zaterdag 15 januari 2011

Wie vermoordde de dictator?

Mohammed Hanif,
A Case of Exploding Mangoes (Pakistan 2008)
Roman, 295 pp.
Nederlandse titel: Een kist ontploffende mango's


Op 17 augustus 1988 stapte generaal Zia-ul-Haq, dictator van Pakistan, in zijn presidentiële vliegtuig om er even later in heel veel stukjes weer uit te vliegen. De kist werd opgeblazen en tot op de dag van vandaag is niet duidelijk wie er achter deze aanslag zat of zelfs hoe die werd uitgevoerd. Mogelijk was er sprake van giftige gassen, maar dat is slechts speculatie. Een mooi onderwerp voor een roman dus, want de schrijver kan lekker zelf gaan invullen.

Op de omslag wordt dit boek een politieke trhiller genoemd, maar dan denk ik toch meer aan een verhaal à la David Baldacci, terwijl dit veel eerder een satire is - van de ingewikkelde soort wel te verstaan, want je moet je hoofd er behoorlijk goed bijhouden om uit te vogelen hoe het nu eigenlijk in elkaar zit. Maar dan word je wel beloond met een exuberant, ingenieus verhaal dat spits en geestig is geschreven.

Hanifs ik-figuur is de jonge luchtmachtinstructeur Ali Shigri, zoon van ene wijlen kolonel Shigri, die onder verdachte omstandigheden zelfmoord pleegde. Ali's relaas wordt steeds afgewisseld met het verhaal van de laatste dagen van generaal Zia, in dit boek een paranoïde godsdienstfanaat die door zijn vrouw uit de slaapkamer is verbannen. Zia heeft de gewoonte om regelmatig de Koran op willekeurige plaatsen open te slaan en daaruit af te leiden wat God voor hem in petto heeft. Op een ochtend gaat het mis: hij krijgt twee keer achterelkaar dezelfde onheilspellende passage over Jonas in de walvis en wordt prompt paranoïde in het kwadraat. Niet helemaal zonder reden, want er is een lange lijst van mensen die hem dood willen hebben. Hij besluit zich te verschansen in de presidentiële woning en als hij dan op de nationale feestdag wel acte de présence moet geven, gaat dat onder de meest rigoreuze veiligheidsmaatregelen.
The parade was being held under Code Red and even an uninvited bird trying to inade the airspace above it would find itself the target of a sharpshooter. Zia had gone through all the lists of invitees himself, taking out all the unfamiliar names. Then Brigadier TM had crossed out all the names of people who in the distant past might have been related to someone who might have said something negative about General Zia's moustach or his foreign policy. (p. 192)
Zia wordt geportretteerd als een van de werkelijkheid vervreemde figuur wiens idool Nicolae Ceauşescu is. Eén van de meest geslaagde passages is die waarin hij op een avond besluit om net als de Roemeense dictator incognito het land in te gaan, daartoe de fiets van de tuinman vordert en gewikkeld in de oudste hoofddoek van zijn vrouw de poorten uitpeddelt, waar hij tot zijn bevreemding op een immens brede boulevard uitkomt, die alleen aangelegd is ten behoeve de tanks en zware artillerie van de jaarlijkse Nationale Parade, en op dit moment dus volledig verlaten is.
When he had covered about half a mile without seeing a single person, a strange feeling began to set in: what if he was ruling a country without any inhabitants? What if it was a ghost country? What if there really was nobody out there? What if all the statistics from the census that said one hundred and thirty million people lived in the country, fifty-two per cent women, forty-eight per cent men, ninety-eight per cent Muslim, was all simply the work of his overefficient bureaucrats? What is everybody had migrated somewhere else and he was ruling a country where nobody lived except his army, his bureaucrats and his bodyguards? (p. 223)
Intussen ondervindt Ali direct en indirect wat het is om in een dictatuur te leven waar het militaire regiem je elk moment in de gevangenis kan gooien en je daar zonder opgaaf van reden voor onbepaalde tijd kan vasthouden om je met Philips strijkijzers te bewerken.

Het contrast tussen het portret van Generaal Zia als ietwat lachwekkende Islamfanaat met achtervolgingswaanzin en de realiteit van het gewelddadige en onderdrukkende regiem dat hij vertegenwoordigde, zorgde bij mij soms voor wat ongemak. Ook de ingewikkelde escapades van ik-figuur Ali Shigri maakten het boek zo nu en dan een tikje moeizaam, maar dat neemt niet weg dat Hanif een originele en vermakelijke pen heeft en de plot toch wel zo knap in elkaar heeft gestoken dat alles uiteindelijk  verrassend goed klopt. Terecht daarom dat het op de longlist voor de Man Booker Prize kwam, waar het werd omschreven als een "playful and bold debut" and "a whirlwind of a novel that marks the arrival of a new talent".

Geen opmerkingen:

Een reactie posten