
De dwaas van Palmyra (Nl 2014)
Roman, 160 pp.
We gaan op reis over de Middellandse Zee, door het Midden-Oosten en naar India – in de eerste eeuw na Christus. Filosofieleerling Damis van Nineve neemt per ongeluk de verkeerde boot naar Italië (het is mistig) en doet daarom veel langer over zijn reis dan gepland. Maar geen nood, dit is de antieke wereld, waarin tijd nog geen geld is, en de lange reis – met enkele onverwachte reisgenoten – geeft hem uitgebreid de gelegenheid om over zijn omzwervingen met een beroemde filosoof te vertellen. Deze Apollonius van Tyana (die volgens de antieke geschriften echt heeft bestaan, lees hier meer)
(…) zou de grootste wijze zijn van het westen en oosten tezamen en bovendien een krachtig genezer en een verlichte ziel. Wie hem volgde, zou eeuwig leven en geen lijden kennen.
Dat klinkt nogal Jezusachtig, maar het christendom is op dit moment slechts een van vele marginale sektes en Apollonius ziet er weinig in. In het kader van een discussie over monotheïsme orakelt hij:
Overigens komt een echt eengodendom maar heel weinig voor, het is natuurlijk geen levensvatbare idee. Een farao uit Egypte probeerde het eens in te voeren, maar na zijn dood keerde het volk, altijd wars van nieuwlichterijen, weer terug naar de oude goden.
Apollonius heeft duidelijk geen profetische gaven!