zondag 29 maart 2009

Wat paarden met onze taal te maken hebben

David W. Anthony, The Horse, the Wheel and Language: How Bronze-Age Riders from the Eurasian Steppes Shaped the Modern World (VS 2008)
Archeologie en historische taalkunde, 477 pp.
Niet in het Nederlands vertaald


In de 18de eeuw ontdekte een Engelse rechter in India tot zijn stomme verbazing dat het 'geciviliseerde' Engels, Latijn en Grieks alle verwant waren met het Sanskriet van de 'primitieve' Indiërs. Inmiddels weten we daardoor dat bijna alle Europese talen en diverse Aziatische ooit allemaal een gemeenschappelijke voorouder gehad moeten hebben, het Indo-Europees. Sindsdien zijn er allerlei wilde speculaties op touw gezet over wanneer en vooral waar die (theoretische, want niet op schrift gestelde) taal werd gesproken, waarbij zelfs het volslagen mythische Atlantis kandidaat was. De laatste decennia zijn de speculaties gelukkig een stuk minder wild en worden ze ijverig onderbouwd door taalkundig en archeologisch onderzoek. Zeer invloedrijk was Archeology and Language van Colin Renfrew de afgelopen twintig jaar, waarin hij Anatolië naar voren schuift als wieg van het Indo-Europees en een direct verband legt met de verspreiding van de landbouw.

Hardnekkiger is echter de kandidatuur van het steppegebied ten noorden van de Zwarte en de Kaspische Zee. Archeologe Marija Gimbutas kwam daar vele jaren geleden al mee aan zetten, maar maakte haar zaak enigszins ongeloofwaardig door de opmars van het Indo-Europees voor te stellen als een invasie van gewelddadige ruiters annex aggressieve veehouders die duizenden jaren geleden een (helaas sterk geïdealiseerd en nooit-bestaand) matriarchaal, vredelievend en landbouwend Europa met geweld aan zich onderworpen. Allemaal prachtig feministisch, maar meer ingegeven door wishful thinking dan sterk onderbouwd door de feiten.

Maar misschien zat ze er toch niet helemaal naast. Archeoloog David W. Anthony komt op grond van zijn eigen onderzoek eveneens uit op de Euraziatische steppes, maar ziet eerder een scenario van veehoeders en ruiters die door hun rijke kuddes en snelle strijdwagens macht en aanzien verwierven en zich vanuit de steppes geleidelijk over Europa en delen van Azië verspreidden, waarbij hun taal en gebruiken zoveel prestige kregen dat ze werden overgenomen door de mensen in wiens gebied ze zich vestigden - mogelijk in ruil voor bescherming (wat een beetje als een maffiatactiek klinkt).

Het eerste deel, waarin Anthony de taalkundige basis voor zijn scenario uiteenzet, was voor mij verreweg het interessantst. Ik ben geen echte linguist, maar heb tijdens mijn studie Engels wel wat over taalkunde opgestoken en ik ben in ieder geval nog steeds een taalgek. Anthony baseert zijn keuze voor een 'thuisland' en de bijbehorende periode op uitgebreid taalhistorisch onderzoek. Aan de gehanteerde onderzoekstechnieken zitten echter de nodige problemen, zoals Colin Renfrew in zijn boek zo helder uiteenzet: glottochronologie is niet bepaald een exacte wetenschap, het gereconstrueerde Indo-Europees is en blijft een puur theoretisch bouwsel, en het is de vraag of je aan de hand van een kunstmatige vocabulaire definitieve conclusies kunt trekken over cultuur en leefomgeving van de eerste sprekers van een taal. Met andere woorden: de basis voor dit boek is een tikje wankel, maar dat geldt in feite voor alle soortgelijke pogingen.

Vervolgens gaat Anthony uitgebreid aan de slag om een archeologische onderbouwing van zijn stelling te vinden, waarbij het domesticeren van het paard een centrale plaats inneemt. Dit resulteert in honderden bladzijden over (voornamelijk) grafvondsten, die voor een niet-archeoloog als ik moeilijk te interpreteren zijn. Het oogt allemaal wel degelijk, voor
zover ik het kan beoordelen, alleen het leest niet zo boeiend (maar dat ligt volledig aan mij).

Wie dit onderwerp net zo fascinerend vindt als ik, zou ik willen aanraden eerst het boek van Renfrew te lezen, vooral omdat hij zo'n uitstekende en leesbare uiteenzetting geeft van de problemen die gemoeid zijn met onderzoek naar de oorsprong van het Indo-Europees. Wie daarna nog steeds geboeid is, zou vervolgens zeker het boek van Anthony moeten lezen, want ook hij doet een lovenswaardige en serieus te nemen poging om het 'thuisland' te vinden van de taal die tenslotte ook de oorsprong is van onze eigen taal.

NASCHRIFT 2018 Inmiddels heeft historisch DNA-onderzoek een onverwacht helder licht op deze zaak geworpen: lees hier mijn bespreking van een zeer interessant boek over dat onderwerp, als je wilt weten of David W. Anthony gelijk had of er naast zat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten