A Conspiracy of Paper (VS 2000)
Roman, 504 pp.
Ook in het Nederlands verkrijgbaar, als De windhandel.
Uitgebracht in 2000, en achteraf ineens verrassend actueel geworden: hoe hebberige beursspeculanten tweehonderd jaar geleden een enorme beurskrach veroorzaakten in Engeland. Waargebeurd, en de achtergrond voor deze in 1719 spelende spannende roman.
David Liss heeft er een hele originele detective noir van gemaakt. Ken je Raymond Chandlers hardboiled private eye Philip Marlowe in het corrupte en decadente Hollywood van de jaren veertig & vijftig? Zoiets moet je je voorstellen bij Benjamin Weaver: een dievenvanger die in het achttiende-eeuwse Londen moet zien te manoeuvreren tussen de duistere onderwereld en de bovenwereld van corrupte establishmentfiguren. Waarbij het daarbij maar de vraag is, welk wereldje gevaarlijker is.
Benjamin, twintiger, weggelopen zoon van een vrome Joodse beursman, heeft tot nu toe voornamelijk van zijn vuisten geleefd. Na een illegale carrière als struikrover en een legale als prijsbokser, is hij nu een soort bountyhunter geworden. Hij spoort misdadigers op, rekent ze in en levert ze af bij de rechtbank. Geen al te respectabel baantje, maar wel redelijk lucratief. Dan krijgt hij vlak achter elkaar twee bezoekjes. Eentje van een arrogant heerschap dat beweert dat het recente ongeluk waarbij Benjamins vader om het leven kwam helemaal geen ongeluk was en één van wat jovialer heerschap dat wil dat Benjamin een stapeltje papieren opspoort dat hij tijdens een escapade bij een hoer is kwijt geraakt.
Beide bezoekjes lijken niks met elkaar te maken hebben, maar als Benjamin beide zaken verder uit gaat zoeken stuit hij steeds weer op én Jonathan Wilde (een gangster die echt heeft bestaan en zo berucht was dat zijn naam tot in de twintigste eeuw nog huivering opwekte) én de South Sea Company, een groots opgezette handelsonderneming in de geest van onze VOC en WIC. Eigenaardiger nog: hij lijkt verbanden tussen de twee te ontdekken, maar hoe die verbanden er precies uitzien is hem vooralsnog een raadsel. Het probleem is dat Benjamin niks snapt van de financiële wereld waarin zijn vader zich bewoog, maar omdat het erop lijkt dat daar de sleutel tot zijn vaders dood ligt, besluit hij bij te leren en de banden met zijn familie weer aan te halen.
Toen David Liss dit boek schreef, was hij bezig met een proefschrift over de snijpunten tussen achttiende-eeuwse literatuur en de financiële wereld, en het is duidelijk dat hij weet waar hij het over heeft en dat hij gefascineerd is door de toen nog nieuwe aandelenmarkten. Zijn kennis heeft hij naadloos in het verhaal geïntegreerd door zijn hoofdpersoon zich oprecht te laten verbazen over een fenomeen dat toen nog nieuw was, dat wij heel gewoon vinden, dat ten tijde van het schrijven het boek nog de hemel in werd geprezen en dat nu behoorlijk wat imagoschade heeft opgelopen. Zoals iemand Benjamin voorhoudt:
"Don’t you see, Weaver, these financial institutions are committed to divesting our money of value and replacing it with promises of value. For when they control the promise of value, they control all wealth itself. [...] One must invest in the funds these days. Look about you in this coffeehouse. Do you think these men are here out of a love of stock-jobbery? There is no other thing to do with one’s money. Money breeds money, and we are all caught within the spiderweb, even those of us who see it for what it is. We cannot help it."Het is een nieuwe, moderne wereld waarin Benjamin zich nog niet thuis voelt:
The stock-jobber’s coffeehouse turned argument into wealth, words into power, ideas into truth—or something that looked strikingly like truth. I had come of age in an unambiguous world of violence and passions. I felt myself to be among a different species of man now, in a strange and alien land ruled not by the strong but by the cunning and the lucky.Dergelijke beschouwingen geven deze historische thriller, naast de actie die er eveneens rijkelijk plaats vindt, net dat beetje extra, net dat beetje tijdloze actualiteit. Liss schetst bovendien een sfeervol en overtuigend beeld van het Londen van de achttiende eeuw en was met deze roman zo succesvol dat hij zijn proefschrift nooit heeft afgemaakt en inmiddels nog twee boeken met Benjamin Weaver als hoofdpersoon heeft geschreven. De plot van A Conspiracy of Paper is spannend en zeer ingenieus, zo ingenieus en labyrintisch zelfs dat ik nogal eens moeite had om de draad vast te houden. Om die reden vind ik The Coffee Trader van dezelfde schrijver (over de voorouders van Benjamin Weaver in het Amsterdam van de Gouden Eeuw) beter, maar ook A Conspiracy of Paper is een aanrader.
Anna dank je wel . Jouw beschrijvingen van boeken zijn steeds een verademing qua taal en - in een woord - ingenieus door een enorme zeggeningskracht van elk kort stukje dat je publiceert . Ach hadden onze couranten toch zulk een columniste , het zou hen , en ons, veel beter gaan .
BeantwoordenVerwijderenDank je, Leon. Ik doe erg mijn best op mijn stukjes, steek er over het algemeen veel tijd in, maar ben nooit tevreden als ik ze een uur na publicatie terug lees. Gelukkig dat er dan toch nog iemand is die er wel content mee is!
BeantwoordenVerwijderenEen paar jaar geleden las ik The Coffee Trader. Dat vond ik toen wel interessant, maar omdat ik alle personages niet mocht, was het moeilijk me met hen te identificeren.
BeantwoordenVerwijderenWat jammer, Erna. Ik kan me niet herinneren dat ik daar destijds last van had, maar ik vind het meestal wat minder belangrijk om me te kunnen identificeren met één of meer personages, alhoewel het soms inderdaad wel storend als ze allemaal even afschuweljk zijn. Als ik jou was, zou ik dus nooit Money van Martin Amis lezen, want dat heeft echt een verschrikkelijk abjecte hoofdpersoon!
BeantwoordenVerwijderen