zaterdag 9 april 2011

Goden en rituelen

Kim Knott,
Hinduism A Very Short Introduction (GB 1998)
Religie, 160 pp.


Volgens de mij ter beschikking staande statistiekjes is in Nepal 90% van de bevolking Hindoe, wat een mooie aanleiding was om vóór mijn reis daarnaartoe wat meer te weten te komen over het Hindoeïsme. Voor een inleiding in het Boeddhisme had ik eerder de plank enigszins misgeslagen, maar dit boekje voldeed gelukkig wel aan de verwachtingen en het was nog beschikbaar als eBoek ook. Lang leve de Very Short Introductions van Oxford University Press.

Hindoeïsme is voor een buitenstaander minstens even onoverzichtelijk als het Christendom met zijn al zijn stromingen (Katholicisme, Protestantisme inclusief oneindig aantal afsplitsingen en afsplitsinkjes, de diverse Oosters-orthodoxe kerken). Want, zoals de schrijfster duidelijk maakt:
it also offers a variety of different philosophical approaches, thousands of deities and their associated mythology and iconography, and innumerable ritual practices.
Een zekere overeenkomst met de Europese en Middenoosterse godsdiensten is dat de Hindoes net als Jodendom, Christendom en Islam zeer oude heilige geschriften heeft (de Veda's, waarvan de oudste waarschijnlijk 3500 jaar oud zijn), die net als het Oude Testament en de Koran worden gezien als goddelijk geopenbaard en daardoor eeuwig en onveranderlijk. Deze geschriften houden zich vooral met rituelen en offers bezig. Daarnaast zijn er nog andersoortige geschreven heilige bronnen, zoals de Upanishad, die meer filosofisch en mystiek getinte teksten bevatten. Maar net zo'n belangrijke rol spelen traditionele gebruiken en regels. Dharma is daarin een kernbegrip, dat zoiets betekent als 'plicht, waarheid, wet'. Die plicht ten opzichte van de diverse goden speelt een centrale rol: door de juiste leefwijze en de juiste offers moeten de goden gunstig worden gestemd.

Wat mij goed beviel aan dit boekje, maar wat sommige anderen als een kritiekpunt zien, is dat het niet enkel en alleen een encyclopedisch overzicht van goden en gebruiken geeft (daar hebben we Wikipedia wel voor), maar daarnaast en vooral een beschouwing is van wat het betekent om Hindoe te zijn: de plaats van de onaanraakbaren, van vrouwen, van geëmigreerde hindoes. Wat ook prettig was, is dat Knott net als ik een buitenstaander is en daarom de vinger legt op zaken die juist voor westerlingen moeilijk te begrijpen, zoals de grote verwevenheid van godsdienst met het maatschappelijke leven. Hindoeïsme is in die zin veel meer dan een religie, maar vooral een manier van leven. Je kunt het kastensysteem of een instituut als de (inmiddels verboden) weduwenverbranding bijvoorbeeld onmogelijk los zien van de godsdienst en van het eerder genoemde dharma: dit is de ordening die door de goden is opgelegd en om de orde en het welzijn van de maatschappij te bewaren kan er niet zomaar aan getornd worden. Reinheid (in figuurlijke zin) speelt daarin een belangrijke rol.
De grondslag van het Hindoeïsme deed mij voorts wel denken aan het motto van het Romeinse veelgodendom: do ut des (ik geef opdat jij geeft). Voer de juiste rituelen uit, geef de juiste offers en de goden zullen je welgezind zijn.
Ritual, myth, and ethics are important, but belief is of less significance, there being no core creed and few common teachings. But there might also be things intrinsic to Hinduism that just don't show up in a comparison with Christianity. For example, Hinduism extends into the complex socio-religious system of caste and the varied popular practices which, in Christian terms, constitute magic and superstition rather than religion.



Klik op foto voor vergroting
Een voorbeeld van deze veel andere rol van religie in het leven in Nepal troffen we onderweg aan. Tijdens een wandelpauze in een dorpje hoorden we vanaf bovenop een heuveltop een wild getoeter en getrommel komen. Er was daar een heiligdommetje en het halve dorp was in processie daar naar toe gelopen, met enkele offerdieren op sleeptouw. Nadat de dieren daarboven waren gezegend door een priester daalde de processie weer af naar het pad, waar we ze even later tegenkwamen. Er werd muziek gemaakt (zie filmpje hierboven - geluid aanzetten bij het afspelen) en de priester was bezig met een offerplaatsje.

Toen werd het doel van het ritueel ook duidelijk: er moesten geld en goddelijke goedkeuring komen voor een uitbreiding van de dorpsschool. Wie geld gaf kreeg een tika op het voorhoofd en een rode rhododendronbloesem achter het oor. Wat zagen we er allemaal prachtig uit en wat voelden enkele van mijn reisgenoten zich bekocht: het hele ritueel zou nep zijn, want alleen bedoeld om toeristen geld uit de zak te kloppen. Denkend echter aan het boek dat ik net had gelezen, heb ik het sterke vermoeden dat deze reisgenoten de plaats van religie in het leven dan de Nepali niet goed hebben begrepen en het hele gebeuren teveel door westerse ogen hebben gezien. Het vragen van geld of gunsten in ruil voor een offer is immers een volstrekt legitieme figuur in de Hindoegodsdienst en het maakt het ritueel er naar mijn mening niks minder authentiek door. Door het ritueel zorgden de goden voor langskomende toeristen die dankzij de goddelijke goedgezindheid welwillend in de portemonnee tastten.

Tot zover deze anekdote die laat zien hoe Kim Knotts boek mij in een kort bestek toch een inzicht in het Hindoeïsme heeft gegeven dat ik anders zeker niet had gehad. Het boekje prikkelde de interesse, het maakte nieuwsgierig en het was inspirerend. Een aanrader.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten