitz " Heimat " waarin in een zeer omvangrijk meesterwerk het begrip, verweven met de geschiedenis van Duitsland  tussen 1915 en 1990 in  film wordt vervat  en desondanks ondoorgrondelijk blijft 

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Mijn Duits is helaas te slecht om dat soort nuances aan te voelen.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. <span>Doet me aan de films van Werner Fassbinder denken en aan het boek van A. Döblin : "Berlin Alexander Platz"...</span>

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Bedankt voor de aanvulling, Nimeus. Ik heb veel te weinig Duitse literatuur gelezen tot nu toe, maar het boek van Döblin is me al meerdere keren aangeraden dus misschien moet ik dat maar eens aanschaffen. Ik heb nog geen vertaalde elektronische versie kunnen vinden (heb net even gezocht), maar die komt vast nog wel.
    De films van Fassbinder ken ik nog uit de jaren 70. Daar was ik destijds nogal weg van.

    BeantwoordenVerwijderen