maandag 16 februari 2009

Het begin van de renaissancekunst

Robert Paul Walker, The Feud that Sparked the Renaissance: How Brunelleschi and Ghiberti Changed the Art World (VS 2002)
Kunstgeschiedenis, 227 pp.
Niet in het Nederlands vertaald


Florence, eind vijftiende eeuw: er wordt al honderd jaar aan de nieuwe kathedraal gewerkt, maar hij is nog lang niet klaar. Dergelijke publieke werken worden uitgevoerd in opdracht en voor rekening van de oppermachtige gilden, en als daar het geld tijdelijk op is, bijvoorbeeld door weer een kostbare oorlog, stagneert het werk. Zodra echter de handel weer opbloeit, willen de gildes maar wat graag laten zien hoe rijk ze zijn. Oudste en rijkste en machtigste gilde is ate van de kooplieden, de Calimala, die in de winter van 1400-1401 een prijsvraag uitschrijft voor een ontwerp voor nieuwe bronzen deuren voor het Baptisterium, op dat moment de voornaamste kerk van de republiek Florence. De belangrijkste inzendingen komen van twee jonge kunstenaars: notariszoon Filippo Brunelleschi en Lorenzo Ghiberti, goudsmid net als zijn vader. Die van Brunelleschi is het meest vernieuwend, die van Ghiberti het meest elegant. Ghiberti krijgt de lucratieve opdracht, mogelijk mede vanwege zijn charme en zijn vaardigheid zichzelf te verkopen. Ghiberti zal de komende jaren aan de bronzen deuren werken, Brunelleschi druipt waarschijnlijk (helemaal zeker is het niet) af naar Rome, met de jonge Donatello, die de beroemdste beeldhouwer van zijn generatie zou worden.

Volgens Brunelleschi's latere biograaf struinden de twee in Rome, op dat moment nog een stad in verval, alle monumenten uit de klassieke oudheid af, legden die stuk voor stuk vast in tekeningen en keerden vol nieuwe ideeën terug in Florence. Daar legden ze de basis voor de eerste realistische kunst sinds het ineenstorten van het Romeinse rijk. Waar Ghiberti nog beïnvloed werd door de heersende Gotische stijl en langgerekte en enigszins gestileerde figuren maakte, waren de beelden van Brunelleschi een wonder van realistische dynamiek.

Maar Brunelleschi ging verder. Wéér stonden hij en Ghiberti tegenover elkaar in een prijsvraag, nu in een die betrekking had op de kathedraal - maar dit keer ging de opdracht naar Brunelleschi. Hij mocht de oplossing vinden voor de constructie van de grootste en mooiste koepel die ooit in de wereld was gebouwd. Een halve eeuw eerder was de koepel al bedacht als kroon op de nog steeds in aanbouw zijnde kathedraal, maar niemand wist echt hoe men zo'n enorme koepel kon bouwen, zonder dat alles in elkaar stortte.

Middeleeuwse bouwmeesters waren geen architecten zoals wij die kennen, maar werkten volgens de trial and error-methode, waarbij nooit erg zeker was hoe de bouw zou uitpakken. Brunelleschi was de eerste bouwmeester die bouwtekeningen maakte. Het zou decennia duren voordat zijn koepel af was (en een groot succes werd), maar wat vooral zo belangrijk is, is dat Brunelleschi tijdens en door het maken van de bouwtekeningen de regels van het eenpuntsperspectief ontdekte en formuleerde. Diepte was altijd afwezig geweest in de middeleeuwse schilderkunst; nu werd ze dankzij Brunelleschi's ontdekking voor het eerst toegepast in de schilderijen van plaatsgenoten, en de schilderkunst zou nooit meer hetzelfde zou zijn. Het was een revolutionaire ontwikkeling - minstens even revolutionair als de hernieuwde belangstelling voor de realistische weergave van het menselijk lichaam en het landschap. Plotseling gingen de schilderijen er verrassend modern uitzien.

Toen Ghiberti en Brunelleschi rond het midden de vijftiende eeuw overleden, was Florence van een middeleeuwse stad geworden tot het middelpunt van de nieuwe renaissancekunst. Nog steeds staat daar Brunelleschi's machtige koepel en miljoenen toeristen vergapen zich nog steeds aan de oogstrelende bronzen deuren van Ghiberti.

Walker heeft een boeiend verhaal gemaakt van de concurrentie tussen deze twee kunstenaars, dat nog interessanter was geweest als er meer aandacht voor de kunsthistorische achtergrond was geweest. Daaraan kun je merken dat Walker geen kunsthistoricus is, maar journalist. Niet dat het verhaal niet in een kunsthistorisch perspectief wordt gezet, maar het had breder gekund, met ook aandacht voor wat er buiten Florence gebeurde, en met meer diepgang. En meer plaatjes was ook geen overbodige luxe geweest.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten