Antonia Fraser, The Weaker Vessel: Woman's lot in seventeenth-century England (GB 1984)
Geschiedenis, 530 pp.
Niet in het Nederlandse beschikbaar
Engeland in de zeventiende eeuw was een ander land dan Nederland in die periode. Wij beleefden onze Gouden Eeuw, met ongekende voorspoed en groei, Engeland had een verwoestende burgeroorlog waarin de koning letterlijk zijn hoofd verloor en de Puriteinen de macht overnamen om vervolgens weer het veld te moeten ruimen voor een hedonistische koning met een series maitresses en reeksen bastaarden. Wel kleurrijk. Enfin, dit is het canvas waarop Antonia Fraser het lot van de Engelse vrouwen uit deze tijd schildert.
Omdat ze als historicus aan geschreven bronnen is overgeleverd en arme vrouwen meestal niet konden schrijven en als ze het wel konden er geen tijd voor hadden, komen voornamelijk de adellijke vrouwen en de rijke burgervrouwen aan bod. Daarnaast heeft Fraser vooral gebruik gemaakt van concrete anecdotes en veel minder van algemene schetsen. Dat levert vaak leuke en levendige informatie op. Zo blijkt dat het bijvoorbeeld helemaal geen pretje hoefde te wezen om een rijke erfdochter te zijn, want tien tegen een werd je op je veertiende uitgehuwelijkt aan een veel oudere edelman en desnoods werd daar dwang bij gebruikt. Zo werd Frances Coke, toen ze weigerde te huwen met een psychisch gestoorde burggraaf, door haar vader aan het hemelbed vastgebonden en kreeg ze met de zweep 'till she consented to the Match'.
Arme vrouwen hadden het wat dat betreft wat gemakkelijker: omdat er toch geen geld en macht in het spel was, maakte het niet zoveel uit met wie ze trouwden. Ook trouwden ze meestal veel later en kregen ze minder kinderen, omdat ze zelf hun baby's voedden waardoor ze minder snel weer zwanger raakten. Adellijke dames waren vaak voortdurend zwanger en kregen met gemak tien kinderen of meer, waarvan er overigens bedroevend weinig zelfs maar de kleuterleeftijd haalden.
Over het algemeen was de prettigste staat voor een vrouw in deze tijd die van rijke weduwe. Ze stond niet meer onder het gezag van haar vader of haar man en al haar bezittingen waren ook echt van haar en ze kon er mee doen wat ze wilde. Getrouwde vrouwen hadden geen eigendommen. Alles wat ze in het huwelijk inbrachten werd meteen het bezit van haar man - net als zijzelf.
Scholing kregen de meeste vrouwen amper en dat was een achteruitgang met de voorgaande eeuw, toen er tenminste het lichtende voorbeeld van de intellectueel ingestelde Elizabeth I was. Handwerken, lieve schilderijtjes maken, aangename muziekjes spelen en elegant dansen: meer hoefde een dame niet te leren. Ze moest vooral decoratief zijn. Tijdens de burgeroorlog, toen veel aristocraten gevangen zaten en hun echtgenotes het slot moesten verdedigen tegen aanvallen van de tegenpartij (en dat vaak met succes deden) bleken deze dames heel wat meer in hun mars te hebben, maar na de Restoratie van de monarchie in 1660 gingen de meesten opgelucht weer naar hun borduurwerkjes.
Wel ontstond er in 1660 een geheel nieuw verschijnsel in Engeland: de actrice! Voordien was het vrouwen verboden om op het toneel te staan, nu hief de nieuwe koning dit verbod voor het eerst op en ontstond een hele nieuwe klasse van werkende vrouwen, die het trouwens met de moraal vaak niet zo nauw namen, maar daarmee wel grote bedragen geld aan hun 'beschermheren' wisten te ontfutselen en aldus een bloeiende carrière meemaakten. Verder zat er in deze eeuw weinig progressie in de positie van de vrouw: die was aan het einde ervan nog net zo ondergeschikt als in het begin ervan.
Alhoewel dit boek erg veel boeiende informatie bevat, heeft de aanpak van Fraser het nadeel dat je als lezer al gauw verzandt raakt in de ene anecdote na de andere. Meer nadruk op de grote lijn en op analyse, veel minder voorbeelden die vaak tamelijk inwisselbaar zijn, minder preoccupatie met adellijke titels (zoals hier: "... the zest displayed by Anne Russell, Countess of Bristol, in the exploitation of her wine licence. Sister of William, fifth Earl and first Duke of Bedford, wife of George, earl of Bristol, the Countess was one of those rewarded with a licence to import goods ...", p. 428) hadden dit boek geconcentreerder en leesbaarder kunnen maken. Toch ben ik blij dat ik het na 25 jaar in de kast eindelijk weer eens opmerkte en heb gelezen, want Antonia Fraser (zelf trouwens van adel) is een levendige schrijver die veel van haar onderwerp weet.
Ik heb zelf het boek Marie Antoinette van Fraser gelezen en daar is het eigenlijk hetzelfde. Je wordt met de ene titel na de andere om je oren geslagen. Je moet je door heel wat personages heenwerken voordat je er een beetje in komt. Overigens is het dan wel weer een interessant boek, net als deze lijkt me.
BeantwoordenVerwijderengroet,
Koen
Net zoals Koen heb ik Marie Antoinette van Fraser gelezen. Ik heb ongeveer dezelfde ervaring met het boek, hoewel ik het halverwege wel interessant begon te vinden. Ik hoopte altijd dat het met dit boek beter zou zijn, maar dat blijkt dus niet het geval te zijn.
BeantwoordenVerwijderenKoen en Iris, leuk dat jullie allebei Antonia Fraser kennen. Haar boeken zijn inderdaad even doorbijten. Dat had ik destijds ook met haar biografie van Mary Queen of Scots, wat waarschijnlijk de reden is geweest dat dit boek een kwart eeuw op de plank heeft staan verstoffen. Aan de andere kant heb ik er ook wel een hoop van opgestoken. Misschien dat ik ook nog eens aan Marie Antoinette begin als ik veel tijd heb: zeker een figuur en een periode die me altijd boeien.
BeantwoordenVerwijderen