zondag 20 september 2015

Als onder een glazen stolp

Sylvia Plath,
The Bell Jar (VS 1963)
Roman, 272 pp.
Nederlandse titel: De glazen stolp



Op de ochtend van 11 februari 1963, enkele weken na de publicatie van deze roman, stopte de succesvolle dichter Sylvia Plath zorgvuldig alle naden en kieren van haar keuken dicht, draaide de gaskraan open en stak haar hoofd in de oven. Even later was ze dood. Tien jaar eerder was ze op het nippertje gered van een andere zelfmoordpoging, waarna ze een half jaar in een psychiatrische kliniek doorbracht. Over die periode schreef ze The Bell Jar, een roman (haar eerste en laatste) met een sterk autobiografische inslag. Omdat ze vrijwel meteen na de publicatie zelfmoord pleegde, werd het boek aanvankelijk overschaduwd door de aandacht die daarnaar uitging. Inmiddels heeft The Bell Jar de status van moderne klassieker gekregen en hoewel het niet zo briljant is als haar gedichten, snap ik na lezing wel waarom het die status heeft gekregen. Het is bijtend, intens en indringend.

Glamourwereldje
The Bell Jar is het verhaal van Esther Greenwood, een studente uit de suburbs die een maand als gastredacteur bij een damesblad in New York heeft gewonnen, en daarvan probeert te genieten, liefst met volle teugen, maar in plaats daarvan steeds verder wegzakt in een depressie. Deze eerste helft van het boek zit vol met satire en met bijtende (en vaak geestige) observaties over het oppervlakkige en kunstmatige glamourwereldje waar ze in terecht is gekomen en waar ze zich een hopeloze buitenstaander voelt. Ze verwijt zichzelf dat (want als je jong en onervaren en onzeker bent, denk je dat alles aan jou ligt) en probeert uit alle macht zich te conformeren. Zonder succes. Na een rampzalig feestje en een een ontmoeting met een glamourfiguur die zich op gewelddadige wijze aan haar probeert te vergrijpen, gaat het mis. Ze gooit met veel gevoel voor drama 's nachts al haar kleren van het dak van het hotel en reist in een geleende jurk terug naar huis, naar haar gehate moeder, die ook weer probeert om haar in een keurslijf te stoppen.

Esther is inmiddels nog maar geobsedeerd door één ding: de dood, en dan vooral haar eigen, zelfgekozen dood. Het is dan al duidelijk dat ze geestesziek is en niet in staat is om daar tegen te vechten, hoe hard ze het ook probeert. Ze is vervreemd van het leven en van zichzelf. Alles is diepzwart.
   ... lying on my back in bed, I imagined Buddy [haar vriend, die medicijnen studeert] saying, “Do you know what a poem is, Esther?”   “No, what?” I would say.   “A piece of dust. “   Then just as he was smiling and starting to look proud, I would say, “So are the cadavers you cut up. So are the people you think you’re curing. They’re dust as dust as dust. I reckon a good poem lasts a whole lot longer than a hundred of those people put together.”                    And of course Buddy wouldn’t have any answer to that, because what I said was true. People were made of nothing so much as dust, and I couldn’t see that doctoring all that dust was a bit better than writing poems people would remember and repeat to themselves when they were unhappy or sick and couldn’t sleep.
Geen prettige visie om mee te moeten leven, mensen als niks meer dan stof.

Maagd of hoer
Hoewel dit boek verscheen in 1963 is het vooral het product van het decennium waarin het speelt, de benauwende jaren vijftig, waarin de hoofdpersoon het zelf zo voelt dat ze maar twee keuzes heeft: óf het schrijverschap óf het huwelijk en moederschap. Een keus voor het ene sluit automatisch het andere uit. Ze stelt zich een vijgenboom voor met allemaal heerlijke, rijpe vruchten.
I saw myself sitting in the crotch of this fig tree, starving to death, just because I couldn’t make up my mind which of the figs I would choose. I wanted each and every one of them, but choosing one meant losing all the rest, and, as I sat there, unable to decide, the figs began to wrinkle and go black, and, one by one, they plopped to the ground at my feet.
Ook dit gevoel, dat ze letterlijk geen kant op kan, draagt bij aan haar drang naar zelfdestructie. Daarnaast is ze seksueel flink in de war, zoals velen in de jaren vijftig. Je was als vrouw of een maagd of een hoer. Omdat de 'sletterige' meisjes veel meer lol lijken te hebben, besluit ze dan maar om haar maagdelijkheid zo snel mogelijk in de aanbieding te doen. Ook weer met rampzalige gevolgen.

Meedogenloze eerlijkheid
De tweede helft is het verhaal van het weer opkrabbelen na de mislukte zelfmoordpoging, van de behandeling met elektroshocktherapie, van het verblijf in de kliniek en van het langzaam beter worden. De reden dat dit boek meer is dan een deprimerend misère-verhaal is de intensiteit waarmee het zich aan de lezer opdringt en de meedogenloze eerlijkheid waarmee Plath haar fictieve alter ego neerzet. Ze probeert niet in de eerste plaats sympathie op te wekken voor Esther (die geen gemakkelijk iemand is en ook niet altijd even aardig), maar begrip: kijk, zo is het als je het gevoel hebt dat je onder een glazen stolp leeft waar niks meer door kan dringen en waar je moederziel alleen bent met een doodsverlangen dat sterker is dan jijzelf.

Omdat Plath daar zo goed in slaagt, is vooral die tweede helft van het boek zo dringend en indringend dat het moeilijk weg te leggen is. Ze heeft de lezer bij de lurven en die moet door. Maar hoewel zowel de hoofdpersoon als de schrijver allebei even neurotisch zijn, blijft de toon toch altijd beheerst en blijven de beschrijvingen precies. Juist daardoor weet Plath met een vlijmscherp gevoel van realisme exact dat surrealistische gevoel van waanzin en geestelijke desintegratie over te brengen. Daar lees je dit boek voor en dat blijft je bij.

PS Aarzel niet om je eigen commentaar toe te voegen. Ik stel het zeer op prijs als mensen de moeite nemen om reacties of aanvullingen te plaatsen! Heb je dit boek besproken op je eigen blog? Plaats dan s.v.p. een link bij de reacties.

8 opmerkingen:

  1. Ik heb The Bell Jar zo lang geleden gelezen (in de welbekende lelijke Bantam-uitgave) dat ik er niet veel meer van weet. Ik geloof dat alleen de elektroshocktherapie me is bijgebleven, maar ik vond het wel heel goed.

    Veel later heb ik haar dagboeken gekocht en daar las ik af en toe een stukje in. Maar omdat ik ze, i.t.t. Virginia Woolf's dagboeken, ontzettend deprimerend vond, heb ik het boek weer terugverkocht aan het antiquariaat.

    (*fluistert* Ik zag een kleine typo in de tweede alinea: 'begrijpen moet 'vergrijpen' zijn.)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Oh stom, kennelijk schrijf ik gemakkelijker 'begrijpen' dan 'vergrijpen'. Dank voor het zorgvuldige lezen!

      Verwijderen
  2. Je maakt me nieuwsgierig! Het lijkt me wel een heel heftig boek, maar dat trekt me wel. Deze gaat dus zeker op mijn noglezenlijst.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Het is inderdaad een heftig boek, Marlies, en je moet het vooral niet lezen als je in een dip zit, maar goed vond ik het beslist.

      Verwijderen
  3. Staat op de lijst, samen met het boek van Connie Palmen en ik zag dat Privé-Domein een mooie uitgave heeft van Ted Hughes en Sylvia Plath, resp. "Ik wil nooit vergeven worden" en "De dagboeken 1950-1962". Ook die gaan op de lijst. Ik voel weer een projectje aankomen :-)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Er gaat niks boven een mooi projectje, Koen. Alvast veel plezier.

      Verwijderen
  4. Ik ben nu het boek van Connie Palmen aan het lezen, zaterdag bespreken we het in de boekenclub. Het maakt me nieuwsgierig naar dit boek, dat ik misschien op zonnige dagen eens op mijn leeslijstje zet.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Jacqueline, het lijkt me inderdaad heel geschikt om het naast het boek van Palmen te leggen. Het is uiteindelijk trouwens minder deprimerend dan het lijkt, omdat de hoofdpersoon er weer boven op komt en het einde hoopvol is. Maar het is niet geschikt voor als je even opgebeurd wilt worden ;-)

      Verwijderen