zaterdag 13 februari 2010

Iemand anders worden kan heel gevaarlijk zijn

W.F. Hermans,
De donkere kamer van Damokles (Nl 1958)
Roman, 334 pp.


Volgens de omslagtekst is dit vooral een spannende oorlogsroman en dat is het zeker. Er is een film van gemaakt, die ongetwijfeld ook heel onderhoudend en spannend is. Maar het boek heeft meer te bieden dan alleen een spannend verhaal. Onder de plotlaag heeft Hermans thema's als identiteit, waanzin, en echo's van Kafka verborgen.

Hoofdpersoon Henri Osewoudt is de bijna archetypische antiheld: vader al vroeg verloren (vermoord door gestoorde moeder), altijd onder de maat gebleven (een halve centimeter te klein voor militaire dienst), dun kleurloos haar, geen baardgroei en een hoog vrouwelijk stemmetje. Hij heeft het idee om ooit nog iets van zijn leven te maken al vroeg opgegeven, trouwt met zijn onaantrekkelijke, veel oudere nicht Ria, doet het sigarenzaakje van zijn vader weer open en neemt zijn krankzinnige moeder in huis. Zijn leven verandert als de oorlog uitbreekt en de Nederlandse soldaat Dorbeck zijn winkel betreedt. Dorbeck is een soort negatief van Osewoudt, dezelfde bouw ("ik heb me uitgerekt voor de keuring"), hetzelfde gezicht, maar dan met zwart haar, baardgroei en een stem als een bronzen klok. Hij vraagt Osewoudt voor hem een paar foto's te ontwikkelen en zo belandt Osewoudt in het verzet. Osewoudt stelt geen vragen, maar doet alles wat Dorbeck van hem verlangt. Want eindelijk is Osewoudt iemand.

'Toen ik hem voor het eerst zag, dacht ik: zoals deze man is, zo had ik moeten zijn. Begrijp je, het is een beetje moeilijk om het uit te drukken, maar ik bedoel zo ongeveer als in een fabriek waar een bepaald voorwerp wordt gemaakt: nu en dan mislukt er een, ze maken een tweede dat goed is en het mislukte exemplaar gooien ze weg . . .
'Alleen, mij hebben ze niet weggegooid, ik ben blijven bestaan, mislukt en wel. Ik heb nooit geweten dat ik het mislukte exemplaar was, totdat ik Dorbeck ontmoette. Toen wist ik het. Toen wist ik dat hij het geslaagde exemplaar was, dat ik in vergelijking met die man geen reden van bestaan had, dat ik mijzelf alleen aanvaardbaar maken kon, door precies te doen wat hij zei. Ik heb alles gedaan wat hij mij gezegd heeft en dat is heel wat . . . heel wat . . . (p. 176)
Als Osewoudt om aan de Duitsers te ontsnappen zijn haar zwart verft, gaat hij op in Dorbeck, wordt hij als het ware Dorbeck. Zozeer zelfs dat hij voor hem wordt aangezien en in steeds gevaarlijker situaties terecht komt. Tegen het eind van de oorlog krijgt hij Dorbeck nog één keer te zien. Samen staan zij voor een spiegel en daar maakt Osewoudt een foto:
Zo hielden zij zich een seconde doodstil, elkaar aanrakend in de spiegel. Osewoudt hield de sluiter ingedrukt met een gevoel van extase: hij dacht: nu ben ik eindelijk compleet, al is het maar op een foto. De sluiter klikte. (p. 220)
En wat heeft Damokles hier mee te maken? In de Griekse legende is Damokles een kruiperige hoveling in Syracuse die jaloers is op de macht en weelde waarin zijn koning Dionysius leeft. Hij mag één dag van plaats wisselen. Damokles geniet totdat hij aan het van de dag wordt gewezen op het vlijmscherpe zwaard dat permanent aan slechts een paardenhaar boven zijn hoofd hangt. Dan heeft Damokles het wel gehad met de macht en de weelde.

Zo ontdekt Osewoudt als de oorlog is afgelopen dat het misschien wel helemaal niet zo'n goed idee was om voor Dorbeck aangezien te worden. Want was Dorbeck wel een verzetsheld? Was hij misschien niet een dubbelspion? Heeft hij zelfs überhaupt wel bestaan? De wereld van Osewoudt begint tot zijn grote wanhoop steeds meer op die van Kafka te lijken.

Osewoudt is een interessante figuur. Hij roept medelijden op omdat alles hem vanaf het begin tegen zit. Hij roept irritatie op omdat hij het aanvankelijk zo snel opgeeft. Hij roept weerzin op omdat hij geen moreel bewustzijn heeft. En uiteindelijk roept hij weer medelijden op. Is hij een held? Is hij een slachtoffer? Is hij gek zoals zijn moeder of ziet hij de zaken juist heel helder? Een pater stelt hem voor dat hij gered kan worden door goddelijke genade, maar Osewoudt houdt er wat dat betreft een even illusieloos wereldbeeld op na als de atheïst Hermans zelf:
- Wat is de zin van mijn leven, antwoordde Osewoudt, als ik geboren wordt met een vervloeking en die vervloeking alleen maar kan kwijtraken door een genade? Moet ik daarvoor leven: om twee cadeautjes te krijgen die elkaar opheffen, terwijl ik niet om cadeautjes heb gevraagd? Ik heb nergens om gevraagd. Ik heb er ook niet gevraagd om te leven. Ik heb er niet om gevraagd om geboren te worden, ik heb er niet om gevraagd te worden vervloekt bij mijn geboorte, ik vraag er ook niet om te worden begenadigd bij mijn dood. Als er toch voor mij niet anders opzit dan dood te gaan, heb ik trouwens geen genade meer nodig: tegelijk met mijn leven, komt er ook een eind aan mijn vervloeking. (p. 326)
Zo slingert Hermans de lezer voortdurend heen en weer in een roman, die inderdaad een spannend oorlogsverhaal inhoudt, maar die de lezer ook voor een hoop vragen stelt. Heeft Osewoudt goed gedaan of is hij een misdadiger? Wat is schijn en wat is werkelijkheid? Hoe zat het nu echt met Dorbeck? Ik weet het niet.

10 opmerkingen:

  1. Klinkt goed, ik ken het verhaal niet maar ben de complete Hermans aan het verzamelen die nu wordt uitgegeven. Ik heb hem dus nog tegoed. Ken je meer werk van Hermans? Ik ben een fan van zijn beschouwend werk. Ik kan niet met al zijn romans uit de voeten ( De God Denkbaar bijvoorbeeld), maar Conserve en De tranen der acacia's vond ik weer erg mooi.

    groet,

    Koen

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dit boek ligt ondertussen al redelijk hoog op m'n 'binnenkort-te-lezen' stapeltje. Ik ben een Hermans fan (Onder professoren, Nooit meer slapen, Au pair), dus deze moet zeker gelezen worden.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik zit slecht in de Nederlandse literatuur en heb Hermans pas vorig jaar ontdekt, toen ik Nooit meer slapen las (bespreking hier). Nooit meer slapen vond ik nog een tikje beter dan dit boek, ook omdat de onderwerpen mij erg aanspraken:
    a. wetenschap;
    b. een trektocht door de noordelijke rimboe, compleet met lekkende tentjes, beekjes waar je door heen struikelt, en meer van dat soort herkenbaars. Heerlijk gewoon.
    Ook beviel de wat zwartgallige humor mij wel. Echt een aanrader.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ik ben benieuwd naar je bespreking straks!
    Onder professoren moet ik als (import-)Groninger nu ook beslist eens lezen. Dat wordt dus de volgende Hermans.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. De donkere kamer was destijds het eerste 'volwassen' boek wat ik las. Als kind dat gek was op sprookjes had ik het naïeve idee dat verhalen voor volwassenen allemaal waar gebeurd moesten (kunnen) zijn. Dat leek me van een dodelijke saaiheid. Maar dit boek was spannend!!! en geheimzinnig!!! en er gebeurden allemaal onverklaarbare dingen!!! Sindsdien wist ik beter.
    Anders dan Nooit meer slapen heb ik De donkere kamer nooit herlezen, misschien omdat ik bang was dat het zou tegenvallen na die eerste verpletterende indruk. Maar ik heb wel een mooie gebonden uitgave in de kast staan, dus misschien moet ik het gewoon eens doen. Zoals je in je bespreking al aangeeft, haal ik er nu waarschijnlijk veel meer uit dan toen.

    Overigens ben ik het geheel met Koen eens wat betreft De god Onleesbaar. :)

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Je had vast de Kafkaëske echo's er niet uitgehaald op die leeftijd! Vermoedelijk zou het je bij herlezing overkomen als een heel ander boek. Dat had ik tenminste bij The Lord of the Rings: als scholier vond ik het fan-tas-tisch, jaren later (toen ik Tolkien vooral had leren kennen als hoogleraar oudengels) zag ik toch wel dat het hier en daar nogal kitschmiddeleeuws was, vooral die slagveldscènes in deel 3. En ergens vond ik het toen wel een beetje jammer dat ik mijn onschuld als lezer kwijt was ;) Dus: boeken herlezen die je als jongere helemaal het einde vond, kan riskant zijn. Die eerste verpletterende indruk komt nooit weer, alhoewel ik denk dat er in het geval van De donkere kamer juist een hele hoop voor in de plaats komt.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Ik denk het ook. Er zijn boeken die je ontgroeit (in mijn geval bijvoorbeeld Catcher in the Rye, levensgevaarlijk om dat te herlezen) en boeken waar je moet ingroeien, maar de beste boeken groeien met je mee. Ik heb er alle vertrouwen in dat Hermans in die laatste categorie valt.

    (Als 12-13-jarige was ik ook helemaal bezeten van In de ban van de ring. Ik leefde het verhaal helemaal. Ik heb het een jaar of tien geleden herlezen, dit keer in het Engels en nog steeds met plezier, maar de magie was inderdaad wel weg.)

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Ik bezit het hele gangbare oeuvre van W.F.Hermans, verzameld vanaf zijn eerste werk. Behalve ´Nooit meer slapen´en nog een paar romans, geef ik ook de voorkeur aan zijn beschouwend werk. Natuurlijk de Mandarijnen en daarnaast bv ´Scheppend nihilisme´en ´Houten leeuwen en leeuwen van goud.´ en talloze andere werken. Als ik nog een leven erbij kreeg ging ik ze weer allemaal herlezen.

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Ik ben me nooit zo bewust geweest van het beschouwende werk van Hermans, maar na al die tips word ik toch wel erg nieuwsgierig. Ik ga eens kijken wat mijn boekhandel te bieden heeft.

    BeantwoordenVerwijderen
  10. Ik ben me nooit zo bewust geweest van het beschouwende werk van Hermans, maar na al die tips word ik toch wel erg nieuwsgierig. Ik ga eens kijken wat mijn boekhandel te bieden heeft.

    BeantwoordenVerwijderen