zondag 10 maart 2013

De man die het essay uitvond

Sarah Bakewell, How to Live: A Life of Montaigne in One Question and Twenty Attempts at an Answer (GB 2010)
Biografie, filosofie, 406 pp.
Nederlandse titel: Hoe te leven


Je staat er nooit zo bij stil (ik niet tenminste), maar ook het essay is een keer uitgevonden door iemand. Het is niet zomaar uit zichzelf ontstaan of op een dag uit het niets opgedoken. De man die de eer te beurt valt om de uitvinder te zijn is Michel de Montaigne, zestiende-eeuwse jurist, burgemeester, diplomaat, wijnboer en observator van alles wat los en vast zat, maar vooral van zichzelf en zijn eigen leven. De essays gaan over van alles en nog wat, van hoogfilosofische bespiegelingen over de dood tot en met Montaignes kat die hem afleidt van het schrijven omdat ze wil spelen. Ze hebben geen didactisch doel, niet één overkoepelend thema en zitten stampvol uitweidingen. Dit boek van Sarah Bakewell is een soort dubbelbiografie van zowel Montaignes leven als van zijn geschriften en het is van begin tot eind even boeiend.

Het Frankrijk van Montaigne werd verscheurd door godsdienstoorlogen. Om de haverklap zwierven er plunderende troepen over zijn land en geweld was bijna aan de orde van de dag. Montaigne reageerde hierop door zijn landgoed niet af te sluiten en zich achter hoge muren te verschansen, maar door als het ware de sleutel in de deur te laten, zodat het net leek alsof er niks te halen was. Het werkte. Dit was één van de vragen die Montaigne zijn hele leven bezig hielden: moet je keihard terugvechten als je bedreigd wordt, vluchten, je onderwerpen en hopen op genade, bluffen? Voor hem en zijn tijdgenoten waren dit niet de theoretische vraagstukken die het voor de meesten van ons zijn. Hij hield niet van academische filosofen:
... he disliked their pedantries and abstractions. But he showed an endless fascination for another tradition in philosophy: that of the great pragmatic schools which explored such questions as how to cope with a friend’s death, how to work up courage, how to act well in morally difficult situations, and how to make the most of life.
Vooral de klassieke stromingen van de Stoicijnen en de Epicuristen spraken hem aan, met name het evenwicht in de emoties en de aandacht voor het hier en nu dat ze propageerden, als zijnde de onmisbare ingrediënten voor een goed leven. Van het Scepticisme nam hij de opvatting over dat er geen absolute waarheden zijn, dat de mens en alles wat hij produceert feilbaar is en dat dat niet erg is. Volgens Montaigne werd je het gelukkigst als je het leven zoveel mogelijk nam zoals het is (wat natuurlijk eenvoudiger is met een eigen kasteel en flink wat geld) en je jezelf en de mensen om je heen accepteerde met al hun imperfecties. Onvolkomenheden maken ons immers menselijk.

Wars van absolute meningen als hij was, vond Montaigne het belangrijk om zoveel mogelijk te proberen dingen van verschillende kanten en standpunten te zien, zelfs vanuit het standpunt van een dier, wat destijds een revolutionaire gedachte was (jezelf verplaatsen in een hond!?). In 1676 leverde dit hem lange tijd een plaats op de Index van verboden boeken op, want de mens was immers door God boven het dier geplaatst. Een dier had helemaal geen gevoelens en het idee dat wij allemaal dezelfde wereld delen en dat alleen ons standpunt anders is, werd niet getolereerd door de kerk. Zijn gemakkelijke aanvaarding van de menselijke imperfectie en zijn voorliefde voor open debat, leverden hem in diezelfde eeuw de haat (én fascinatie) op van filosofen als René Descartes en Blaise Pascal.

Maar Montaignes literaire nalatenschap bleek onverwoestbaar. Voltaire nam het  in de achttiende eeuw juist weer voor hem op en de Romantici zagen een geestverwant in hem door zijn ongeordende, organische schrijfstijl en zijn hoogstpersoonlijke benadering, maar vonden het jammer dat hij gematigdheid zo hoog in het vaandel had en nooit eens lekker Himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt uit zijn dak ging. De Engelsen zijn vanaf het begin dol op hem geweest: "Montaigne’s preference for details over abstractions appealed to them; so did his distrust of scholars, his preference for moderation and comfort, and his desire for privacy." Dankzij Montaigne nam het persoonlijke essay een hoge vlucht in Engeland.

De unieke, quirky essays van Montaigne zijn zó van alle tijden en nog steeds zó fris, dat de ene na de andere lezer steeds weer het idee had dat hij deze essays zelf had kunnen schrijven. "How did he know all that about me?" (Bernard Levin) "It seems he is my very self." (André Gide) "Here is a ‘you’ in which my ‘I’ is reflected; here is where all distance is abolished." (Stefan Zweig).

Sarah Bakewell heeft op buitengewoon knappe en onderhoudende wijze het verhaal Montaignes leven en het tijdperk waarin hij leefde geïntegreerd met een uitstekende inleiding tot zijn essays. De volgende stap is nu natuurlijk het lezen van de essays zelf. Ik heb ze in een gratis Engelse versie op mijn ereader staan, maar in dit geval lees ik toch liever een Nederlandse vertaling. Er is een hele mooie hardcover van Atheneum, maar met circa 1500 pagina's lijkt me die niet erg handzaam. Gelukkig is deze versie ook als ebook verkrijgbaar, maar voordat ik daar 30 euro voor neer tel, ben ik toch wel benieuwd of de vertaling van Hans van Pinxteren de moeite waard is. Is er iemand die daar meer over kan zeggen?

PS Aarzel om niet om je eigen commentaar toe te voegen. Ik stel het zeer op prijs als mensen de moeite nemen om reacties of aanvullingen te plaatsen!

21 opmerkingen:

  1. Wat leuk! Ik loop al een tijd rond met het idee om de complete essays in huis te halen. Die wil ik dan ook in een mooie uitgave van idd Atheneum. Hoeft voor mij niet handzaam, ik lees ze op mijn gemak thuis. Gaat er dus wel van komen, maar ja koopstopje hè..(officieel dan). Maar je verhaal helpt weer niet om dit idee terzijde te schuiven.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik ook met mijn enthousiaste besprekingen!
    Ik aarzel zelf ook nog wat betreft de hardcover. Hij lijkt me erg mooi en het is natuurlijk een investering voor het leven, maar zo'n loodzware dikke pil in mijn hand vind ik minder prettig. Ik zit dus nog eventjes in dubio.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. misschien toch mooier in het Engels, ik vind NLse vertalingen vaak zo houterig!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. "Is er iemand die daar meer over kan zeggen?"

    De vertaling van Frank de Graaff is ook goed:
    http://boeklog.info/auteur/montaigne-michel-de/

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Hella, in algemene zin ben ik het helemaal met je eens, maar de Engelse vertaling die ik op mijn ereader heb, is in dit geval nu juist houterig, misschien omdat ze een beetje verouderd is. Eigenlijk ben ik op zoek naar een zo recent mogelijke vertaling, want 16de-eeuwse essays blijven natuurlijk taai.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. IJsbrand, net geboeid je blogs over de essays gelezen. Ze bevestigen mijn vermoeden dat je ze waarschijnlijk niet systematisch achterelkaar moet lezen, maar er zo nu en dan van moet 'snoepen'. Aan de andere kant ben ik ook wel zo'n ploeteraar die streeft naar compleetheid en geen genoegen neemt met hier en daar een 'snoepje'.
    De door jou gelezen vertaling lijkt trouwens niet meer in druk te zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Ik heb de editie van uitgeverij Boom, de vertaling van Frank de Graaff en ik vind die ook erg goed. Maar met een vertaling van Hans van Pinxteren lijkt me dat je altijd goed zit.
    Het is absoluut niet de bedoeling om ze achter elkaar door te lezen!
    Ik sla het boek af en toe open en lees dan het essay wat ik opensla. Daarom zou ik ook geen ebook kopen, in dit geval werkt dat niet.
    Het boek van Sarah Bakewell lijkt me erg fijn om als achtergrond te lezen!

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Voor je gevoel van compleetheid kun je natuurlijk ook het boek in stukken verdelen en dan elke maand een stuk doen....of zoiets. Of elke avond één essay.

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Hoi Anna, evenals IJsbrand en Joke heb ik de vertaling van Frank de Graaff gelezen en die vind ook ik erg goed. Ik heb het boek in een ruk uitgelezen, wat toch wel jammer is omdat je dan weer snel van alles vergeet. Het staat dan ook op mijn lijst van te herlezen boeken, en dan wil ik de nieuwere vertaling van Hans van Pinxteren ernaast lezen.
    De vertaling van Frank de Graaff is tweedehands nog wel verkrijgbaar.
    Ik heb ook het boek van Sarah Bakewell in de kast staan. Dat moet ik na jouw enthousiaste bespreking ook maar spoedig gaan lezen.

    BeantwoordenVerwijderen
  10. Joke, ik ben zeker niet van plan om de essays te lezen als een roman, dus aan één stuk door. Het is inderdaad mijn bedoeling om er zo nu en dan een of twee te lezen en er lekker lang over te doen, desnoods jaren.
    Wat betreft de keus tussen hardcover en ebook: een pil van anderhalve kilo is problematisch als je posttraumatische dystrofie hebt aan je rechterhand, dus waarschijnlijk wordt het toch het ebook. Geruststellend om te horen dat zowel jij als Erik vertrouwen hebben in de vertaling van Hans van Pinxteren. Het is een naam die ik wel ken, maar omdat ik niet heel goed in het circuit van de Franse vertalingen zit, hoor ik zoiets graag van anderen.

    BeantwoordenVerwijderen
  11. Erik, ik ben heel benieuwd wat jij, als iemand die de essays al gelezen heeft, vindt van dit boek van Bakewell. Hopelijk vind je het net zo inspirerend en stimulerend als ik.

    BeantwoordenVerwijderen
  12. Dag Anna. Al een tijdje wil ik beginnen aan Montaigne, maar het schrikt me ook weer af. Wegens te veel, te ongestructureerd, te moeilijk misschien. Ik denk dat ik dus met Bakewell ga beginnen! Veel dank voor deze tip!

    BeantwoordenVerwijderen
  13. Theetante, dat waren nou precies de redenen dat ik eerst dit boek heb gelezen en nu pas aan de essays zelf durf te beginnen. Ik denk dat je Bakewell net zo interessant zult vinden als ik.

    BeantwoordenVerwijderen
  14. Anna, KOPEN die pil van van Pinxteren. Leest onverwacht handzaam en is een sierraad voor je boekenkast. Maar eigenlijk hoort die op tafel naast je favoriete leesplek zodat er te pas en te onpas in gebladerd kan worden. Je laat je blik vallen op een hoofdstuk dat heet "over koetsen" en begint, maar dat gaat helemaal niet over koetsen. Wel lees je dan ".. dat niets ons zo in gevaar brengt als het blind verlangen om buiten schot te blijven " (wat natuurlijk slaat op de politieke toestand in Frankrijk in die tijd). Een halve bladzijde verder staat dan "God ... geeft mij de hartstochten die ik kan verdragen."
    Genieten hoor, met zo'n boek. Daar kan geen e-reader tegen op.

    Jan

    BeantwoordenVerwijderen
  15. Jan, als jij geen boekverkoper bent, heb je je roeping gemist. Ik ben zo goed als om, dankzij jouw enthousiaste reactie!

