Posts tonen met het label poëzie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label poëzie. Alle posts tonen

zaterdag 21 maart 2020

Een gedicht voor vandaag


De builenpest kwam verstopt in een baal stof uit Londen met daarin besmette vlooien. Dat wisten de inwoners van het Engelse dorpje Eyam in Derbyshire op dat moment niet, maar zelfs in 1666 had hun dominee al wel heel goed door dat de verspreiding van de pest te maken had met menselijk contact. De Eyamers grendelden hun dorpje van de buitenwereld af, om te voorkomen dat anderen ook zouden worden geïnfecteerd.

Tussen Eyam en het buurdorp Stoney Middleton stond een grenssteen waarin ze zes gaten boorden. Daarin legden de inwoners van Eyam het geld voor de noodzakelijke levensmiddelen en medicijnen die de mensen van Stoney Middleton bij de steen voor hen achter lieten, en goten azijn over de munten in de hoop dat ze dan hun buren niet zouden besmetten. Meer dan een kwart van de duizendkoppige bevolking van Eyam kwam om door de pest, maar door hun zelfopgelegde quarantaine voorkwamen ze wel dat de ziekte zich verder in de omgeving verspreidde.

zondag 30 juni 2019

Vijf-zeven-vijf

Japans beroemdste haiku-dichter,
Matsuo Basho, waarover ik
eerder al eens schreef (hier)

Ik blijf op mijn leesreis toch nog een beetje in Japan hangen, als jullie dat niet erg vinden. Niet zo lang voordat ik aan mijn fysieke reis daarnaartoe begon, las ik twee boekjes over ikigai. Daarin stond een stelling waar de nieuwigheid nou niet direct van af spatte, maar die me wel op een idee bracht: dat je jonger blijft als je regelmatig iets nieuws leert. Wat ik verder al eens van de Japanse cultuur had opgestoken was de aandacht voor het verstrijken van de seizoenen. Dat heeft met het Zen-boeddhisme te maken (je wordt je bewust van de vergankelijkheid van nare én mooie dingen), maar het is ook een goede manier om het leven om je heen niet gedachteloos door je vingers te laten glippen. Let bewust op het verkleuren van de blaadjes en het verschijnen van de eerste sneeuwklokjes en je geniet meer van de schoonheid die overal voor het oprapen ligt. Dus wat nam ik me dit voorjaar voor? Ik ging na mijn vakantie elke maand een haiku schrijven ter ere van het seizoen. Daarmee leerde ik meteen iets heel nieuws.

Grappig genoeg kreeg ik al tijdens mijn vakantie de gelegenheid om daarmee beginnen. Mijn reisgenoten hadden het uitstekende idee om bij het laatste diner iedereen een zelf gemaakte haiku voor onze reisleidster te laten voorlezen, om haar te bedanken voor haar onvermoeibare inzet. En toen bleek al meteen waarom de haiku over de hele wereld tegenwoordig zo populair is: iedereen kan het!

vrijdag 27 januari 2017

De wereld in een zandkorrel

To see a World in a Grain of Sand
And a Heaven in a Wild Flower
Hold Infinity in the palm of your hand
And Eternity in an hour.

Ja, dames en heren, het is weer Poëzieweek. Overal in het land gonst het van de gedichten en zelfs in onze eigen dorpsbibliotheek komen dichters op bezoek om ons te trakteren op hun werk.

Om je in de juiste stemming te brengen, krijg je hier een korte selectie uit eigen werk. Geen gedichten, want daar heb ik geen talent voor, maar blogposts over poëzie. Laat je inspireren!

Allereerst zijn hier twee prachtboeken over poëzie.

How to Read a Poem and Fall in Love with Poetry (VS 1999) van Edward Hirsch, is fantastisch. Hirsch doet precies wat de titel van zijn boek belooft. Hij leert je om poëzie te doorgronden en je er door mee te laten slepen.Het boek is een ware schatkist voor iedereen die een oprechte liefde voor poëzie heeft én de Engelse taal goed beheerst. Het is niet een boek om in één adem uit te lezen. Je moet er regelmatig eventjes voor gaan zitten en de tijd nemen om te genieten van dat Italiaanse sonnet of dat bluesgedicht. Je moet bereid zijn om moeite te doen en na te denken en te reflecteren. Je moet geen haast hebben om weer een boek van je lijstje te schrappen, maar je rustig overgeven aan dit boeiende en betoverende boek.

The Heart of the Haiku (VS 2011) van Jane Hirshfield is net zo'n juweel, maar dan alleen gewijd aan de haiku. Vele mensen over de hele wereld schrijven tegenwoordig wel haiku's en een beetje poëzieliefhebber weet dat het een ultrakorte, ultragecomprimeerde dichtvorm van Japanse oorsprong is. Veel minder mensen weten dat de haiku zoals we die nu kennen, weliswaar niet is uitgevonden maar wel is gevormd door de zeventiende-eeuwse Japanse dichter Bashō. De Amerikaanse dichter Jane Hirshfield schreef een schitterend lang essay over de man en zijn werk en leven, en geeft ons tegelijkertijd inzicht in wat een haiku is, wat een haiku doet.

Het thema van de poëzieweek 2017 is humor, daarom hier ook nog twee ontzettend geestige romans over een dichter en over de uitgevers van een poëzietijdschrift.

The Anthologist (VS 2009) van Nicholson Baker een zeer geslaagde en charmante kruising van causerie over poëzie en verhaal van een dichter die vast zit. De verteller is tegelijkertijd heel grappig én de wanhoop nabij. Zijn toon is in een en dezelfde zin nonchalant en gepassioneerd. Een knappe schrijver die daar iets moois van kan maken. De lezer moet wél een bovengemiddelde belangstelling voor poëzie hebben, anders zal dat onderdeel niet landen, maar ik weet zeker dat er genoeg mensen zijn die net zo van dit boek zullen genieten als ik.

Jammy Dodger (GB 2012) van Kevin Smith is is een heerlijke satire op het gesubsidieerde culturele en intellectuele leven in Belfast in 1988, een tijd waarin alle literaire lezingen aan de universiteit over Sylvia Plath gaan en de meer pretentieuze regisseurs wanhopig op zoek zijn naar experimentele toneelstukken, hoe rauwer en onbegrijpelijker hoe beter. Het is Britse komedie van de betere soort, met veel poëziecitaten en grapjes die het vooral goed zullen doen bij mensen die redelijk zijn ingevoerd in de Britse dichtkunst. Ik heb verscheidene keren zo hard moeten lachen dat de op schoot slapende poes zich een ongeluk schrok en snel weg sprong.

Ben je van plan om een activiteit in het kader van de Poëzieweek te bezoeken? Lees je wel eens poëzie? Wat voor poëzie? En waarom geniet je er van? Of waarom begin je er juist niet aan? Laat het me weten!

O ja, de regels waarmee ik deze blogpost opende vormen het begin van een gedicht van de Engelse dichter William Blake (1757-1827).


zondag 9 maart 2014

Dichter in een plastic tuinstoel

Nicholson Baker,
The Anthologist (VS 2009)
Roman, 243 pp.
Niet in het Nederlands vertaald


"HELLO, THIS IS PAUL CHOWDER, and I'm going to try to tell you everything I know. Well, not everything I know, because a lot of what I know, you know. But everything I know about poetry." Met zo'n opening ben ik meteen verkocht. De spreektaaltoon van een podcast gecombineerd met de belofte van alles over de dichtkunst. Onweerstaanbaar.

Maar Pauls belofte om ons alles over poëzie te vertellen is een afleidingsmanoeuvre voor hemzelf. Hij zit gevaarlijk dicht bij de deadline voor de inleiding tot een door hem samengestelde bloemlezing, maar heeft nog geen letter op papier en ziet dat op korte termijn ook niet gebeuren. Ooit was hij een redelijk succesvol dichter, maar het lijkt erop dat die dagen voorgoed voorbij zijn. Zijn vriendin heeft er inmiddels genoeg van en is er vandoor, Paul achterlatend met een almaar groeiende stapel dichtbundels van anderen en een inleiding die brood op de plank moet brengen maar er niet is. Intussen windt Paul zich op over gedichten zonder rijm. Weg met free verse! Een goed gedicht moet rijmen, zelfs al doet zijn eigen poëzie dat niet. Hij noemt zijn eigen (alwéér door een bekend tijdschrift afgewezen) gedicht "a plum, not a poem. That's what I call a poem that doesn't rhyme--it's a plum. We who write and publish our nonrhyming plums aren't poets, we're plummets. Or plummers." Hij is mislukt.

dinsdag 24 december 2013

Zen

Jane Hirshfield,
The Heart of Haiku (VS 2011)
Poëzie-essay, ca. 35 pp.
(voor de verkrijgbaarheid, zie onderaan deze bespreking)


Vele mensen over de hele wereld schrijven tegenwoordig wel haiku's en een beetje poëzieliefhebber weet dat het een ultrakorte, ultragecomprimeerde dichtvorm van Japanse oorsprong is. Veel minder mensen weten dat de haiku zoals we die nu kennen, weliswaar niet is uitgevonden maar wel is gevormd door de zeventiende-eeuwse Japanse dichter Bashō. De Amerikaanse dichter Jane Hirshfield schreef een schitterend lang essay over de man en zijn werk en leven, en geeft ons tegelijkertijd inzicht in wat een haiku is, wat een haiku doet.

vrijdag 13 december 2013

Poëzie in Belfast

recensie van Jammy Dodger van Kevin Smith
Kevin Smith,
Jammy Dodger (GB 2012)
Roman, 290 pp.
Niet in het Nederlands vertaald


Vroeger was alles beter. Neem nou 1988 in Belfast. Iedereen was veel aardiger toen. De zon scheen bijna elke dag en als-ie niet scheen, waren er knusse cafeetjes waar je kon thee drinken en werd geholpen door lieve oude dametjes in zwartwitte uniformen. 's Ochtends roken de straten naar het verse brood van de broodfabriek en 's middags rook het naar bradend vlees en turfvuren.

Eh, wacht eens even. Belfast? 1988? was dat niet de tijd van de troubles, van de IRA-aanslagen? O ja, dat is waar ook. Maar onze verteller Artie Conville was jong en zorgeloos, en bestierde samen met goede vriend Oliver Sweeney een poëzietijdschrift dat vanwege de troubles gul gesubsidieerd werd door de Britse regering, onder het motto dat cultuur goed voor mensen in een oorlogszone was. Heerlijke tijden waren dat. "Top quality angst and misery flowed from many pens and all we had to do was sieve and print." Totdat de beginnende dichters die zij nota bene aan een carrière hadden geholpen, het elders maken en zelfs nog te beroerd zijn om Artie en Oliver een oud boodschappenlijstje toe te stoppen. En de beginnende dichters sturen alleen nog maar gruwelijke puberale weltschmerz in.

"So, what happens when you run out of poetry?
Let's find out."

zondag 26 mei 2013

Passie voor poëzie

Edward Hirsch,
How to Read a Poem and Fall in Love with Poetry (VS 1999)
Letterkunde, 264 pp. + bijlagen


Er was eens, lang geleden en in een ver land (Groningen), een meisje dat jarenlang elke week meerdere gedichten las. Nee, niet alleen las, maar zelfs uitgebreid bestudeerde. Het waren gedichten uit allerlei tijden, middeleeuwse poëmen met allitteratie, sonnetten uit de Renaissance, satires uit de achttiende eeuw, lyriek uit de Romantiek en zelfs verwarrende maar fascinerende poëzie uit de moderne tijd. Eén ding hadden alle gedichten gemeen: ze waren geschreven in de Engelse taal, want het meisje las ze voor haar studie Engels. Elke week weer genoot ze van het samen met docent en medestudenten ontdekken van de wereld die in elk gedicht verscholen zat. Maar toen studeerde ze af, kreeg ze drukke werkzaamheden en verstoften de poëzieboeken. Een paar jaar geleden, toen ze al heel lang geen meisje meer was, probeerde ze het nog wel eens keer met 52 Ways of Looking at a Poem: A Poem for Every Week of the Year waarin Ruth Padel 52 eigentijdse gedichten besprak, maar precies halverwege gaf ze het op: de taal werd dood geanalyseerd en Padel wist niks van betovering of vervoering over te brengen. Gelukkig gaf het meisje het niet helemaal op en schafte ze vier jaar geleden dit boek van Edward Hirsch aan, dat ze dom genoeg al die jaren in de kast liet staan en er pas onlangs uit pakte. Lezers, dat meisje was ik!