donderdag 20 september 2012

Een uitbundige satire

Mat Johnson,
Pym (VS 2012)
Roman, 384 pp.
Niet in het Nederlands vertaald


Pym is een tamelijk uniek boek. Het is een idioot verhaal dat dolle pret is om te lezen, dat tegelijkertijd vol zit met literaire verwijzingen en dat op een nog dieper niveau een verhandeling is over onder meer racisme in de VS. Het is een uitbundige satire op de enige roman die Edgar Alan Poe ooit produceerde, The Narrative of Arthur Gordon Pym of Nantucket. Een doorslaand succes is die roman nooit geworden, want het is een uiterst curieus, deels bij elkaar gejat avonturenverhaal, dat abrupt eindigt en waarvan niemand de betekenis ooit heeft kunnen doorgronden. Bovendien staat het volgens de kenners bol van het racisme, maar dat was in 1838 niet echt heel bijzonder. De hele Amerikaanse maatschappij, met zijn grotendeels op slavernij gebaseerde economie, was destijds immers doordesemd met racisme.

Hoofdpersoon van Mat Johnsons Pym is Chris Jaynes, een universitair docent die geen vaste aanstelling krijgt, omdat hij als het zwarte equivalent van een excuustruus weigert in de diversity committee zitting te nemen en meer wil dan Afro-Amerikaanse literatuur doceren. Chris overweegt na zijn ontslag serieus om helemaal door het lint te gaan, maar wordt net op tijd afgeleid door de vondst van een oud manuscript van de hand van één van de zeemaatjes van Arthur Gordon Pym. Krijg nou wat! Poe's gelijknamige romanheld heeft dus echt bestaan! Zou Tsalal, Poe's geheimzinnige eiland in de buurt van Antarctica, bewoond door uitsluitend zwarten, dan misschien ook echt zijn? Chris rust een Afro-Amerikaanse expeditie richting Zuidpool uit en vertrekt opgetogen naar Antarctica. En wat hem daar allemaal te wachten staat....

"Almost Heaven" door Thomas Kinkade. Wat mij betreft
gruwelijke kitsch, maar wellicht zie ik dat verkeerd.

Verweven in het dolkomische verhaal, dat met opzet veel elementen aan Poe's roman heeft ontleend, zit allerlei sociaal commentaar. Eigenlijk gaat Pym over de zoektocht van Amerikanen naar een echt thuisland, virtueel of echt. Chris Jaynes zou graag opgaan in de bevolking van een groot eiland waar zwart zijn de norm is en wit niet bestaat. Zwarte jeugdvriend en buschauffeur Garth Frierson is op zoek naar de idylles van schilder Thomas Karvel (een geweldige parodie op de in Amerika razend populaire schilder Thomas Kinkade).  Deze Thomas Karvel is op zijn beurt op zoek naar een plek waar hij één van zijn kitschparadijzen kan nabouwen, en een hele club zwarten doet verwoede pogingen om door middel van DNA-onderzoek erkend te worden als één van de leden van een Indianenstam.
This is an American thing: to wish longingly for a romanticized ancestral home. This is a black American thing: to wish to be in the majority within a nation you could call your own, to wish for the complete power of that state behind you. It was the story of the maroons and black towns on the frontier, it was the dream of every Harlem Pan-Africanist. [...]
That’s why Poe’s work mattered. It offered passage on a vessel bound for the primal American subconscious, the foundation on which all our visible systems and structures were built. That’s why Poe mattered. And that’s why my work mattered too, even if nobody wanted me to do it.
Het eerste deel van het verhaal, dat voornamelijk de Amerikaanse letterenfaculteiten en Chris Jaynes zelf belachelijk maakt, heeft wat gekunstelds, wat steriels. Het is wel leuk en knap en interessant, maar het verhaal komt pas echt goed los als Chris en zijn medezoekers op Antarctica aankomen en Mat Johnson zijn verbeeldingskracht kan aanwenden. Dan blijkt ook dat hij een uitgesproken talent heeft voor komedie en satire.

Veel van de elementen uit het boek die onderwerp zijn van satire zijn zeer Amerikaans, zoals de regel dat iedereen die één drup zwart bloed heeft, helemaal als zwart wordt aangemerkt, met alle sociale gevolgen van dien. (Heel wonderlijk, overigens. Dat zou hetzelfde zijn als mij officieel tot Duitse bombarderen omdat mijn betbetovergrootmoeder Duits was.) Voor mensen die behoorlijk wat Amerikaanse literatuur gelezen hebben en de geschiedenis van het land kennen, moet de prominente aanwezigheid van die typisch Amerikaanse instituten echter geen onoverkomelijk bezwaar zijn. En je haalt met Pym wel mooi een uiterst vermakelijk, origineel én intellectueel interessant boek in huis. Zoals ik al zei: dat is toch een tamelijk unieke combinatie?

PS Aarzel om niet om je eigen commentaar toe te voegen. Ik stel het zeer op prijs als mensen de moeite nemen om reacties of aanvullingen te plaatsen!

10 opmerkingen:

  1. Ik laat deze maar aan me voorbij gaan, ik ben niet zo van de satire.
    Maar ik houd eigenlijk best van het soort schilderijen met die typisch Amerikaanse landschappen. Ik heb er zelfs een hele kalender van, maar dan van ene Mark Keathley (maar die zien er exact hetzelfde uit). Sorry, ik heb ook zo m'n gebreken :-)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik vind het juist leuk als mensen er gewoon voor uit komen dat ze deze schilderijen mooi vinden. Ik had vroeger een zwak voor Bob Ross, die ook dit soort plaatjes schilderde en op tv liet zien hoe je dat zelf kon doen. Eigenlijk vond ik de schilderijen helemaal niet mooi, maar die filmpjes waren zaaalig rustgevend, op het hypnotiserende af. Ze zijn nog steeds op YouTube te vinden.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. reageer nu even op je plaatje "almost heaven" slaat dat niet op het liedje van John Denver over West-Virgina?

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Verhip, je hebt gelijk. Ik wist dat niet, maar een google-actie van 20 seconden leverde op dat "Almost heaven" inderdaad de eerste regel is van het onsterfelijke "Take me home, country roads". Help, nou heb ik dat melodietje de hele avond in mijn hoofd.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. ik ga snel bij Audible kijken

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Lijkt me een leuk boek. Ik zal de onderliggende zaken wel niet allemaal opmerken (zo gaat dat bij mij) maar zelfs dan lijkt het me heel grappig om te lezen.

    Bedankt voor de tip!

    Enne dat schilderij - ik weet niet of ik het mooi vind. Ik heb het idee dat ik onbewust tegengehouden wordt door het idee dat het kitsch is (omdat jij dat er bijschreef, Anna!) en het anders wel-aardig zou vinden.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Het lijkt me niet een helemaal voor de hand liggend luisterboek, Leon, maar je weet maar nooit.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Je mag het schilderij van mij prachtig vinden, Judith. Ik vind het interessant dat het duidelijk in de traditie van de vroeg negentiende-eeuwse schilder Caspar David Friedrich is gemaakt (klein mensje in groots landschap), maar dan op zijn Amerikaans en zonder de lading die Friedrichs schilderijen hebben. Daarin is de natuur groots en geheimzinnig, bij Thomas Kinkade is ze pretty en decoratief. Persoonlijk kan het mij daarom niet zo boeien, maar smaken verschillen en ik kan me goed voorstellen dat heel veel mensen helemaal gelukkig worden van zo'n landschap aan de muur.

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Toen ik dat schilderij zag, moest ik inderdaad ook gelijk aan Bob Ross en zijn 'happy trees' denken. Èn aan Caspar David Friedrich. Ik vraag me eigenlijk af of diens schilderijen niet ook een soort kitsch zijn. Gothic kitsch misschien? (Niet dat ik ze niet mooi vind.)

    BeantwoordenVerwijderen
  10. Friedrich wordt beschouwd als de belangrijkste Duitse schilder van zijn generatie. Zijn schilderijen zijn veel meer dan "pretty pictures" (zie bijvoorbeeld hier,) en bovendien was Friedrich in zijn tijd een vernieuwer. De kenners (waarvan ik er uiteraard géén ben) vinden hem zeker geen kitsch.
    Een paar jaar geleden heb ik in de Amsterdamse Hermitage een tentoonstelling van zijn werk gezien. Indrukwekkend!
    En och gut ja, die "happy trees" van Bob Ross. Heerlijk was dat.

    BeantwoordenVerwijderen