    BeantwoordenVerwijderen
  16. Hoi Anna, ik heb zojuist het boek van Bakewell uitgelezen. Jouw recensie is zoals gebruikelijk uitstekend! Ik ben bij voorbaat benieuwd wat je over de essays zelf gaat zeggen. Ik zou zelf iedereen aanraden om eerst de essays te lezen en als je meer over de man en zijn boek wilt weten daarna het boek van Bakewell te lezen. Volgens mij is dat de juiste volgorde, eerst het boek (of de boeken) van de schrijver en vervolgens eventueel het boek (of de boeken) over de schrijver. Het boek van Bakewell is in ieder geval een stuk beter te lezen dan de biografie van Carter over Proust die ik een tijdje terug heb gelezen.
    Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen
  17. Erik, waarom denk je dat dat de juiste volgorde is? Ik heb er juist heel bewust voor gekozen om mij eerst in de achtergronden te verdiepen, omdat ik verwacht dat de essays mij dan veel meer zeggen. Het zestiende-eeuwse Frankrijk is niet een wereld waar ik goed in thuis ben, en van mijn ervaring met Shakespeare weet ik dat je er veel meer van mee krijgt en er veel meer van geniet, als je de stukken in hun tijd en hun achtergrond kunt plaatsen.

    BeantwoordenVerwijderen
  18. Hoi Anna, zo heb ik er niet tegen aan gekeken. Ik denk dat je in het geval van Shakespeare zeker gelijk hebt, maar van de essays van Montaigne krijg je ook veel mee (niet alles dat geef ik toe) als je ze zonder enige voorkennis leest. Wat ik eigenlijk wil zeggen is dat ik boeken liefst zonder enige voorkennis lees. Een beroemd geval is natuurlijk "Oorlog en vrede" van Tolstoj. Tolstoj zei zelf dat als een 13-jarige zijn boeken niet begreep ze slecht geschreven waren. Aan het andere eind van het spectrum heb je onleesbare boeken als "Ulysses" en "Finnegan's wake" van James Joyce die alleen enigszins te volgen zijn als je op zijn minst een universitaire cursus hebt gevolgd.

    BeantwoordenVerwijderen
  19. Ah, een kwestie van opvatting, dus. Ik houd ervan om goedbeslagen ten ijs te komen, maar je kunt je natuurlijk ook laten verrassen. Ik vergelijk het een beetje met mijn verre reizen: ik heb beide varianten uitgeprobeerd, maar beleef veel meer plezier aan de reizen als ik me van te voren heb ingelezen. Ik kan dingen veel beter plaatsen, beter onthouden, als ik al een kader heb. Het lezen van Montaigne is wat dat betreft volgens mij goed te vergelijken met het bereizen van een vreemd land. Want zoals P.J. Hartley het zo mooi zegt in zijn eerste regel van The Go-between: "The past is a foreign country. They do things differently there."
    Aan Ulysses en Finnegan's Wake heb ik me trouwens nog steeds niet gewaagd, ondanks mijn universitaire opleiding in de Engelse letterkunde. Maar dat is een ander verhaal.

    BeantwoordenVerwijderen
  20. Hoi Anna, bij het maken van reizen heb ik ook altijd jouw aanpak gevolgd. Een vriend van mij kwam op een fietstocht door Spanje in Granada en wist niet dat daar het Alhambra lag. Zoiets zou mij nou nooit overkomen. Als je in een vreemd land op bezoek gaat dan zorg je toch van te voren dat je op zijn minst een goede reisgids leest en iets van de context weet. Behalve natuurlijk als je naar de Costa del Sol gaat om te liggen bakken op het strand, maar dat is niet mijn idee van vakantie vieren.

    BeantwoordenVerwijderen
  21. Hoi Anna, ik ben begonnen met het herlezen van de essays, nu in de vertaling van Hans van Pinxteren. Deze vertaling vind ik echt prachtig! Ik heb inmiddels het eerste deel uit (tot blz 419). Ik hoop binnenkort een stukje te schrijven over deel 1, natuurlijk weer met de nodige citaten. Eentje wil ik er alvast geven: Montaigne schrijft ergens dat hij liever een kok heeft die vloekt, dan eentje die niet kan koken. Uit mijn hart gegrepen. Ik denk dat ik het boek van Sarah Bakewell ook weer ga herlezen en dan wel proberen om een serieuze bespreking te schrijven en niet uitsluitend naar jouw bespreking te verwijzen. Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen