vrijdag 18 maart 2011

Holmes en Russell (en een beetje Watson)

Laurie R. King,
The Beekeeper's Apprentice (VS 1994)
Roman, 384 pp.
Nederlandse titel: De leerling van de bijenhouder, of over het afzonderen van de koningin


Dit klinkt een beetje fout: een spin-off van de Sherlock Holmesverhalen waarin Sherlock bijen houdt op het platteland, zich een ongeluk verveelt en een vijftienjarig weesmeisje onder zijn hoede neemt om haar op te leiden tot zijn assistente. Blèh. Leek me niks. Charmant genoeg nam schrijfster Laurie R. King mij in een (nep)"Editor's Preface" tot dit boek (dat gepresenteerd wordt als een onverwacht en uit onbekende hoek opgedoken manuscript) meteen de wind uit de zeilen:
The first thing I want the reader to know is that I had nothing to do with this book you have in your hand. Yes, I write mystery novels, but even a novelist’s fevered imagination has its limits, and mine would reach those limits long before it came up with the farfetched idea of Sherlock Holmes taking on a smart-mouthed, half-American, fifteen-year-old feminist sidekick. I mean, really: if even Conan Doyle hungered to shove Holmes off a tall cliff, surely a young female of obvious intelligence would have brained the detective on first sight.
Een schrijver met zelfspot! Altijd goed. En damn, het werd inderdaad een leuk boek. Niet voor de fanatieke Sherlock Holmesfans vermoedelijk, want hun held is hier wel een wat ander personage geworden: Sherlock is hier zowaar bijna menselijk. En Mary Russel, de ik-persoon, is niet bepaald een Watson: integendeel, zij en Holmes zijn qua intelligentie behoorlijk aan elkaar gewaagd en daarnaast heeft Mary ook nog eens een scherpe tong en een grote mond. Het beste is het daarom om deze boeken (want het is inmiddels een hele serie) op hun eigen merites te beoordelen en ze niet teveel te vergelijken met de boeken van Arthur Conan Doyle. Wie dat doet, gaat een genoeglijke leeservaring tegemoet.

Als de twee elkaar aan het begin van de Eerste Wereldoorlog in Sussex ontmoeten is Sherlock aan het wegkwijnen op het platteland en probeert Mary, die onlangs ouders en broertje heeft verloren bij een auto-ongeluk, zoveel mogelijk haar zure tante te ontlopen. Mary is een slungelige, jongensachtige boekenwurm en zij en Sherlock zijn al gauw beste maatjes die elkaar Holmes en Russell noemen. 

De eerste hoofdstukken zijn een inleiding op de rest van het boek. Mary spendeert een hoop tijd bij Holmes en zijn huishoudster Mrs. Hudson, maakt kennis met Dr. Watson ("a sweet bumbly man") en wordt door Holmes ingewijd in de geheimen van het detectiewerk en het logisch redeneren. Mary  krijgt de kans om een beetje te oefenen op wat eenvoudige zaakjes, maar op een gegeven moment - als zij inmiddels in Oxford studeert - is het menens. Een echte en verrekt lastige zaak, met een meedogenloze en levensgevaarlijke tegenstander in de ware Sherlock Holmes-traditie, dient zich aan.

De wereld uit de verhalen van Arthur Conan Doyle wordt door King lekker brutaal gekopieerd en gefeminiseerd, maar het boek is er niet minder onderhoudend of spannend of intelligent om. Heerlijk  ontspannend leesvoer. Een volgende roman in deze serie staat inmiddels al op mijn eReader.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten