dinsdag 12 oktober 2010

Spion, avonturier en talenwonder

Ilija Trojanow,
The Collector of Worlds (Duitsland 2008)
Roman, 444 pp.
vertaald uit het Duits door William Hobson
Nederlandse titel: De werelverzamelaar


Wedden dat iedereen bij de naam Richard Burton meteen denkt aan de acteur die met Liz Taylor was getrouwd? Maar er was nog een beroemde Richard Burton, een negentiende-eeuwse spion, avonturier en ontdekkingsreiziger die de Khama Suthra en andere exotische erotische literatuur vertaalde en daarmee een schandaal veroorzaakte in het preutse Engeland. Deze Richard Burton (Sir Richard Francis Burton om volledig te zijn) is de inspiratie voor The Collector of Worlds van de oorspronkelijk uit Bulgarije afkomstige, in het Duits schrijvende Ilija Trojanow.

Trojanow heeft er geen recht-toe-recht-aan portret van gemaakt. Hij heeft drie heel verschillende episodes uit het leven van Burton geplukt en elke episode, die op zich weer uit korte fragmenten bestaat, wordt steeds vanuit twee gezichtspunten verteld: dat van Burton en dat van respectievelijk:
  • zijn Indiase bediende Naukaram, die er na jaren nog steeds niet uit is voor wat voor man hij nu heeft gewerkt; 
  • drie Arabisch/Turkse hoogwaardigheidsbekleders die moeten beslissen of zijn clandestiene pelgrimstocht naar Mekka niet een dekmantel voor spionage was; 
  • de voormalige slaaf Sidi Mubarak Bombay die hem gidste op zijn expeditie naar de bronnen van de Nijl.
Deze techniek had gemakkelijk kunnen resulteren in een warrige lapjesdeken, maar Tojanow beheerst zijn vak zo goed dat het in plaats daarvan een glinsterend mozaïek is geworden.

We ontmoeten de raadselachtige Burton voor het eerst als jonge officier in India, in1842. Hij is naar India gekomen om te ontsnappen aan het benauwende Engeland waar hij van de Universiteit van Oxford is getrapt, maar ontdekt al gauw dat het leger net zo verstikkend  is als het leven dat hij heeft achtergelaten. Burton houdt echter van gevaar, leert de plaatselijke taal, vermomt zich als Indiër en mengt zich met succes onder de plaatselijke bevolking als één van hen. Zijn meerderen weten aanvankelijk niet wat zij met deze rare snuiter aan moeten: "This Burton had far too individual a mind to get ahead in the army. He was one of those soldiers you should either promote to general immediately or discharge" (p. 94). Ze zetten hem dus maar in voor undercover operaties, waarin hij zich kan onderdompelen in de Indiase cultuur en de spanning en sensatie kan ondergaan die hij zo nodig heeft.

Maar het is hem in de visie van Trojanow om meer dan alleen adrenaline te doen.

'If I assume somebody's identity, then I can feel what is's like to be him.'
'You're deluding yourself,' said the teacher. 'You don't take on his soul with your disguise.'
'No, of course not. But I do his feelings, because they're determined by how others react to him, and I can feel that.' [...]
'You can disguise yourself as much as you want but you'll never learn what it's like to be one of us. You can take off your disguise at any time: that's always there for you as a last resort. But we are imprisoned in our skin. Fasting is not the same as starving.' (p. 176-7)
Desondanks blijft Burton exotische werelden verzamelen. In 1853 gaat hij vermomd als Moslim (waarvoor hij zich zelfs heeft laten besnijden) op pilgrimstocht naar Mekka. Niemand heeft serieus argwaan totdat hij in 1855 een boek over zijn tocht publiceert en uitkomt dat een ongelovige (of heeft hij zich toch bekeerd?) naar het heilige der heiligen van de Islam is geweest.

Als we Burton voor de derde keer ontmoeten is hij samen met landgenoot John Hanning Speke voorbereidingen aan het treffen voor een expeditie die de bronnen van de Nijl in Centraal-Afrika moet ontdekken. Het wordt een gruwelijke maar succesvolle tocht, die van extra perspectief wordt voorzien doordat we het verhaal ook horen uit de mond van gids Sidi Mubarak Bombay, die als oude man terugblikt. Ook voor hem blijft Burton een raadsel. "Bwama Burton was driven by djinns [boze geesten] no one else knew, djinns he couldnt explain to anyone" (p. 384).

Burton trouwde uiteindelijk met een katholieke vrouw en werd misschien katholiek, maar ook dat is niet zeker. De praktisch ingestelde bischop van Triëst waar hij stierf, hield het er maar op dat hij een soort ere-Katholiek was en dat zijn visie op het leven inhield

"[t]hat we want to search of course but under no circumstances find. That's exactly what he did all his life, he told me. He searched everywhere, whereas most people are happy just to look in the same pot. Having said which he looked me frankly in the eye. Somewhat mischievously, I have to say." (p. 444)
Wat dit boek uiteindelijk vooral tot een succes maakt, is de humor in de passages van de Indiase bediende Naukaram, de machtsstrijd tussen de Arabische hoogwaardigheidsbekleders en de verhalen van Sidi Mubarak Bombay. Met name erg vermakelijk zijn de kibbelende gesprekken tussen Naukaram en de ingehuurde brievenschrijver die Naukarams verhaal op schrift stelt en daarvan stiekem een literair meesterwerk probeert te maken terwijl hij tegelijkertijd de arme Naukaram zoveel mogelijk roepies probeert af te troggelen. Trojanow heeft duidelijk een heel goed oor voor dialoog en relativeert in één moeite door de gebeurtenissen en de persoonlijkheid van Burton. Ik mag dat wel.

2 opmerkingen:

  1. Hoi Anna, volgens mij heeft Richard Burton ook de vertellingen van duizend-en-een-nacht vertaald in het Engels compleet met allerlei noten over het sexleven van de Oosterse mens/

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Klopt, en dat werd hem door velen van zijn tijdgenoten niet in dank afgenomen. Wat dat betreft was de man zijn tijd ver vooruit.

    BeantwoordenVerwijderen