zaterdag 30 augustus 1997

Groenland: ijskappen, ijsbergen en honden

De naam Groenland is een duizend jaar oude reclamestunt. De naam "IJsland" had de lading namelijk veel beter gedekt, maar volgens de oude Sage van Erik de Rode was de gelijknamige hoofdpersoon van mening dat het land dat hij ontdekt had alleen mensen zou trekken als het een mooie naam had. Erik was uit Noorwegen en vervolgens uit IJsland verbannen vanwege zijn wel erg bloederige manier van conflictbeslechting. Na zijn tweede verbanning besloot hij, geïnspireerd door verhalen over Scandinaviërs die rond 900 een land ten westen van IJsland hadden gevonden, om de ondergaande zon achterna te varen en zijn geluk daar te beproeven. In 982 landde hij voor de eerste keer in Groenland. De reclamestunt werkte. Een paar jaar later verliet een half dozijn schepen IJsland om een kolonie in Groenland te stichten. Reisgegevens

Periode:  augustus 1997
Soort reis:  georganiseerde wandelreis
Organisatie:  Askja (niet zo goed bevallen)
Accommodatie: tenten
Bezocht: de ijskap bij Kangerlussuaq, de omgeving van Qeqertarsuaq op Disko Eiland, de omgeving van Ilulissat
Weer: wisselvallig, overdag tot 20° C, 's nacht vaak veel kouder, één keer 's nachts sneeuwval.
De ijsfjord van Ilulissat, vlakbij de plek waar we kampeerden
 Het plaatsje Illulisat.
Onaards

Het noordwesten van Groenland, waar ik ben geweest, was te ver weg en te onhergbergzaam voor de Scandinavische kolonisten. Er zijn dus geen ruïnes van hun dorpjes die je kunt bezoeken. Daarvoor moet je in het zuiden zijn. Wel ruimschoots voorradig is natuurschoon van een onverbiddelijke maar fascinerende soort. Hoewel het voor ons misschien wat moeilijk voor te stellen is, is het toch niet helemaal gek dat de Groenlandse Inuit hun land het mooiste ter wereld vinden. Onaardse schoonheid kun je zien als je laat op een onbewolkte zomeravond in de baai van Ilulissat een boottocht maakt tussen de ijsbergen. De zon, die in augustus amper onder de horizon verdwijnt, zorgt voor adembenemende kleuren. De ijsbergen worden puur goud, de lucht wordt rood en roze en het water wordt lichtturkoois. Eén waarschuwing: de bootjes zijn klein en de deining is sterk - zorg dus dat je niet net zwaar getafeld hebt. En o ja, het is koud en je zit stil: trek daarom alle kleren aan die je bij je hebt en waarschijnlijk zit je dan nog te vernikkelen. Maar de moeite waard is het zeker.

 Middernacht tussen de ijsbergen in een jaargetijde 
dat de zon niet ondergaat.
Twaalf hondenkontjes op een rij
Een ervaring die misschien wel net zo veel indruk op mij gemaakt heeft, was de sledehondentocht over de ijskap op Disko-eiland. Sledehonden zijn in Groenland boven de poolcirkel talrijker dan mensen, volgens mij. Geen wonder, want 's winters is de hondenslee nog steeds het voornaamste vervoermiddel over land en ijs. Hoewel de honden op de foto hieronder er o zo poezelig uit zien, moet je niet denken dat je ze kunt aanhalen. Deze prachtige honden, die perfect zijn aangepast aan de omgeving, wonen buiten en zijn halve wolven. Ze huilen ook als wolven, vooral als het etenstijd is en hun baas ze rauwe vis voert. Alle honden, behalve de kleintjes, liggen aan de ketting en dat is niet voor niets. Niet dat ze vals zijn, maar ze zijn gewoonweg niet zo gedomesticeerd als onze poedels. Sleden in Groenland worden getrokken door een stuk of twaalf honden - niet in een lange rij achter elkaar, zoals bijvoorbeeld in Alaska, maar allemaal naast elkaar. Vanaf de slee kijk je dus tegen een hele batterij ontzettend leuke hondenkontjes aan. Het tempo ligt niet erg hoog en het gekke is, zo gauw je even onderweg bent en de wereld om je heen een eindeloze sneeuwkap is geworden, verlies je elk gevoel voor tijd en afstand. Wat overblijft is alleen het hier en nu en een diep gevoel van rust.
Een sledehondengezinnetje in Ilulissat
Oudste stenen

Voor de geologen onder ons: in Groenland is het oudste gesteente ter wereld aangetroffen [update: inmiddels schijnt er nog ouder gesteente gevonden te zijn in Canada, wat niet wegneemt dat sommige rotsen op Groenland van een bijna onvoorstelbare ouderdom zijn]. Ook kom je veelvuldig het elders zeer zeldzame kristal cryoliet tegen: een witte melkachtige steen, die een prominente rol speelt in het spannende boek Smilla's gevoel voor sneeuw van de Deense schrijver Peter Høeg (een echte aanrader voor de Groenlandgangers).

 Op 14  augustus is de zomer voorbij: 
de toendra in herfstkleuren
Het wild op Groenland

Zwervend door het gebied rond Kangerlussuaq kom je geheid diverse wilde dieren tegen. De muskusossen moet je niet te dicht naderen, omdat ze dan agressief kunnen worden (onder het motto "de aanval is de beste verdediging"). De prachtige, sierlijk lopende caribous blijven uit zichzelf op veilige afstand van de mens, maar kunnen het vaak niet laten om regelmatig even stil te staan en je belangstellend op te nemen. Het meest gecharmeerd echter was ik van de poolvos die ik op een ochtend vroeg ontdekte, toen hij of zij tussen onze tenten naar eten aan het zoeken was. Zoals je ziet op de foto hieronder kon ik het beestje heel dicht naderen en had hij er geen bezwaar tegen dat ik hem vereeuwigde. Zolang ik op ongeveer twee meter afstand bleef, trok hij/zij zich niets van mijn aanwezigheid aan en zijn we een heel eind samen opgetrokken. 's Winters word de vacht van deze vossen trouwens wit. De foto is genomen op 2 augustus aan de rand van de ijskap, toen er 's nacht een laagje sneeuw was gevallen.
Links: poolvos, rechts: dode muskusos.

maandag 27 januari 1997

Beyond Sleep

W.F. Hermans,
Beyond Sleep (Nl 1966)
Novel, 316 pp. (Dutch ediditon)
26 January 2009


Before I started on this novel all I knew was that it is set in the north of Norway and that the main character is plagued by insomnia and midges. What I did not know is that it is also funny and very intelligent - an irresistible combination.

Our young protagonist, Alfred, travels to Norway to do geological research. He is woefully under-prepared, but reckons that with the recommendation from his professor nothing can go wrong and all doors will open for him. Unfortunately this recommendation fails to produce the aerial photographs that are essential for Alfred’s research, so that he arrives with some delay and without photographs at his destination in the north where he meets up with his Norwegian fellow travellers, young researchers like himself. Alfred is already becoming slightly apprehensive, but he still is confident that his research will be a success. And here the book really became interesting.

Alfred is very determined to make good on the scientific promise that his father was never able to fulfil due to a fatal accident when Alfred was only a boy. Alfred, therefore, is going to deliver a brilliant PhD thesis (based on the brilliant research he is about to start) and after that he is going to be a brilliant professor. Everything now depends on the spectacular finds he is bound to make in the next couple of weeks, but that will simply be a matter of keen observation, for Alfred, after all, is a smart scientist - unlike his younger sister, who is stupid enough to believe in god. The little sister did give him an excellent compass, though, which turns out to be the only decent piece of equipment he has with him.

As tends to happen with people who move into the wilderness for the first time, Alfred is confronted gradually but relentlessly with his own limitations and ignorance. The three Norwegians are experienced mountain-hikers; Alfred is a klutz from an overpopulated flat country, who has nothing but his perseverance to pull him through, as soon becomes apparent. Even the expensive compass of his religious sister cannot help him in the end. His camera stops functioning. Alfred loses his sense of direction and is unable to see clearly anymore – literally and figuratively. Because of this, however, he does for the first time start to think seriously about what life really means, what truth is, what man’s part in the universe is, who he himself is and what he wants. His conviction that you can achieve anything in life as long as you want it badly enough evaporates completely:
The veil of mystery shrouding life in its entirety lifts momentarily and I know that at all times and in everything I do I am defenceless and powerless, as replaceable as an atom, and that all my resolve, hopes and fears are nothing but manifestations of the mechanism governing the movements of human molecules in the fathomless vapour of cosmic matter.
On the way back, after a gruelling trip, he has become a different person: no longer an untried student, but a grown-up – disillusioned, but also determined to go on, because ...
But then what? What would I have done? Become a flautist after all? How will I ever find out? No-one can start at the same point twice over. If an experiment can't be replicated, it ceases to be an experiment. No-one can experiment with their life. No-one can be blamed for being in the dark.
Pessimistic? Maybe, but I rather like Hermans’s somewhat illusionless but honest vision of life, especially when he manages to convey it in such an interesting way and with the self-deprecating humour he displays in this novel. In Beyond Sleep he has created a marvellous mix of metaphysical musings and physical discomfort, scientific questions and ironic events, tragedy and comedy – it’s just like life itself. A great novel.

woensdag 1 januari 1997

The monster of ...

Mary Shelley, Frankenstein, or: The Modern Prometheus, 1818 text (GB 1818)
Novel, 191 pp.
12 October 2009


Frankenstein: isn't that Boris Karloff, horror and Hollywood? Wrong, it's a serious novel, written nearly two centuries ago by the young wife of the romantic poet Percy Bysshe Shelley - the one who wrote the lines "I fall upon the thorns of life. I bleed!"

There is surprisingly little resemblance between the novel and the movie. The movie is sensationalist entertainment, the novel an examation of a number of ethical questions, incorporated in an melodramatic story, that - to be honest - turned out to be not quite as good as I had expected (or hoped). The book is firmly set in the tradition of the Gothic novels from this period and for that reason I had more or less counted on a skillfully constructed plot in the manner of Ann Radcliffe, but in this I was somewhat disappointed.

That doesn't mean that the book isn't interesting. It is. Most people will know its starting point: young Swiss science student Victor Frankenstein brings dead matter to life and thus becomes the creator of a thinking, feeling being, without having thought about the consequences his experiment might have. When the experiment turns out to be successful Victor Frankenstein gives his creation just one glance, is startled to death by the hideousness of the creature and simply runs off - leaving the newly created being completely to its own devices.