zaterdag 23 oktober 2010

Naar huis, de ganzen achterna

William Fiennes,
The Snow Geese (GB 2002)
Reisverhaal, 224 pp.
Nederlandse titel: De sneeuwganzen


Toen hij 25 was moest William Fiennes een serie akelige operaties ondergaan en lange tijd in het ziekenhuis doorbrengen. Het is allemaal goed gekomen, maar waar hij tijdens die angstige ziekenhuisdagen vooral door bevangen werd, was een heftig verlangen naar het vertrouwde huis waar hij was opgegroeid, homesickness. (Noot: Fiennes doet er heel bescheiden over, maar het "huis" waar hij opgroeide is - zo blijkt na enig zoeken op internet - een schitterend middeleeuws kasteel).

Recuperen deed hij dus in het ouderlijk huis, totdat hij daar na een tijd revalideren heel begrijpelijk bevangen werd door het tegenovergestelde gevoel: onrust en het verlangen om de wijde wereld in te trekken. Tijdens zijn revalidatie was hij door zijn vader aangestoken door diens fascinatie voor vogels. Nu William niets omhanden had, zag hij voor het eerst de schoonheid van de vogelwereld en hij herinnerde zich toen ook hoe hem op school Paul Gallico's The Snow Goose was voorgelezen en hoeveel indruk dat boek op hem had gemaakt. En zo kwam het dat de schrijver, toen hij weer voldoende hersteld was, in het vroege voorjaar naar Amerika overstak om daar de trek van de sneeuwganzen te volgen.

Hij begint in Texas, waar enorme aantallen sneeuwganzen de winter doorbrengen, en trekt steeds verder naar het noorden, totdat hij uiteindelijk op het Canadese Baffin Island belandt, in het ijzige Noordpoolgebied waar de ganzen hun nesten bouwen en hun jongen uitbroeden om aan het eind van de korte zomer daar weer terug te trekken naar Texas.

De Amerikaanse editie van dit boek heeft de ondertitel A Journey Home en dat is heel passend. Net als de ganzen die hun instincten volgen en twee keer per jaar heen en weer trekken, wordt de schrijver vervuld van een soort eeuwige cirkel: eerst een verlangen naar het ouderlijk nest, dan een verlangen naar het tegenovergestelde, om vervolgens in de VS en Canada na enige tijd weer overweldigd te worden door het verlangen naar huis. Zo werkt hij tijdens zijn reis heel mooi twee thema's uit, dat van de homesickness, de heimwee, en dat van de vogeltrek.

Als vogelliefhebber konden vooral de passages over de vogeltrek mij bekoren: is het niet wonderbaarlijk dat vogels een soort ingebouwd instrument hebben waarmee ze moeiteloos de weg naar "huis" weten te vinden? Soms  gebruiken ze het magnetische veld van de aarde, in andere gevallen de stand van de zon en zelfs de sterren zijn hun behulpzaam als navigatiemiddel. Fascinating stuff, allemaal. Ook interessant waren de passages gewijd aan het verschijnsel heimwee door de eeuwen heen. Lange tijd werd dit als een echt ziektebeeld gezien; en aanvankelijk dacht men dat het alleen voorkwam bij Zwitsers die hun bergen misten en werd er gespeculeerd dat het wellicht veroorzaakt werd door een verschil in luchtdruk!

Minder sterk vond ik de reis zelf. Fiennes doet iets te vaak aan opsommingen en beschrijvingen die maar niet echt tot leven willen komen. Wat mij ook niet zo kon boeien waren de mensen die hij onderweg tegenkwam: gewone Amerikanen en Canadezen, met gewone levens en gewone verhalen. Hij laat de mensen zoveel mogelijk zelf aan het woord, zonder commentaar te leveren, wat op zich bewonderenswaardig is, maar aangezien geen van de mensen echt interessante verhalen te vertellen heeft (tenminste in mijn ogen), doet dit onderdeel niet veel meer dan wat couleur locale toevoegen. De omstandigheid dat de schrijver hier zelf erg op de achtergrond blijft, maakt het allemaal nogal vlak. Maar dat is een kwestie van smaak.

Als reisverhaal vind ik dit boek daarom iets minder geslaagd, maar als een beschouwing op zoiets fascinerends als de vogeltrek en een overdenking op het verschijnsel heimwee, heeft het boek ook sterke kanten die het zeker de moeite van het lezen waard maken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten