maandag 1 juni 2009

Hollywood en de mythes van het Wilde Westen

Guy Vanderhaeghe,
The Englishman's Boy (Canada 1996)

Roman, 333 pp.
Niet in het Nederlands verkrijgbaar


Jarenlang had ik dit boek in de kast staan, me afvragend waarom ik het ooit gekocht gehad. Een "literaire western". Dat moest wel bijna een contradictio in terminis zijn. Dom van mij, want nu snap ik niet dat ik het niet al veel eerder heb gelezen. Dit is namelijk een indrukwekkend boek.

Vanderhaeghe weet twee verhaallijnen zodanig door elkaar te weven dat ze allebei even spannend en boeiend zijn, allebei naar een climax toewerken en elkaar versterken door een contrapuntachtige compositie met echo's en parallellen. Niet opvallend origineel natuurlijk - John Fowler en A.S. Byatt bedienden zich van hetzelfde stijlmiddel in The French Lieutenant's Woman en Possession - maar wel heel goed gedaan.

In de ene verhaallijn is het 1873 en volgen we een dertiental gewapende mannen van Montana naar Canada, waar ze de paarden die Indianen van een stel wolvenjagers hebben gestolen terug willen halen. Desnoods met geweld. Eén van de ruiters is the Englishman's boy van de titel: een armoedige 16-jarige jongen die het hulpje was van een Engelse toerist. Deze Engelsman is zojuist in zijn hotel overleden aan de koorts, waardoor de jongen zonder werk zit. De jongen is ruig opgevoed, maar heeft een rudimentair eergevoel en een soort aangeboren fatsoen. De leider van de posse heeft van geen van beide.

In de andere verhaallijn zijn we in het Hollywood van 1923, een hele andere wereld. Van de cowboys van 50 jaar eerder is niet veel meer over. Ze verdringen zich nu om een baantje als figurant of stuntman, want verder is er geen werk meer voor hen. Titelschrijver Harry Vincent wordt door zijn excentrieke studiobaas Chance op pad gestuurd om één zo'n oude cowboy op te sporen. Shorty McAdoo zou nog tegen de Indianen gevochten hebben en Chance, die zichzelf als een visionair en een kunstenaar beschouwt, ziet een belangwekkende film in zijn verhaal.
"A book invites argument, invites reconsideration, invites thought. A moving picture is beyond thought. Like feeling, it simply is. The principle of a book is persuasion; the principle of a movie is revelation. Martin Luther was converted in a lightning storm, a conversion accomplished in the bowels and not the mind. A lesson for all of us in this business to remember." (p. 107)
Een les die onderbuikkampioen Geert Wilders duidelijk ter harte heeft genomen, maar dat terzijde. Harry laat zich meeslepen door Chances visie en gaat op zoek naar Shorty McAdoo, waarvan de lezer al gauw door krijgt dat hij the Englishman's boy is - of was. Shorty vinden in het leger van afgedankte cowboys valt niet mee, maar na de nodige moeite lukt het toch. Shorty is echter absoluut niet genegen om over vroeger te praten en als hij dat uiteindelijk wel doet, begrijpt Harry waarom. De lezer weet dan nog niet wat er gebeurd is, maar krijgt wel kleine hints, zodat de spanning langzaam opgebouwd wordt.

Het Wilde Westen van Shorty McAdoo kent weinig romantiek, wel de nodige wreedheid. De fatsoenlijke mensen moeten het afleggen tegen de meedogenlozen en wat dat betreft is er niet zoveel veranderd, want hetzelfde overkomt de principiële Harry Vincent in het Hollywood van 1923. Studiobaas Chance blijkt het verhaal van Shorty namelijk voor zijn eigen politieke doeleinden te willen gebruiken, vindt het geen probleem om daartoe wezenlijke feiten te veranderen als hem dat beter uitkomt en helaas wordt aan het eind duidelijk dat mijn eerdere verwijzing naar Geert Wilders niet helemaal willekeurig was.
[...] the myth doesn't need to have any grounds in reality, or have any possibility of being accomplished; it's there to motivate people, provide the impetus for violent action. For violence is the only means of invigorating a degenerate society. (p. 270)
Vanderhaeghe schrijft beeldend, waardoor het ruige landschap sterk tot leven komt en hij creëert een cast van geloofwaardige, driedimensionale personages, zowel in het westen als in Hollywood. Er zit zelfs humor in het boek. Fitzsimmons, de ruwe kleerkast van de gecultiveerde Chance, werkt als komisch contrast, maar is tegelijkertijd een wat onheilspellende echo van de wrede posse-leider uit 1873. Het boek is op de achtergrond een meditatie over de kracht van mythes, over verandering, over macht en onmacht - en is zo inderdaad een western, een spannend verhaal en een literaire roman in één.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten