zondag 31 maart 2019

Lagen opgraven

Anne Michaels,
Fugitive Pieces (Canada 1996)
Roman, 301 pp.
Nederlandse titel: Verborgen verleden


Anne Michaels is van oorsprong dichter en dat springt van de pagina's af. Ze bezit een enorme lenigheid met taal, schildert met metaforen die zowel precies als evocatief zijn en heeft het observatievermogen van een groot kunstenaar. Ze ziet dingen om zich heen waar mensen als ik achteloos aan voorbij sloffen.

Het boek begint met een beeld, dat eventjes alleen maar raadsels oproept. De ik-persoon vertelt hoe hij als een veenlijk opdoemt uit de moerassige grond van een prehistorische stad in Polen. Dat is hoe de Griekse geoloog die er aan het werk is bij de archeologische opgraving hem ziet, tot zijn grote schrik. Maar de schrik duurt maar heel even. Het is 1940 en de man begrijpt al gauw dat dit een uitgemergeld jongetje van zeven is, dat ontsnapt is aan de Nazi's die zijn familie hebben vermoord en dat zich in het bos in leven heeft gehouden totdat hij niet meer kon. Athos stopt het kind onder zijn jas en smokkelt het in zijn auto naar huis, naar zijn Griekse eiland, waar hij het liefdevol verborgen houdt en opvoedt totdat de oorlog voorbij is.

Wetenschap als metafoor
De verteller van de eerste helft en centraal in het hele boek is de Joodse Jakob Beer, die na de oorlog met zijn nieuwe vader Athos naar Canada emigreert, waar Athos een baan heeft gekregen aan de universiteit. Athos is een geoloog met een grote liefde voor de mensheid en de wetenschap, een liefde die hij op Jakob probeert over te brengen om de familieleden die Jakob (en Athos zelf) moet missen een heel klein beetje te vervangen. Of misschien is dat niet helemaal goed uitgedrukt. Niets kan Jakobs familie vervangen, maar er is wel iets wat het gemis ietsje dragelijker kan maken. Athos schenkt hem de liefde voor de aarde.

Wetenschap speelt een belangrijke symbolische rol, zowel de geologie van Athos als de meteorologie van Benjamin, die de tweede helft van het boek vertelt. Geologie staat voor de verborgen geschiedenis en de werking van het geheugen, het voornaamste thema van het boek.
The present, like a landscape, is only a small part of a mysterious narrative. A narrative of catastrophe and slow accumulation. Each life saved: genetic features to rise again in another generation. “Remote causes.” Athos confirmed that there was an invisible world, just as real as what’s evident. Full-grown forests still and silent, whole cities, under a sky of mud. The realm of the peat men, preserved as statuary. The place where all those who have uttered the bony password and entered the earth wait to emerge.
Het geheugen als opdracht
Meteorologie, de obsessie van Benjamin, Canadese zoon van kampoverlevenden, drukt de willekeur en vernietigende kracht van stormen en andere rampen uit die de mensen overkomen maar die ook altijd weer overdrijven. De geschiedenis is wellicht net zo vluchtig en onvoorspelbaar en onbeheersbaar als het weer; de slachtoffers ervan onschuldigen die toevallig in de baan van de wervelstorm verkeerden. History is amoral: events occurred. But memory is moral; what we consciously remember is what our conscience remembers. History is the Totenbuch, The Book of the Dead, kept by the administrators of the camps. Memory is the Memorbucher, the names of those to be mourned, read aloud in the synagogue.

En wat Jakob daarom uiteindelijk wordt is dichter:
So in poems I returned to Biskupin, to the house on Zakynthos, to the forest, to the river, to the burst door, to the minutes in the wall. English was a sonar, a microscope, through which I listened and observed, waiting to capture elusive meanings buried in facts. I wanted a line in a poem to be the hollow ney of the dervish orchestra whose plaintive wail is a call to God.
Alle aandacht voor de taal
Al hoe prachtig geschreven en ontroerend ik dit boek ook heb ervaren, toch vond ik het niet perfect. De tweede helft, waarin een andere verteller (Benjamin), het verhaal na Jakobs dood overneemt, voelt vreemd, omdat Benjamin exact dezelfde poëtische vertelstem heeft als Jakob en ik mezelf er steeds aan moest herinneren dat het vertelperspectief gewisseld was en dat we hier met een andere persoon te maken had. Elke keer als Benjamin over zijn ouders vertelde, dacht ik eerst even "maar die waren toch door de Nazi's vermoord?', totdat ik me een moment later weer realiseerde dat de ouders van Benjamin de oorlog wél overleefd hadden. De dichterlijke stijl zat ook in ander opzicht wel eens in de weg. Die stijl is namelijk zo mooi en zo knap, dat hij de emoties misschien iets teveel naar de achtergrond verdringt. Op zich is een zekere emotionele afstand bij een onderwerp als de Holocaust bepaald niet verkeerd, gezien de vele kitsch die er nog steeds over geschreven wordt. Maar het is soms ook wel een beetje jammer dat de taal zoveel aandacht voor zichzelf vraagt en het hart daardoor een beetje ondersneeuwt.

Allermooiste
Toch vind ik het terecht, dat dit boek destijds zoveel prijzen heeft gewonnen. Het is complex, met net zoveel lagen als een oud gebergte. Het is intens, vooral in de taal, waardoor je niet hele bladzijden achterelkaar verslindt, wat alleen maar goed is in een tijd van fast food en fast fashion. En het heeft zoveel prachtige zinnen, waarvan deze misschien wel de meest huiveringwekkende en allermooiste zin van het hele boek is: "there is nothing a man will not do to another; nothing a man will not do for another."

PS Aarzel niet om je eigen commentaar toe te voegen. Ik stel het zeer op prijs als mensen de moeite nemen om reacties of aanvullingen te plaatsen. Heb je dit boek besproken op je eigen blog? Dan zou het fijn zijn als je een link bij de reacties plaatst.

2 opmerkingen:

  1. Wat een prachtige bespreking, Anna en wat een prachtig boek!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Goed te horen dat jij het ook een prachtig boek vond, Jacqueline.

      Verwijderen