vrijdag 8 mei 2015

De rozentuin

Auður Ava Ólafsdóttir
The Greenhouse (IJsland 2009) 
Roman, 262 pp.
Vertaald uit het IJslands door Brian FitzGibbon
Nederlandse titel: Rosa candida



Voor de goede orde: dit is een sympathiek boek met een lief verhaal. De meeste lezers zijn er veel enthousiaster over dan ik, maar voor mij zijn lief en sympathiek niet genoeg voor een echt goed boek. En dat vind ik deze roman niet. Maar houd er wel rekening mee dat dat waarschijnlijk een minderheidsstandpunt is. Eerst zal ik echter even uitleggen waar het over gaat, om daarna uit de doeken te doen waarom deze roman mij tegenviel.

De verteller, Arnljótur, is een sympathieke maar licht contactgestoorde IJslandse jongeman van 22, die na de plotselinge dood van zijn geliefde moeder een aantal maanden in de visserij heeft gewerkt om genoeg geld bijeen te sparen om zijn droom te realiseren. Hij is net als zijn moeder bezeten van rozen en staat als dit boek opent op het punt om naar het Europese vasteland te vliegen, waar hij als vrijwilliger de beroemde maar zwaar verwaarloosde rozentuin van een afgelegen klooster in oude glorie gaat herstellen. Hij laat in IJsland een dochtertje van 8 maanden achter, maar heeft geen relatie met de moeder (ze hadden slechts een 'half-night stand' tijdens een feestje) en deze Anna, die genetica studeert, heeft aangegeven het kind in haar eentje op te willen voeden. Dan komt er ergens halverwege het boek, als Arnljótur inmiddels druk met de tuin in de weer is, een plotseling telefoontje van Anna dat ze haar scriptie moet schrijven en hun kind graag voor een maand wil onderbrengen bij Arnljótur in het verre land waar hij verblijft.

Klinkt best veelbelovend, niet waar?

Sommige boeken, de echte goede, laten je niet meteen los zodra je ze uit hebt. Ze groeien nog een tijd door in je hoofd, waar ze onverwachte dwarsverbanden leggen en voor nieuwe inzichten zorgen. Met dit boek gebeurde het tegenovergestelde. Zodra ik het uit had, begon het weg te foezelen, en toen ik dieper over het boek na ging denken, bleek er eigenlijk niets te zijn dat mij een Aha-erlebnis gaf. Het boek groeide niet, het kromp. Inmiddels wist ik wel ongeveer waardoor dat kwam. Grootste makke van het boek is dat we ons in het hoofd van een ik-figuur bevinden die ondanks zijn rode haar en zijn passie voor rozen eigenlijk een hele kleurloze persoonlijkheid heeft en over een vertelstem beschikt die net zo kleurloos is. Hij smaakt naar vanillevla. Hij houdt zich, zoals te verwachten valt van een wat onvolwassen jongen die net zijn moeder heeft verloren, vooral bezig met seks en de dood, maar is niet goed in staat om zijn gedachten en gevoelens te uiten. Weinig opzienbarend dus. Het keerpunt komt, als Arnljótur voor zijn baby begint te zorgen. De baby, die op de sterfdag van de moeder werd geboren, overigens. Olafsdóttir maakt het de lezer niet al te moeilijk om de symboliek te spotten, die overal heel dicht aan de oppervlakte ligt en voor weinig verrassingen zorgt.

Een andere grote makke is de onbestemdheid van het hele verhaal. Arnljótur vliegt vanaf IJsland naar een onbenoemde stad in Europa, koopt daar een auto waarmee hij een dagenlange reis maakt door dichte wouden maakt en drie grenzen oversteekt en komt dan aan in een onduidelijk berggebied dat kennelijk niet al te ver van de zee is, vanwege de vis die ze er eten, en waar de mensen een uitstervend dialect spreken. Dat er geen plaatsnamen worden genoemd is niet het ergste, maar dat er zo weinig sprekende details van het landschap worden gegeven is wel jammer. Nergens komt de omgeving tot leven, er is geen sfeer, alles blijft vlak en vaag, net als de meeste personages. De enige die levendig wordt neergezet is de baby, Flóra Sól, maar die is dan weer veel te perfect en te engelachtig om waar te zijn. Ze huilt nooit, ze lacht tegen iedereen, ze slaapt wanneer ze moet slapen, ze eet wat de pot schaft. Ze is zo überschattig dat ze iedereen ontdooit en om haar vinger windt. Net Hollywood.

Niet dat dit boek sentimenteel of kitscherig is. Daarvoor is het te ingehouden en te oprecht. Maar de onbestemdheid irriteert. Zo is het ook onduidelijk wanneer het verhaal speelt. Noch Arnljótur noch Anna heeft een mobiele telefoon; ze communiceren via telefooncellen. Daaruit maakte ik aanvankelijk op dat het verhaal een tijdje geleden speelde, maar tot mijn verbazing waren er verwijzingen naar eenentwintigste-eeuwse films, en dat terwijl toen ik IJsland bezocht in 1995 het land ver voor liep voor wat betreft het gebruik van mobiele telefoons. Waarom communiceren Arnljótur en Anna dan niet gewoon per gsm? Waarom doet Olafsdóttir zo nadrukkelijk onduidelijk over tijd en plaats? Wil ze daarmee een soort universaliteit oproepen? In dat geval is ze daar niet in geslaagd. Het verhaal had eerder aan kracht gewonnen als het eenvoudigweg was verankerd in de eenentwintigste eeuw en in een bepaalde plaats. Dan was ik niet zo afgeleid geweest door het raden van waar en wanneer dit boek zich afspeelt.

Jammer dat The Greenhouse niet voldeed aan mijn verwachtingen. Ik denk ook niet dat een ander boek van deze auteur me wel zou bevallen. Soms geeft een boek een belofte af. Er is dan weliswaar het een en ander op aan te merken, maar je hebt als lezer toch  de indruk dat de schrijver  beter kan, en zich alleen maar verder hoeft te ontwikkelen. Bij Auður Ava Ólafsdóttir heb ik niet die indruk. Ze heeft wat mij niet betreft niet genoeg talent om een echt interessante roman met echt interessante personages af te leveren. Er is te weinig diepte, te weinig originaliteit, te weinig verbeeldingskracht, te weinig overtuiging. Aan de andere kant: vele lezers vonden dit een mooi boek, dus laat je niet automatisch weerhouden van het lezen ervan door mijn bespreking. Leesplezier is voor een deel nu eenmaal domweg subjectief. Lees hier bijvoorbeeld wat Barbara er van vond.

PS Aarzel niet om je eigen commentaar toe te voegen. Ik stel het zeer op prijs als mensen de moeite nemen om reacties of aanvullingen te plaatsen! Heb je dit boek besproken op je eigen blog? Plaats dan s.v.p. een link bij de reacties.

9 opmerkingen:

  1. Ik begrijp jouw argumenten helemaal. Dit is waarschijnlijk echt een kwestie van smaak. Mij sprak de sfeer van het boek juist wel aan en het leest lekker weg.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik heb de bespreking meteen aangevuld met een link naar jouw blog (zie nieuwe laatste zin), zodat aspirantlezers goed kunnen zien wat jou aansprak en zelf hun keus kunnen maken.

      Verwijderen
  2. Ik vrees dat ik me teveel zal ergeren aan het wazige gedoe met tijd en plaats, daar kan ik niet goed tegen, dus ik denk dat dit geen boek voor mij is. Dus dank voor deze bespreking, omdat ik er al wel van had gehoord en het me op zich best mooi leek.
    Ik heb laatst Maar buiten is het feest van Japin gelezen en daar ergerde ik me al aan dingen als 'het volksfeest in de hoofdstad'. Zeg dan gewoon Koninginnedag in Amsterdam, arrgh!

    Groetjes,

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Bettina,ik moest meteen aan jou denken toen ik deze bespreking schreef. Ik weet dat jij dezelfde tic hebt als ik op dit gebied en dat je maar beter niet kunt beginnen aan dit boek.

      Verwijderen
  3. Ankeren! Super belangrijk, ik zou me ook rot ergeren.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ik houd ook niet zo van die onduidelijkheden (werd er bij Harvest ook niet naarstig gespeculeerd over waar en wanneer precies?). Ik houd wel van minderheidsstandpunten, mits goed beargumenteerd en daar ontbreekt het bij jou nooit aan :-)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Bij Harvest hebben vooral Bettina en ik inderdaad ontzettend fanatiek zitten zoeken in welke tijd het nu speelde, maar daar was het veel minder ergerlijk, omdat het boek zo goed geschreven was en zulke interessante ideeën had. Crace kon ik vergeven, Olafsdottir niet, zelfs al leest het boek - zoals Barbara terecht opmerkt - lekker weg.

      Verwijderen