zondag 12 december 2010

De perfecte misdaad - whatever that may be

Jon Canter,
A Short Gentleman (GB 2008)
Roman, 360 pp.
Niet in het Nederlands beschikbaar 


We have all heard the phrase 'a perfect crime.' Perfect according to whom? The criminal. The criminal who sets out to evade detection and wickedly succeeds. I had sought and embraced detection. I had taken due care of my neighbours. I had behaved in a conscientious and law-abiding fashion. Here was a perfect crime worthy of the name. (p. 322)

Alleen een jurist van de allerpedanterigste soort kan de 'perfecte misdaad' (zijn perfecte misdaad) omschrijven als een daad waarbij hij zich keurig en gewetensvol aan de wet heeft gehouden. Robert Purcell is zo'n jurist en gelukkig is hij een figuur uit een satire, want tot nu toe ben ik in het echt nog nooit zo'n vakgenoot tegengekomen. Wat zijn misdaad precies inhoudt, onthult Purcell pas tegen het eind van deze bekentenis en tot die tijd zitten we met hem opgescheept. Purcell is het toppunt van zelfingenomenheid, een sanctimonious prick van de eerste orde, onbeschaamd snobbistisch, maar wordt gelukkig door de schrijver voldoende over-the-top neergezet om buitengewoon komisch te zijn in die droge Britse stijl.

Het begint zoals zoveel ouderwetse romans met een geleerd citaat, een opdracht, Acknowledgements, een Foreword, een Preface, een Author's Note, en het duurde tot de Further Author's Note voordat ik in de gaten kreeg dat hier niet de schrijver aan het woord was, maar zijn hoofdpersoon - compleet met ontzettend truttige voetnoten op elke pagina.

Robert Purcell is de zoon van een rijke rechter en een snobistische moeder, die zo mogelijk nog erger is dan haar oerconservatieve zoon.
My mother, a Jarvis, grew up in a house where servants ironed one's newspaper. When Aldeburgh got its first 'happy clappy' vicar, he made the mistake of asking my mother what her family in Gloucestershire did.
'They own it,' my mother said, witheringly, embarrassing the vicar and making God look foolish for choosing him as His representative, in a town so happily unclappy. (p. 20)
Op zijn achtste schrijft de kleine Robert zijn eigen fictieve artikel voor Who Is Who, waarin hij zichzelf in navolging van zijn vader naar Oxford laat gaan en briljant jurist laat worden. Vanaf dat moment schrijft hij elk jaar een nieuw fictief  artikel en natuurlijk verloopt het allemaal precies zoals hij het voor zichzelf heeft gepland: hij studeert in Oxford, wordt een succesvol belastingadvocaat, huwt de perfecte vrouw-met-parels-en-plooirok en krijgt twee kinderen, een jongen en meisje.

Dan wordt de toekomst wat minder perfect en nog wat minder perfect en nóg minder perfect, maar nog steeds slaat Robert zich met groot superioriteitsgevoel overal door heen, totdat hij een fatale vergissing maakt en zijn misstap (zijn perfect crime) begaat. Roberts grootste fout is dat hij in navolging van de door hem zo bewonderde vader op een neerbuigende manier vrinden wordt met een studiegenoot uit de lagere klassen. Zoals zijn vader de Joodse groenteboer Maurice Perlstein zijn hele leven trouw blijft, zo voelt Robert zich verplicht (want noblesse oblige) om de plebserige Mike te steunen in zijn streven om filmregiseur te worden. Robert raakt in een wereldje verzeild waar hij zich heel erg ver boven verheven voelt, maar waar hij heerlijk de mist in gaat.

Ik vermoed dat dit niet ieders kopje thee is - humor is nu eenmaal zeer persoonlijk - maar ik heb me geweldig vermaakt met dit boek en met de schrijfstijl. Ja, Robert is heel erg , maar hij krijgt ook heel erg zijn trekken thuis en wees nou eerlijk: leedvermaak om een zelfingenomen droogkloot is op zijn tijd één van de leukste vormen van vermaak die er zijn.

7 opmerkingen:

  1. Klinkt als een leuk boek! Ik had er nog niet van gehoord. Leuke voorkant ook, dat doet al vermoeden dat het een humoristisch boek is. Ik mag niets meer kopen, maar wie weet, met Kerst in Engeland, dat ik deze toch niet kan laten liggen...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Met Kerst mag je jezelf tenslotte tracteren, vooral als je in Engeland bent.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Nou ja, misschien niet als je nog 30 boeken ongelezen hebt liggen op de
    plank. We zullen zien!
    On Mon, Dec 13, 2010 at 6:16 PM, Echo <
    js-kit-m2c-CN4JAF7M8BRUU9EIJL1G3J3A1QNI822B2NNPQ6N7DE179T1S7U60@reply.js-kit.com

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Slechts 30? Ik heb een stuk of 600 (zegge: zeshonderd) ongelezen boeken op de plank(en). Ik heb graag een ruime keus als ik aan een nieuw boek begin ;)

    BeantwoordenVerwijderen
  5. 600!!!! Nee, daar krijg ik vreselijke stress van (hoewel, bij 600 zou het me
    waarschijnlijk niets meer kunnen schelen). Ik wil ongelezen boeken lezen en
    liefst zo snel mogelijk!
    On Mon, Dec 13, 2010 at 7:38 PM, Echo <
    js-kit-m2c-CN4JAF7M8BRUU9EIJL1G3J3A1QE8BKODIM5FTB3IFEGH4IC9I5U0@reply.js-kit.com

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Wat een prachtig citaat, en weer een mooie uitdrukking geleerd. :) Dit komt op mijn leeslijstje.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Bedoel je de happy clappy vicar? Ontzettend leuk, hè? En ik kwam hem daarna prompt tegen in een Engelse film (de uitdrukking bedoel ik).

    BeantwoordenVerwijderen