zondag 15 september 2019

Dorestad enzo

Luit van der Tuuk,
De Friezen:
de vroegste geschiedenis van het Nederlandse kustgebied (Nl 2013)
Geschiedenis, 320 pp.


Friesland was groter dan je denkt. Veel groter zelfs. Zo'n tweeduizend jaar geleden noemden de Romeinen het hele gebied langs onze Noordzee - van Zeeland tot Sleeswijk-Holstein -  Frisia, en de Noordzee heette Mare Frisicum. In de vroege middeleeuwen vielen ook de Vechtstreek en Utrecht onder Frisia, en Dorestad (gelegen bij het huidige Wijk bij Duurstede, totdat het door de Vikingen werd verwoest) was een belangrijke Friese handelsplaats. Toen Willibrord in 695 door de paus in Utrecht werd neergepoot om zieltjes te winnen bij de heidenen in het omliggende gebied kreeg hij de titel Archiepiscopus Frisonum, aartsbisschop der Friezen. Verrassend, hè? Daarmee wil ik niet de Friezen opblazen tot een groots en machtig volk, want dat waren ze niet. Maar ik vind het wel leuk om aan te geven dat dit boek over de Friezen in de periode tot 900 na Chr. niet alleen over een provinciaal uithoekje gaat, maar over een groot deel van ons land en dat het daarom niet alleen voor die paar onverstaanbare noorderlingen zoals ik ontzettend interessant is.

Wie zijn de Friezen?
Betekent dit dat een groot deel van ons land zich lang geleden Fries voelde en noemde, of zelfs maar Fries sprak? Dat is zeer de vraag. Natiestaten zijn iets van de laatste paar eeuwen, het begrip etniciteit ook. Grenzen waren vloeiend. Waarschijnlijk waren de bewoners van Frisia in de Romeinse tijd eerder een los-vast stammenverband met gemeenschappelijke culturele trekjes; trekjes die vooral waren ontstaan omdat ze allemaal in een waterig gebied met regelmatige overstromingen woonden en daar hun levensstijl op hadden aangepast. Schrijven deden ze niet, dus we zijn aangewezen op archeologische vondsten en de geschriften van de Romeinen. Het is zelfs niet zeker of de bewoners van het vroegmiddeleeuwse Frisia wel dezelfde waren als die uit de Romeinse tijd, want in de vierde eeuw werd het land steeds wateriger en trokken veel inwoners weg. Toen de overstromingen minder erg werden en het land weer beter bewoonbaar, kwamen er ook weer nieuwe bewoners, volgens Van der Tuuk waarschijnlijk uit Noord-Duitsland en Denemarken. Maar dat blijft vooralsnog enigszins schimmig. Het lijkt er in ieder geval niet op dat het hele gebied ontvolkt raakte, zoals sommige eerdere historici nog wel eens dachten. Mede gezien het feit dat de naam Frisia gehandhaafd bleef, lijkt het er op dat er toch een zekere mate van continuïteit was.

En waar komt die eigengereidheid vandaan?
Van der Tuuk somt niet alleen weetjes en feitjes op, maar analyseert ook. Hij geeft een heel aannemelijke verklaring voor de onafhankelijke opstelling van de bewoners van Frisia, die je zelfs nu nog steeds in de provincie Friesland kunt zien:
"het bewoonbare land was overal versnipperd, waardoor er in heel Frisia tamelijk zelfstandige gouwen voorkwamen. ... Door het tamelijk onafhankelijk functioneren van deze gewesten is Frisia op bestuurlijk gebied lang verdeeld gebleven. ... Bovendien konden heersers van buitenaf vanwege diezelfde versnippering maar moeilijk vat op heel Frisia krijgen."
De Romeinen lukte het om alleen het zuidwestelijk deel te onderwerpen  (het huidige Zeeland en Zuid-Holland) en de Franken lijfden vele eeuwen later uiteindelijk ook de rest van Frisia in, maar heel erg vaste voet aan de grond kregen ook de Frankische heersers niet. De inwoners hadden meer contact en affiniteit met de Denen dan met die lui uit het zuiden en Frisia, vooral de regio die bestond uit het huidige Friesland en de Groninger Ommelanden, bleef altijd een wat apart gebied, met eigen wetten. Maar voor de de Franken was vooral het westelijke deel van Frisia interessant, niet het noordelijke, want daar, langs de Rijn (Dorestad!) en de Rijnmonding lagen de belangrijkste commerciële centra.

Leven en dood op het water
Omdat de bewoners van Frisia altijd en overal omringd waren door waterwegen ontwikkelden ze zich tot uitstekende schippers, en omdat de veelteelt en de moeizame akkerbouw alleen nogal karige middelen van bestaan waren, ontwikkelden ze zich ook tot dé kooplieden van Noordwest-Europa. De Hollandse handelsgeest is hier en toen ontstaan, zoals Michael Pye even later zo onderhoudend zou beschrijven in zijn boek The Edge of the World. Grappig is dat de Friezen nog heel lang schippers en kooplieden zijn gebleven: opvallend veel van mijn eigen voorouders uit de achttiende en negentiende eeuw waren handelende schippers, en in ieder geval twee voorouders zijn in de achttiende eeuw "op het schip" buiten Friesland geboren, eentje in het Groningse Grootegast en een ander zelfs in Emden, in wat toen het graafschap Ost-Friesland was en nu Duitsland. De handel bracht welvaart, maar ook gevaar. Mijn betovergrootvader verdronk in een storm op de Zuiderzee, toen het skûtsje waar hij op voer met man en muis verging, waarna mijn arme betovergrootmoeder alleen achterbleef met vier kleine kinderen. En nog een eerdere schipper-voorvader redde tijdens de rampzalige stormvloed van 1825 vele tientallen mensen het leven door hen op zijn schip te nemen en het weinige dat hij had met hen te delen (zie dit boek) Er is om die reden nog niet zo lang geleden zelfs een straat naar deze man genoemd in het Friese dorp Sintjohannesga. Het leven zo vlakbij het water was altijd riskant en vroeger, voordat ons land bedijkt was, nog veel meer.

En nog veel meer
Ik kan in het bestek van deze korte bespreking niet verder uitweiden over de Franken en de Vikingen in Frisia, over Radboud (wel of geen echte koning?), over de relatie met Engeland, over de moeizame kerstening, maar als je de vroege middeleeuwen net zo interessant vind als ik, verwijs ik je gewoon naar dit boek. Ik heb het geboeid zitten lezen en heb er ontzettend veel van opgestoken; er staan veel plaatjes en verhelderende kaarten in, een uitgebreid notenapparaat, een bibliografie, een index, maar is niet specifiek geschreven voor vaklieden maar voor leken zoals ik. Kortom: een aanrader voor de liefhebber.

PS Aarzel niet om je eigen commentaar toe te voegen. