dinsdag 3 juni 2008

Gehoorzaamheid en verzet

Chimamanda Ngozi Adichie,
Purple Hibiscus (Nigeria 2004)
Roman, 307 pp.
Nederlandse titel: Paarse hibiscus


Eén van de eerste dingen die mij in dit boek opvielen, is de zinnelijkheid, in de meest letterlijke zin van het woord, waarmee de omgeving wordt neergezet. De schrijfster heeft veel aandacht voor de geuren, de kleuren, het eten en de geluiden van de wereld rondom de hoofdpersoon, het 15-jarige Nigeriaanse meisje Kambili.

Die zinnelijkheid staat in schrijnend contrast met het streng-christelijke milieu waarin Kambili opgroeit: haar hele leven en dat van haar broer en moeder wordt strikt gereglementeerd door de tyrannieke, fanatiek godsdienstige vader die in het leven geen enkele ruimte ziet voor plezier (of zinnelijkheid). Als hard geweld nodig is om zijn gezin op het rechte pad te houden, dan past hij dat zonder aarzelen toe - wel met tranen in zijn ogen. Vader is echter voor Kambili ook een held: hij is een selfmade man die een fortuin heeft verdiend, dat hij inzet voor liefdadigheid, en die met zijn democratisch gezinde krant moedig stand houdt tegen het militaire regime dat zojuist de macht heeft gegrepen. Het ironische is dat terwijl de vader zich verzet tegen de gewelddadige, onderdrukkende staat, zijn gezin heel voorzichtig in opstand komt tegen de gewelddadige, onderdrukkende vader.

Want voor Kambili en haar broer gaat er een nieuwe wereld open als ze korte tijd logeren bij de zuster van hun vader. Tante is een weduwe met 3 kinderen, die aan de universiteit doceert, maar al een tijdje geen salaris heeft ontvangen en in een piepklein apartementje leeft waar aan alles tekort is. Maar er wordt in haar gezin wel veel gelachen, er is vrijheid, er is tolerantie, het is toegestaan om zelf te denken en er is veel liefde voor de heidense grootvader die door Kambili's vader taboe is verklaard. Kambili kruipt voor het eerst een heel klein beetje uit haar schulp en haar broer vergaart de kracht om zich tegen hun vader te verzetten.

Intrigerend vond ik deze passage. Is dat een typisch Afrikaanse houding: nergens vraagtekens bij zetten, maar altijd conformeren? Overigens is het opvallend dat, wanneer veel later in het boek een jonge priester van dezelfde houding blijk geeft, Kambili's nicht Amaka daar opstandig op reageert: Amaka, "Why do I have to?". Priester, "Because it's the way it's done." Amaka, "Shouldn't we be moving ahead?" (p. 272)

Dit is een uitstekend debuut over de overgang van jeugd naar volwassenheid, van de oude goden naar de christelijk wereld, van blinde gehoorzaamheid naar zelfstandigheid, waarbij alles zo zijn prijs heeft en dingen en mensen niet eenvoudigweg óf goed óf slecht zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten