vrijdag 2 mei 2008
De laatste grote Romeinse keizer
William Rosen, Justinian's Flea: Plague, Empire and the Birth of Europe (VS 2006)
Geschiedenis, 324 pp.
De titel zette me een beetje op het verkeerde been: de pest speelt wel degelijk een rol in dit boek, maar in de eerste plaats is dit "gewoon" een biografie van de zesde-eeuwse Oostromeinse keizer Justinianus, met speciale aandacht voor de rol van de pestepidemie halverwege zijn regeringsperiode. Nu zijn Justinianus en zijn tijd meer dan interessant genoeg voor een heel boek. Justinianus legde bijvoorbeeld de grondslag voor ons huidige burgerlijk recht, hij heroverde een groot deel van het Westromeinse rijk en hij bouwde de Hagia Sophia (nog steeds het beroemdste gebouw van Istanboel, het vroegere Constantinopel).
Daarnaast is het natuurlijk ook interssant dat zijn vrouw een voormalige prostituee was, dat hijzelf de zoon was van eenvoudig boertje uit het huidige Servië, dat zijn generaal Belisarius één van de meest briljante militairen uit de geschiedenis was en dat de secretaris van Belisarius, Procopius, een aantal boeiende histories schreef over zijn tijd, waaronder de pas in de zeventiende eeuw ontdekte Geheime geschiedenis. Kortom: Justinianus was de laatste grote Romeinse keizer en een fascinerende figuur op de overgang van klassieke wereld naar Middeleeuwen.
Rosen begint met een uitgebreide schets van wat er vooraf ging aan de zesde eeuw, geeft dan een zeer leesbare geschiedenis van Justinianus, om halverwege het boek uit te komen bij de pestepidemie die vanaf 540 rond de 25 miljoen doden veroorzaakte, hele dorpen ontvolkte en een groot deel van het maatschappelijk leven ontwrichtte. Rosen zet tevens de medisch/biologische achtergronden uiteen en legt uit waarom de pest waarschijnljk juist op dat moment ontstond.
Het interessantste is natuurlijk de invloed die de epidemie (die tientallen jaren lang keer op keer terugkeerde) op de loop der geschiedenis gehad heeft. De stelling van Rosen is dat de Romeinse en Perzische legers er zo door verzwakt waren dat de Arabieren uit de pestvrije woestijn in de zevende eeuw weinig moeite hadden om het Perziche rijk volledig en het Romeinse rijk gedeeltelijk onder de voet te lopen. Daarnaast legt hij een verband met de opkomst van het "barbaarse" West-Europa, waar het tekort aan arbeidskrachten op het platteland leidde tot arbeidsbesparende innovatie en uiteindelijk tot de welvaart die deze landen in de middeleeuwen en daarna tot wereldmachten zou maken.
Rosen is geen historicus, maar een journalist en staat daarom niet boven zijn stof. Dit boek is derhalve eerder een goed leesbaar dan een indringend geschiedenisboek.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten