zaterdag 1 december 2018

Hondenlevens

André Alexis,
Fifteen Dogs (Canada 2015)
Roman 175 pp.
Nederlandse titel: Vijftien honden


De Griekse goden hebben het maar druk de laatste tijd. Anderhalve maand geleden kwamen we ze nog tegen in een roman van Jo Walton, waar Athene en Apollo een gedachte-experiment van Plato in de praktijk brachten. In dit boek duiken ze op in een kroeg Toronto en natuurlijk moeten ze weer zo nodig experimenteren. Nu zijn vijftien honden in een veterinaire praktijk de klos. Apollo wedt met Hermes dat dieren nog ongelukkiger dan mensen zouden zijn als ze over menselijke intelligentie beschikten. Hermes is daar nog niet zo zeker van: als aan het eind van zijn of haar leven zelfs maar één van de schepsels gelukkig is, wint hij de weddenschap. En zo worden de vijftien honden die zich op dat moment in de kliniek aan Shaw Street bevinden ineens wakker met een heel nieuw bewustzijn. Eén van de honden heeft al gauw uitgevogeld hoe de kooien open moeten, en de grendel op de achterdeur is vervolgens een fluitje van een cent. Samen ontsnappen ze naar het park, waar ze een nieuw leven beginnen.

Wreedheid en ontroering
Het was alweer drie jaar geleden dat ik boek aanschafte, dus ik wist niet meer precies waarom ik het had gekocht. Het leek me toen ik er aan begon op het eerste gezicht een grappig, gezellig hondenboekje. Dat bleek het dus niet het te zijn, alhoewel het soms heel geestig is. Maar gezellig was het niet direct. Het bleek iets veel beters te zijn: een geweldige literaire roman, met verrassende poëzie, en veel impliciete filosofie over wat het is om menselijk te zijn - en honds. Alle honden sterven uiteindelijk, want de weddenschap van Hermes en Apollo gaat er immers om of ze bij hun dood gelukkig of ongelukkig zijn, dus door het boek heen neem je steeds weer afscheid van één van de personages. Er zit nogal wat terloopse wreedheid in het verhaal, maar ook liefde, en bij het einde was ik helemaal in tranen van ontroering.

Als honden abstract kunnen denken
Menselijke intelligentie, taal en zelfbewustzijn blijken geen onverdeeld genoegen zijn, zoals voor velen misschien geen verrassing is. Een normaal hondenleven is overzichtelijk: in een groep honden is de sterkste de baas en gehoorzaamt de rest; wie dat niet doet, wordt gestraft. Maar het wordt veel ingewikkelder als honden kunnen nadenken. De honden, die gewend waren om simpelweg het recht van de sterkste te respecteren, krijgen er nu ineens allerlei mogelijkheden bij. Ze zijn in staat om kritisch na te denken, en één van hen, het vuilnisbakkie Prince, gaat zelfs gedichten maken. Hond Max gaat acuut over zijn nek en wil al bijten, maar het blijkt dat niet iedereen er zo over denkt als hij.
Athena thanked Prince for his evocation of wet hills and endless skies. Bella did the same. Far from feeling that Prince had abused their tongue, a number of the dogs felt that – as with his play with words – he’d brought something unexpected and wonderful to it. – I was moved, said Majnoun. Please, do it again.
Uitstoting van de ander
Dit is het begin van een tweedeling in de groep. De ene helft, onder leiding van alfa-hond Atticus, een indrukwekkende Mastino Napolitano, komt tot de conclusie dat de nieuwe verworvenheid van taal slecht is voor de hondenaard en daarom voortaan genegeerd moet worden op straffe van uitstoting. De andere helft vindt dat zonde van hun nieuwe vermogens. Aangezien Atticus de grootste en de sterkste is, krijgt hij zijn zin. Hij is de reactionaire leider, sterk en hard, niet onrechtvaardig, maar bang voor elke verandering en elke aantasting van de bestaande orde, en de poëtisch ingestelde honden delven keihard het onderspit. Maar het is natuurlijk onmogelijk om de tijd terug te draaien en om te negeren wat je nu bent, zelfs al doe je nog zo je best.
Their movements and sounds were now unselfconsciously produced but they were even further away from the canine. The pack had grown very peculiar indeed: an imitation of an imitation of dogs. All that had formerly been natural was now strange. All had been turned to ritual.
Attcus heeft dat ook wel door en begint stiekem zelfs te bidden - waarop Zeus aan hem verschijnt.

Spiegel
De sympathie van de schrijver ligt bij de dichterlijke Prince en bij de intelligente zwarte poedel Majnoun. Het zijn vooral hun levens die we uiteindelijk volgen, en de soms hartverscheurende interacties met de mensen bij wie ze terecht komen, nadat ze aan Atticus ontsnapt zijn. Het boek is  sterk opgebouwd. Eerst is er nog een hele cast van sympathieke en minder sympathieke hondenpersonages, waarvan sommige al heel snel afgemaakt worden, maar in de tweede helft blijven de interessante, complexe karakters over en krijgen we een interessante, complexe spiegel over ons eigen menszijn voorgeschoteld.

Het belangrijkste in het leven
Zoals het boek niet sentimenteel is, zo is het ook niet schematisch. Het is bijvoorbeeld niet zo dat elke hond simpelweg voor een bepaalde menselijke eigenschap staat. Ook blijven de honden in veel opzichten uitgesproken honds. Evenmin heeft de schrijver duidelijke antwoorden op de vragen die hij aan de orde stelt, zoals wat geluk inhoudt. Over één ding is hij aan het eind van het verhaal echter wel helder, namelijk wat in het leven het belangrijkste en het mooiste is. Dat kauwt hij niet voor, maar dat laat hij je ervaren.

Wat een prachtig boek.

PS Aarzel niet om je eigen commentaar toe te voegen. Ik stel het zeer op prijs als mensen de moeite nemen om reacties of aanvullingen te plaatsen. Heb je dit boek besproken op je eigen blog? Dan zou het fijn zijn als je een link bij de reacties plaatst.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten