zondag 14 juni 2009

Een Ierse jeugd

Frank McCourt,
Angela's Ashes: A Memoir of Childhood (VS 1996)

Memoires, 426 pp.
In het Nederlands verschenen als De as van mijn moeder



Ik had ergens gelezen dat dit boek zo deprimerend was, dat je een voorraadje prozac bij de hand moest hebben. Aangezien ik nooit anti-depressiva in huis heb (afgezien van chocola en Belgisch bier) leek lezen van dit boek mij een riskante aangelegenheid. Maar de aanbeveling van één van de lezers van dit weblog haalde mij over de streep. Gelukkig maar.

Ja, Frank McCourt heeft een verschrikkelijke jeugd gehad met schrijnende armoede, een vader die vrijdags zijn loon rechtstreeks naar de kroeg bracht om middenin de nacht blut en dronken thuis te komen, broertjes en zusjes die heel jong doodgingen, een moeder die wel haar best deed, maar het ook niet aankon, een krot van een huis met een wc voor de hele steeg, dagenlang dat er alleen maar wat brood en thee in huis was en soms zelfs dat niet eens - maar Frank zwelgt niet in al deze ellende. Hij behoudt altijd zijn gevoel voor humor en, wat volgens mij het geheim is van dit boek, vertelt zijn jeugd alsof hij nog steeds dat kleine jongetje is dat natúúrlijk wel verlangt naar een leven met altijd genoeg te eten en theekopjes in plaats van jampotjes, maar dat het leven accepteert zoals het is, met de flexibiliteit die een jong kind eigen is, dat niet oordeelt en dat nooit zijn onschuld verliest, zelfs al moet het soms brood en appels stelen.

De eerste bladzijden beschrijven de episode waarin zijn ouders, Angela en Malachy, jonge Ierse immigranten in New York, elkaar ontmoeten op een dronken Nieuwjaarsfeestje, welke ontmoeting resulteert in een "kneetrembler", welke "kneetrembler" Angela in een "interesting condition" doet geraken. Malachy probeert nog te ontsnappen naar California, maar verzuipt zijn treingeld de avond voor zijn vertrek en wordt door Angela's potige nichten naar het altaar geschopt.
On the feast of St. Joseph, a bitter day in March, four months after the knee-trembler, Malachy married Angela and in August the child was born. In November Malachy got drunk and decided it was time to register the child's birth. He thought he might name the child Malachy, after himself, but his North of Ireland accent and the alcoholic mumble confused the clerk so much he simple entered the name Male on the certificate.
Not until late December did they take Male to St. Paul's Church to be baptized and named Francis after his father's father and the lovely saint of Assissi. (p. 8-9)
Geen veelbelovend begin en veel beter wordt het ook niet. Angela en Frank zijn niet bijster succesvol als immigranten en keren na een paar jaar maar weer terug naar Ierland, waar ze terecht komen in de sloppenwijken van Limerick waar Angela opgroeide. Hier woont Franks oma (opa is vóór Angela's geboorte al verdwenen), met ooms en tantes, die geen van allen erg blij zijn met Angela's terugkeer in het gezelschap van een waardeloze echtgenoot, die tot overmaat van ramp ook nog eens uit het noorden komt en dus (ten onrechte trouwens) verdacht wordt van Protestantse neigingen. Maar in ieder geval heeft het gezin McCourt nu een soort sociaal vangnet en er zijn liefdadigheidsinstellingen in Limerick. Volgt een leven van de hand in de tand, waarbij McCourt er steeds weer in slaagt om de lezer midden in alle ellende te laten lachen met zijn kinderlijke beschouwingen:
I am nine years old and I have a pal, Mickey Spellacy, whose relations are dropping one by one of the galloping consumption. I envy Mickey because every time someone dies in his family he gets a week off from school and his mother stitches a black diamond patch on his sleeve so that he can wander from lane to lane and street tot street and people will know he has the grief and pat his head and give him money and sweets for his sorrow. (p. 192)
Elke winter overstroomt de benedenverdieping van het krot van de McCourts met het water van de rivier, maar niet getreurd, de schaarse meubels worden naar boven gesleept, iedereen kruipt knus bijelkaar in één verwarmde slaapkamer en voortaan heet de bovenverdieping Italy en de benedenverdieping Ireland. Het aanpassingsvermogen van de mens is een wonder en Frank McCourt is een fantastisch verteller.

Meest verbazingwekkend vind ik nog dat McCourt een leeftijdsgenoot van mijn ouders is en dat soort taferelen nog niet zo lang geleden en bepaald niet ver weg heel gewoon waren. Eigenlijk zou dit boek verplichte kost moeten zijn voor al die verwende Nederlandse jongens en meisjes die klagen dat hun mobieltje alweer een jaar oud is en dat ze daarmee voor gek lopen.

Geen opmerkingen: