vrijdag 20 maart 2009

Voor meer begrip en groter leesplezier

John Mullan,
How Novels Work (GB 2006)
Literatuurkritiek
Niet in het Nederlands vertaald


In een grijs en nogal wazig verleden heb ik ooit verscheidene jaren college gehad over het lezen en interpreteren van romans, maar in mijn herinnering gebeurde dat niet heel systematisch. Het ging meer van: "hier is de lijst met verplichte romans, zorg dat je ze leest, probeer er iets over te zeggen op de werkcolleges en bij het tentamen zien we wel of je er iets van gesnapt hebt." Ik heb die tentamens op de een of andere manier wel allemaal moeiteloos gehaald, ik heb goed close reading geleerd en ook best van alles opgepikt over vertelperspectief enzo, maar ik zou de kennis daarover toch graag eens op een rijtje zetten. Of misschien is dat destijds wel degelijk gebeurd, maar is dat door algehele aftakeling mijnerzijds volledig weggezakt - in welk geval het hoog tijd werd om alles weer eens op te diepen.

En zo stuitte ik ergens vorig jaar op dit boek van John Mullan, een Londense literatuurhoogleraar én columnist voor The Guardian - iemand derhalve met een uitgebreide kennis van de romanliteratuur én een toegankelijke schrijfstijl, die de beginselen van romaninterpretatie op een prettige en overzichtelijke wijze uiteenzet. Het eerste hoofdstuk heet Beginning en het laatste heet Ending, met daartussenin recht-toe-recht-aan titels als bijvoorbeeld People, Genre, Voices en Style.

Mullan bespreekt al zijn onderwerpen aan de hand van concrete voorbeelden. Soms zijn dat klassiekers uit de achttiende eeuw (zijn specialisatie), maar meestal zijn het recente romans, waaronder verrassend veel van mijn persoonlijke favorieten, zoals Last Orders van Graham Swift, Disgrace van J.M. Coetzee, The Curious Incident of the Dog in the Night Time van Mark Haddon, The Crimson Petal and the White van Michel Faber, cloudAtlas van David Mitchell en The Corrections van Jonathan Franzen. Maar ook Ruth Rendell en Patricia Highsmith komen uitgebreid aan bod en er wordt zelfs een onderdeeltje gewijd aan de het gebruik van merknamen in James Bond-verhalen.

Mullan maakt met zijn voorbeelden de technieken zichtbaar waarvan een goede romanschrijver zich bedient zonder dat dit al te veel in de gaten loopt voor de lezer. Hij legt onder andere uit wat voor rol het weer speelt in McEwan's Atonement, met wat voor effect dialect en dialoog worden gebruikt in Swift's Last Orders, hoe Martis Amis en Charles Dickens allebei op hun eigen manier meesters zijn in het hanteren van de hyperbool en waarom het gebruik van de tegenwoordige tijd bijdraagt aan het onbehaaglijke gevoel van onbestendigheid in Coetzee's Disgrace. Zaken die ik tijdens het lezen van deze romans niet altijd even bewust had geregistreerd, maar die het begrip en daarmee het leesplezier zeker vergroten.

Ik denk (of verbeeld me, in ieder geval) dat ik door dit boek een iets betere en oplettender lezer ben geworden, die meer uit een roman kan halen dan voorheen en daardoor meer plezier aan het lezen ervan en het schrijven erover zal beleven. Van harte aanbevolen voor iedereen die meer aan een roman wil beleven dan alleen het spannende verhaal of de herkenbare personages.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten