woensdag 15 augustus 2007

Georgië: kruispunt van Oost en West

Je hebt de staat Georgia in de VS, maar je hebt al véél langer de republiek Georgië in de Kaukasus, een land met een zeer oude geschiedenis. Vroeger hoorde het een tijdlang bij de Sovjet Unie, maar zelfs toen had het zijn eigen cultuur en een geheel eigen taal, die niet van Indo-europese oorsprong is en alleen verwant is met enkele buurtalen. Er hoort een eigen alfabet bij, dat ook al nergens anders op lijkt.
Officieel is Georgië deel van Europa (waar het ook graag bij wil horen), maar eigenlijk ligt het op het kruispunt van Azië en Europa. Veel toerisme was er niet de afgelopen jaren, vanwege de instabiele politieke situatie, maar de rust was in 2007 even wedergekeerd en het is een heel bijzonder land om te bezoeken en ik heb het voor altijd in mijn hart gesloten.
Reisgegevens

Periode: juli/augustus 2007
Soort reis: georganiseerde bergwandeltrektocht met bagagevervoer door paarden
Organisatie: SNP
Accommodatie: hotel, gastgezinnen en tenten
Bezocht: o.a.Tbilisi, Telavi, Shenako, Shatili en de Tushetivallei in het Kaukasusgebergte
Weer: heet en droog in de lager gelegen gebieden, koeler (met lekker frisse nachten) in de bergen.
Vier middeleeuwse wachttorens op een bergkam.
Forten en torens

Het Tushetigebied, waar wij rondtrokken, is een afgelegen berglandschap van grote schoonheid en een enorme bloemenpracht, vlakbij de Tsjetsjeense grens. Rebellen zijn we niet tegenkomen, wel zo nu en dan een paar soldaten, waarvan er één stel gewapend met een cameraphone. We kregen de indruk dat ze zich rot verveelden en blij waren met een verzetje. Ze vroegen ons bijna verlegen of ze ons op de foto mochten zetten, wat resulteerde in een prachtig groepsportret van twee soldaten met een heel stel Nederlandse toeristen (hier niet gepubliceerd vanwege privacy-overwegingen).
Dat Georgië met name in de middeleeuwen voortdurend invasies van o.a. Perzen en Mongolen te verduren had, blijkt uit het grote aantal eeuwenoude wachttorens in dit grensgebied (zie foto hierboven en klik hier en hier voor meer torens). Hiermee kon men met vuur- en rooksignalen in zeer korte tijd over grote afstanden de rest van de bevolking waarschuwen, die zich dan met have en goed kon verschansen in één van de mysterieuze versterkte dorpen, die zo uit The Lord of the Rings hadden kunnen komen. In één van die dorpen, Shatili, hebben we de laatste nacht van onze trektocht gelogeerd - in een fortachtig gebouw met schietgaten als raampjes, dikke ruwe muren, scheve vloeren en lage ronde deuropeningen.

Het versterkte dorp Shatili.
Schapen en koeien

Tusheti wordt eigenlijk alleen in de zomer bewoond, door mensen uit lager gelegen gebieden, die hier dan hun kuddes schapen en koeien weiden. 's Winters is het gebied te onherbergzaam en is het zo goed als verlaten. Ook 's zomers is Tusheti alleen te bereiken via een allerbelabberdste weg door het hooggebergte. De schitterende uitzichten maken trouwens veel goed. Elektriciteit is er mondjesmaat, in de vorm van hier en daar een zonnepaneeltje dat net een peertje aan kan drijven. Water wordt in emmertjes bij de dorpsbron gehaald.

Schaapscheerders, die zich gemoedelijk en goedmoedig op de foto lieten zetten.

Sint Joris 

Alles is net een beetje anders in Georgië: de vele kerken en kloosters doen aan de Grieks-orthodoxe kerk denken, maar zijn veel robuuster en eenvoudiger gebouwd, en altijd in de vorm van een Grieks kruis, waardoor de ruimte klein, vierkant, hoog en donker is. De gothiek is kennelijk nooit doorgedrongen tot dit land. De foto hiernaast geeft een goede indruk van een Georgisch kerkgebouw (voor de oriëntatie: je kijkt naar boven, naar het plafondgewelf). Net als in andere Byzantijnse kerken hangen ook hier de muren vol met iconen, die door de gelovigen (vooral vrouwen) intens en heftig worden aanbeden en aangeraakt. Sint Joris (Georgius) is de meest populaire heilige, wat overigens niets met de naam van het land te maken heeft. De oude Grieken noemden de inwoners gemakshalve Georgiërs, wat eenvoudigweg 'landbouwers' betekende. Zelf noemt de bevolking haar land Sakartveli. Landbouw is trouwens nog steeds het voornaamste middels van bestaan.

    Kloosterkerk in Mtskheti
"Kom er gezellig bij!"    
Wijn en wodka 

 De Georgiërs beweren dat ze ooit als eersten ter wereld de wijn hebben uitgevonden. Drinken kunnen ze in ieder geval nog steeds als de besten. De wijn vloeit bij elke maaltijd rijkelijk (vergezeld van frequente en uitgebreide toasts) en ook wodka wordt enthousiast en in grote hoeveelheden achterover geslagen. Op de foto hiernaast worden we om zaterdagochtend 10 uur (!) in een klein dorpje hartelijk uitgenodigd voor een drinkgelag met zelfgestookte drank en zelfgebakken kaasbrood. Zijn dat nou geen vriendelijke en gastvrije mensen?

Tbilisi: ontmoeting van Azië en Europa

In de reis was ook nog een bezoek aan de hoofdstad Tbilisi begrepen, iets waar ik helemaal geen zin in had, want ik was immers gekomen voor een ruige bergtrektocht met veel rust en ruimte. Maar ik moet toegeven dat zelfs ik binnen de kortste keren was gevallen voor de charmes van deze stad. De inwoners van Tbilisi zijn duidelijk op Europa gericht, maar er zijn ook veel Aziatische invloeden. Zo bestuderen veel jonge mensen de oude Perzische cultuur, omdat de schoonheid daarvan goed aansluit bij de Georgische cultuur, en zie je ook gebouwen met uitgesproken Oosterse invloeden. Daarnaast kom je nog hier en daar de onvermijdelijke Sovjetzooi tegen, naast prachtig gerestaureerde juweeltjes, en oude panden die van ellende nog nét niet inelkaar zakken. Overal staan eeuwenoude kerken, met daartussendoor moskeeën en synagoges. Mobieltjes zijn erg populair, evenals naveltruitjes en sjieke restaurants, en je kunt er prima cappuccino drinken.

Straatbeeld in Tbilisi.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten