vrijdag 23 augustus 2019

Mens of machine?

Ian MacEwan,
Machines Like Me (GB 2019)
Roman, 320 pp.
Nederlandse titel: Machines zoals ik


Het is 1982. Het Britse leger is zojuist glorieloos ten onder gegaan op de Falkland Eilanden, de Beatles zijn na twaalf jaar weer bij elkaar en de gevierde wetenschapper Alan Turing is 70 geworden. Onze verteller, de dertiger Charlie Friend, is een groot bewonderaar van Turing en heftig geïnteresseerd in de kunstmatige intelligentie die Turing heeft helpen ontwikkelen. Als dan in beperkte oplage (vijfentwintig) de allereerste robots op de markt komen die niet of nauwelijks van mensen zijn te onderscheiden, doet Charlie iets onbesuisds. Hij koopt met het laatste geld van de erfenis van zijn moeder voor £ 87.000 pond een mannelijk model genaamd Adam (de Eves waren al uitverkocht). Samen met zijn bovenbuurvrouw, de studerende Miranda, tilt hij de doos naar binnen en zet hij Adam aan de stekker om op te laden. De persoonlijkheid van Adam kan door de gebruiker zelf ingevuld worden, iets wat Charlie voor de helft zelf doet en voor de andere helft aan Miranda overlaat, want hij is inmiddels verliefd op haar en hij ziet Adam stiekem als hun kindje dat ze elk voor de helft gemaakt hebben.

Geheimen en leugens
Het wordt zowaar wat tussen Charlie en Miranda, en intussen ontwikkelt Adam zijn eigen persoonlijkheid en zelfs - naar eigen zeggen - een gevoelsleven. Adam heeft permanent toegang tot alle mogelijke online informatie (het blijft tenslotte een robot), en verrast Charlie op een gegeven moment met de mededeling dat Miranda een leugenaar is - om vervolgens dicht te klappen en te melden dat hij niet meer kan zeggen. Miranda blijkt inderdaad een ingewikkeld geheim te hebben, wat voor grote complicaties zal zorgen. Een andere ontwikkeling (en complicatie) is een klein jongetje dat door zijn ouders verwaarloosd wordt, waar Charlie en Miranda zich over ontfermen en dat ze proberen te adopteren. Maar dan blijkt Miranda's geheim een probleem op te leveren, een probleem dat te omzeilen was geweest, als Adam niet onverwacht en geheel tegen de wil van Charlie een vreemde rol was begonnen te spelen.

De waarheid voor alles
Dit is volgens mij de centrale vraag van deze interessante roman: wat gebeurt er als we gaan samenleven met hyperintelligente robots die er uitzien als een mens, zich gedragen als een mens, emoties lijken te hebben als een mens, maar hele andere beslissingen nemen als het op morele keuzes aankomt? Omdat zo'n robot bijvoorbeeld het begrip 'leugentjes om bestwil' niet kent (of erkent)? En dus de waarheid altijd rigoureus voorop stelt, ook als dat niet verstandig is en akelige gevolgen kan hebben? En kun je nog eigenaar zijn van zo'n robot, als die niet van een mens te onderscheiden valt en de robot zichzelf zo heeft gemodificeerd dat hij niet meer uit te zetten is? Is de robot dan een autonoom wezen, of nog steeds een machine die uitsluitend dienstbaar moet zijn aan de mensheid die hem gemaakt heeft?

De kracht van literatuur
Er zijn ladingen verhandelingen geschreven over kunstmatige intelligentie en robots, en over wat ze voor onze toekomst zouden kunnen betekenen. Maar die blijven altijd nogal abstract en theoretisch. Er gaat daarom niets boven een roman zoals deze om de mogelijke implicaties van kunstmatige intelligentie echt tot leven te brengen en om je echt na te laten denken. Dat is de kracht van literatuur: het kan je onderdompelen in een fictieve situatie, waardoor je als het ware zelf ervaart hoe iets is en voelt wat je (nog) niet hebt ervaren, en je vanzelf wordt gestimuleerd tot reflectie en standpuntbepaling. Het leuke is trouwens dat McEwan ook veel literaire verwijzingen in zijn roman stopt, inclusief een interessante stelling van Adam dat, nu er robots zijn, de roman binnenkort dood is, omdat romans gaan over misverstanden en falen, en dat soort dingen straks niet meer voor zullen komen. Alleen voor de haiku is straks nog plaats, volgens Adam, die deze gedichten op een gegeven moment aan de lopende band produceert.

Seks met een machine
Machines Like Me is lang niet perfect. Het verhaal doet wat gekunsteld aan en de karakters van Charlie en Miranda zijn aan de vlakke kant. Ook zijn ze moreel nogal ambigue, zodat je niet zo gemakkelijk met ze meeleeft; maar voor de vragen die de roman stelt, is het wel noodzakelijk dat ze allebei net niet helemaal zuiver op de graat zijn. Kennelijk had MacEwan zelf ook door dat Charlie een wat doodse figuur is, want hij laat Miranda's vader Charlie voor de robot aanzien en Adam voor de geliefde van zijn dochter. Dat vond ik erg grappig. Nog grappiger is, dat Miranda na een ruzie met Charlie de robot mee naar bed neemt, en met hoorbaar succes met hem aan het rollebollen gaat (Adam kan namelijk een erectie krijgen via een waterreservoir in zijn linkerbil) - waarna Charlie sarcastisch constateert: "my situation had a thrilling aspect, not only of subterfuge and discovery, but of originality, of modern precedence, of being the first to be cuckolded by an artefact." Miranda snapt niet waar hij zich druk om maakt. Hij zou zich toch ook niet een bedrogen geliefde hebben gevoeld als ze het met een vibrator had gedaan, net als Adam ook een apparaat? Maar dat is de crux: Adam is inmiddels meer dan een apparaat. Adam beweert zelfs dat hij verliefd geworden is op Miranda.

Vallende bladeren
Machines Like Me leest uitstekend weg, en is nergens saai, maar ik denk dat het vooral een roman is voor lezers zoals ik die door literatuur graag aan het denken worden gezet, en die geïnteresseerd zijn in de morele dilemma's van de nabije toekomst. Voor die lezers heeft McEwan een zeer aanbevelenswaardig boek geschreven, waarin intrigerend genoeg de robot het boeiendste personage is. Het laatste gedicht van Adam zet het verhaal in een aangrijpend, schrijnend licht: "It owes a debt to Philip Larkin," zegt Adam tegen Charlie. "But it’s not about leaves and trees. It’s about machines like me and people like you and our future together … the sadness that’s to come."
‘Our leaves are falling.
Come spring we will renew,
But you, alas, fall once.’

PS Aarzel niet om je eigen commentaar toe te voegen. Ik stel het zeer op prijs als mensen de moeite nemen om reacties of aanvullingen te plaatsen. Heb je dit boek besproken op je eigen blog? Dan zou het fijn zijn als je een link bij de reacties plaatst.

2 opmerkingen:

  1. Ik vermoed dat ik een dezer dagen start aan Machines Like Me. Tip: ook Frankissstein van Jeanette Winterson gaat over kunstmatige intelligentie. Andere invalshoek maar niet minder interessant.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik had je bespreking inderdaad al met belangstelling gelezen. Wie weet ga ik Frankissstein ook nog wel lezen.

      Verwijderen