zondag 3 juni 2018

Het eindeloze schilderij

Pedro Mairal,
Het verdwenen jaar van Salvatierra (Argentinië 2008)
Novelle, 128 pp.
Vertaald uit het Spaans door Connie Rasink


Zoals wel vaker heeft de Nederlandse vertaling van dit boek een omslagfoto die me lichtjes irriteert. Het is nog niet zo volstrekt idioot als bij dit Iraanse boek, maar het suggereert wel iets dat het niet is. Goed, een rivier speelt een belangrijke rol, maar verder gaat het over een stomme zondagsschilder en zijn kunst, en de lezer lokken met een vrouw die - o la la! - haar rok optilt, vind ik een beetje goedkoop. Dan is het omslag van de Engelstalige editie veel passender en intrigerender. Daar staat een speelse schets van rollen schildersdoek op en dat is waar het over gaat: de vier kilometer aan rollen schilderij die de stomme postbeambte Salvatierra na zijn dood in zijn schuur nalaat en die zijn hele volwassen leven documenteren. Alleen de rol voor het jaar 1961 blijkt te ontbreken. Over de zoektocht naar die rol van zijn zoons (twee grijze muizen van in de veertig) gaat dit boek. Dat suggereert trouwens ook weer iets dat het niet echt is, namelijk een mysterie, terwijl het vooral de liefdevolle zoektocht is van twee zoons die hun stomme vader pas echt leren kennen als ze na zijn dood kennis maken met zijn kunst en er achter komen wat er in 1961 is gebeurd en waarom de rol voor dat jaar niet meer in zijn schuur ligt.

Letterlijk met stomheid geslagen
Er is trouwens niks wereldschokkends met Salvatierra gebeurd in 1961 en de zoektocht van de zoons is ook niet opvallend spannend, daarvoor is het boek te ingetogen en te 'klein'. Salvatierra heeft als kind een ernstig ongeluk gehad (iets met een op hol geslagen paard) en heeft daarna nooit meer gepraat. In plaats daarvan gaat hij schilderen met een doos aquarelverf die hij cadeau heeft gekregen van zijn arts en rond zijn twintigste begint hij aan de rollen schildersdoek, met daarop alles wat hij om zich heen zag en wat hij meemaakte.

Waar andere mensen praten, daar schildert Salvatierra. Sterker nog, het lijkt wel alsof hij vooral geleefd heeft dóór zijn schilderij, alsof de kilometers doek van het leven langs de rivier waar hij woonde al dat leven hebben geabsorbeerd. Tegelijkertijd is het ook een visie op het leven die misschien meer zegt dan honderd gesprekken.
In zijn werk zijn grenzen poreus, is ieder schepsel aan een ander overgeleverd, gevangen in de wreedheid van de natuur. Alles is een prooi. Ook de mens. Salvatierra wilde de indruk wekken dat ieder schepsel dat eenmaal in het werk was opgenomen de plek waar het was geschilderd kon verlaten, zich voort kon bewegen en ergens anders op het doek weer kon verschijnen. Niemand vindt bescherming. Zelfs de taferelen in de beslotenheid van een huis bieden geen beschutting of veiligheid, altijd ligt er iemand in het schemerduister op de loer, of iemand ligt te slapen terwijl de zieke fauna van zijn nachtmerries via de spiegel de kamer binnendringt. Er is geen binnen, er is geen thuis, alles is onbeschut in dat eindeloze territorium van kleuren.
Smokkelaars en dronkenlappen
Het bovenstaande klinkt wllicht als een pessimistische kijk, maar het is eerder een aanvaardende visie: zo is het leven en dat is niet goed of slecht, alleen maar mateloos interessant en vol kleur. Salvatierras zoons maken dankzij hun zoektocht kennis met smokkelaars, dronkenlappen en een onverwacht familielid, en vragen zich misschien te laat af waarom hun eigen bestaan zo grijs is. De verteller, één van deze zoons, ziet zichzelf op één van de doeken onverwacht door het oog van zijn vader en realiseert zich dingen over zichzelf waar hij vroeger nooit bij stil had gestaan. "Mijn vader had weten te vangen wat ik uit mijn handen had laten glippen."

Grenzeloze vrijheid
Aan het eind van het verhaal, als het schilderij weer compleet is en vervolgens weer verloren is gegaan, kijkt de verteller met dat nieuw verworven inzicht ook anders tegen zijn vaders kunst aan. Hij ziet die niet langer alleen als een weergave van de onbeschermdheid van het leven maar als een omarmen van grenzeloosheid:
Nu was alles samengekomen, nu kon het hele werk ononderbroken doorstromen, en ik zat hier met mijn zoon van drieëntwintig die kon zien wat zijn grootvader had gemaakt: dat schilderij dat ons allen omarmde, die ruimte waar schepsels vrij en onbeperkt konden bewegen omdat er nergens een grens was, omdat er geen einde aan kwam, want toen Gastón en ik daar een tijdje hadden gezeten zagen we dat de vissen en de kringen in het water die op de laatste rol stonden, en waarvan wij dachten dat het het einde van het schilderij was, naadloos aansloten bij de kringen en de vissen in het water aan het begin van de eerste rol, die Salvatierra had geschilderd toen hij nog maar net twintig jaar oud was.
Klein maar fijn
Dit was een klein maar fijn boekje, origineel idee, mooi geschreven. Niet een boek dat een verpletterende indruk op me heeft gemaakt, als ik heel eerlijk mag zijn, en evenmin een boek dat ik geboeid heb verslonden, want gek genoeg lijken de schilderingen me interessanter dan het verhaal dat Mairal er over heeft geschreven. Wat op zich ook wel weer een bijzondere verdienste van deze schrijver is: je fictieve schildering zo de show laten stelen dat je lezer er meer geïntrigeerd door raakt dan door jouw verhaal erover.

PS Aarzel niet om je eigen commentaar toe te voegen. Ik stel het zeer op prijs als mensen de moeite nemen om reacties of aanvullingen te plaatsen. Heb je dit boek besproken op je eigen blog? Dan zou het fijn zijn als je een link bij de reacties plaatst.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten