Patrick Leigh Fermor,
Between the Woods and the Water:
From the Middle-Danube to the Iron Gates (GB 1986)
Reisverhaal, 280 pp.
Nederlandse titel:
Tussen wouden en water
Het was het paasweekend van 1934 en Patrick en ik namen tijdelijk afscheid van elkaar op de grens van Slowakije en Hongarije. Ik ging door naar een volgend boek en Patrick bleef alleen achter aan de Slowaakse kant van de Donau met uitzicht op de kathedraal van Eszstergom, waar de inwoners zich opmaakten voor de paasviering. Onlangs voegde ik me weer bij hem en staken we samen de rivier over naar Hongarije en weer werd het, net als
het eerste deel dat ons te voet van Hoek van Holland naar Slowakije voerde, een fantastische reis, deze keer door een nostalgie oproepend Midden-Europa.
|
Het Roemeense kasteel van Hunedoara, dat Fermor als toerist bezoekt (bron: Wikipedia). |
Fermor schreef dit boek 50 jaar na dato en het is daarom in twee opzichten doordrenkt met nostalgie en het gevoel van een verloren wereld. In 1934 teerde de aristocratie van de oude Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie al een tijdje op vergane glorie. Door landhervormingen was ze een groot deel van haar macht kwijtgeraakt en tot overmaat van ramp was het vanouds Hongaarse Transsylvanië na de Eerste Wereldoorlog aan Roemenië vastgeplakt. Bevoorrecht was ze nog wel, de kosmopoliete aristocratie, met haar kastelen, haar bibliotheken, haar titels, haar luisterrijke historie en haar vaak Westerse opvoeding en opleiding. Maar lang had deze klasse niet meer. Slechts weinigen van Fermors gastheren en geliefdes zouden de oorlog overleven, hun levensstijl zou door de communisten grondig vernietigd worden en dat laatste geldt in feite ook voor de kleurrijke plattelandsbevolking, waar de schrijver eveneens mee in contact komt. En toch sprankelt dit boek tegelijkertijd van de levenslust van een negentienjarige die net zo gemakkelijk omgaat met baronnen als met herders.
|
Hongaarse marktvrouwen in 1932 (bron) |
Van Fermors aanvankelijke voornemen om in hooibergen en schuren te overnachten komt in de zomer van 1934 niet zoveel terecht, want dankzij een hele keten van introductiebrieven kan hij een tijdlang grotendeels van kasteeltje naar kasteeltje trekken, waar niet alleen gepicknickt en gefeest wordt, maar waar de schrijver zich ook gretig onderdompelt in de bibliotheken van zijn gastheren en -vrouwen. Fermor deelt mijn fascinatie voor volksverhuizingen, vroegmiddeleeuwse geschiedenis en taalkunde en was hier op vruchtbaar terrein. Hongarije en Roemenië waren (en zijn waarschijnlijk ook nu nog) een krankzinnige lappendeken van etnische groepen, talen en geschiedenissen. Niet alleen zwierven er nog overal zigeuners rond, maar ook waren er op onverwachte plaatsen hele gemeenschappen met Duitsers en Joden, die hier al zolang gevestigd waren dat vaak maar moeilijk exact te achterhalen viel hoe ze hier ooit terecht gekomen waren. Fermor duikt de middeleeuwen in, zoekt op, leest na, speculeert en breng het land niet alleen tot leven in de fysieke zin maar ook in de tijd.
|
Herders op de poesta in 1932 bij het soort put en in het soort kledij dat Fermor regelmatig beschrijft (bron) |
Gelukkig verblijft hij niet alleen bij de wegkwijnende en nu verdwenen adel, maar ook bij schaapherders en zigeuners, wier oorspronkelijke levensstijl na de oorlog eveneens weggevaagd is. Hij pikt met grote leergierigheid wat Hongaars en Roemeens en zelfs wat Roma op en slaagt er altijd om in op de een of andere manier met iedereen te praten en van iedereen wat te leren. In de wouden in de bergen leven nog volop beren, everzwijnen, wolven en lynxen en het is een beetje spijtig dat hij daar niet wat meer tijd heeft doorgebracht.
De schrijver beleeft een glorieuze zomer in het Hongarije en Transsylvanië van toen en wéér laten we hem achter bij de Donau, nu bij de grens met Bulgarije. Tot voor kort leek het erop dat een laatste, derde deel definitief van de baan was, want Patrick Leigh Fermor overleed in 2011 op 96-jarige leeftijd terwijl hij nog bezig was met het op schrift stellen van de laatste etappe van zijn voetreis naar Constantinopel. Maar
lo and behold! onlangs bleek dat twee kenners van zijn werk en leven zijn aantekeningen hebben afgewerkt tot een voltooid boek. Het verscheen in september van dit jaar en werd zeer goed ontvangen. Tot mijn grote vreugde kan ik me straks dus wéér bij Patrick voegen aan de oevers van de Donau, deze keer voor die laatste etappe door vooroorlogs Bulgarije. Wat een mooi vooruitzicht.
PS Aarzel om niet om je eigen commentaar toe te voegen. Ik stel het zeer op prijs als mensen de moeite nemen om reacties of aanvullingen te plaatsen!
Hoi Anna, dit is een boek dat nog bij mij in de kast ligt om gelezen te worden. Mooie recensie! Groetjes, Erik
BeantwoordenVerwijderenHet is een prachtig boek, Erik. Het duurde even voordat ik er echt goed in kwam en aanvankelijk vreesde ik dat ik er niet zo zou van genieten als van het eerste, maar gelukkig werd ik ook nu weer gegrepen door de beschrijvingen en overpeinzingen van deze superieure reisschrijver.
BeantwoordenVerwijderenJa mooi, ik heb ze beide ook nog op (grote) stapel staan. Een paar weken geleden stond er een paginagroot en erg enthousiast artikel in de Volkskrant over Fermor, dit naar aanleiding van de vertaling van zijn biografie door Artemis Cooper, schijnt ook erg goed te zijn!
BeantwoordenVerwijderenArtemis Cooper is één van de twee mensen die het laatste deel van deze drie reisboeken heeft afgemaakt. Haar biografie staat inderdaad hoog aangeschreven en Fermor had zo'n kleurrijk en spannend leven, dat die voor liefhebbers van het genre zeker erg de moeite waard moet zijn. Misschien dat ik me er ook nog ooit eens waag, alhoewel ik zelden nog biografieën lees, in tegenstelling tot vroeger.
VerwijderenHij staat al tijden op mijn wenslijst, jouw schuld ;-) Mooie bespreking! Ik ben trouwens ook weer in de lucht ;-)
BeantwoordenVerwijderenHé. wat leuk dat je weer in de lucht bent, Koen. Ik heb meteen een abonnement genomen!
BeantwoordenVerwijderen