Karen Joy Fowler,
We Are All Completely Beside Ourselves (VS 2013)
Roman, 321 pp.
Nederlandse titel: Totaal door het dolle heen
Het is vrijwel onmogelijk om dit boek te bespreken zonder de onthulling voor te zijn die op ongeveer éénvijfde van het verhaal gedaan wordt. Ik was er zelf al van op de hoogte voordat ik aan dit boek begon (elke verrukte recensent noemde het), en dat heeft mijn leesplezier in het geheel niet in de weg gezeten, maar als je liever zo blanco mogelijk aan dit boek begint, kun je beter ophouden met lezen, zodra ik het sein geef dat er een verklappertje aan komt. Wat je wel gerust mag weten is dat dit een roman over een onderwerp is waar vooral Amerikanen het patent op lijken te hebben: het disfunctionele gezin. Maar Fowler geeft er een even originele als interessante draai aan, en ze laat je door de manier waarop het wordt verteld op diverse momenten nog lachen ook.
De verteller is Rosemary Cooke, op het moment dat ze haar verhaal begint een 22-jarige studente in Californië, maar opgegroeid in het Midwesten, dat ze opzettelijk zo ver mogelijk achter zich heeft gelaten, want allemachtig, komt zij even uit een raar nest. In Californië heeft niemand daar weet van en Rosemary wil dat graag zo houden. Niet teveel kletsen dus en vooral niet vertellen dat haar zusje Fern verdwenen is toen zij allebei 5 waren en dat haar broer Lowell zeven jaar daarna wegliep en nu door de FBI gezocht wordt. Raar? Heel raar. Iedereen die niet wil weten wat hier achter zit, wordt NU geadviseerd de handen voor de ogen te doen en deze pagina snel weg te klikken.
Is daar nog iemand? Oh, gelukkig. Nu we onder ons zijn, kan ik wat meer over dit boek vertellen. De vader van Rosemary was een psycholoog die, toen Rosemary een peuter was, binnen zijn eigen gezin een bijzonder wetenschappelijk experiment heeft uitgevoerd. Het zusje van Rosemary, genaamd Fern en net zo oud als zij, was namelijk geen mensenkind maar een chimpansee die in het gezin opgroeide alsof het een klein mensje was, om zo te onderzoeken wat dat voor invloed op haar ontwikkeling had. Rosemary en Fern waren onafscheidelijk en de oudere broer Lowell leek zelfs meer van Fern te houden dan van Rosemary. Maar op een dag werd de vijfjarige Rosemary zonder tekst of uitleg uit logeren gestuurd naar haar grootouders. Normaal zou je dan verwachten dat ze bij terugkomst een pasgeboren broertje of zusje aan zou treffen, maar deze keer gebeurde het tegenovergestelde. Fern woonde niet langer bij hen en het was beter voor Fern als ze haar niet op zouden zoeken in haar nieuwe omgeving, aldus haar vader. Dit boek is Rosemary's graafpartij in het geheugen en in de familiegeschiedenis om er achter te komen wat er destijds precies gebeurd is, waarom Fern weg moest en waarom de achterblijvende familieleden daar zo'n trauma aan hebben over gehouden.
Het klinkt erg gimmicky: een chimpansee als zusje. Het verhaal zou ook gemakkelijk sentimenteel kunnen worden: een aaibaar aapje dat geantropomorfiseerd wordt. Het is geen van beide, maar iets geheel eigens, dat zowel een zeer aantrekkelijk verteld verhaal oplevert als een aangrijpende familiegeschiedenis. Rosemary is een rake verteller. Taal is haar ding. Vijf jaar lang werd ze samen met Fern geobserveerd door studenten en onderzoekers om te kijken in welke vaardigheden de twee verschilden. En waar Fern haar op bijna alle fronten overtrof en voor was (kracht, behendigheid, snelheid, slingeren in bomen), was taal het enige waarin Rosemary haar zusje met gemak de loef afstak. Fern kon weliswaar met gebarentaal een beperkte vocabulaire hanteren, maar dat was niks vergeleken bij Rosemary's spraakwaterval. Het is daarom meer dan ironisch dat de volwassen Rosemary zo weinig mogelijk praat om maar niet aan onbekenden prijs te geven dat ze eigenlijk nog steeds een beetje vreemd is, want "Dad didn’t know then what we think we know now, that the neural system of a young brain develops partly by mirroring the brains around it. As much time as Fern and I spent together, that mirror went both ways." Rosemary is ervan overtuigd dat ze allerlei trekjes van haar geliefde apenzusje heeft overgenomen, weet zeker dat iedereen dat meteen door heeft en dat dat de reden is waarom ze zich overal een buitenbeentje voelt.
Rosemary begint pas het nodige inzicht in haar eigen geschiedenis te krijgen als ze theaterstudente Harlow ontmoet, een nietsontziend wild type dat uitsluitend doet waar ze zelf zin in heeft en er nota bene voor zorgt dat de brave Rosemary gearresteerd wordt wegens geweldpleging. Harlow is het type dat elk verstandig mens zou mijden als de pest, maar op Rosemary heeft ze een onweerstaanbare aantrekkingskracht. Haar opdringerige aanwezigheid in Rosemary's leven resulteert in een reeks ongelukkige maar komische gebeurtenissen, en is tegelijkertijd de katalysator voor Rosemary's ontdekking wat er op haar vijfde gebeurd is.
Het is nu zaak om niet verder in te gaan op het verhaal, maar om af te ronden met de constatering dat ik enorm veel plezier aan dit boek beleefd heb en dat het erg lastig blijkt om uit te leggen waar hem dat precies in zit. Er is zoveel te genieten! Er is drama, er is komedie, er is tragedie. Er zijn al te herkenbare familiebanden en er is een volstrekt unieke relatie. Het gaat over de verschillen en overeenkomsten tussen mensen en mensapen, en over hoe we dieren behandelen. En tenslotte is het ook gewoon een heerlijk verteld verhaal dat onlangs terecht de PEN/Faulkner Fiction Prize won.
PS Aarzel om niet om je eigen commentaar toe te voegen. Ik stel het zeer op prijs als mensen de moeite nemen om reacties of aanvullingen te plaatsen! Heb je dit boek ook besproken? Laat dan s.v.p. een link achter naar je eigen bespreking.
gauw m'n ogen dicht gedaan en deze op het lijstje gezet!
BeantwoordenVerwijderenDaar krijg je geen spijt van!
Verwijderen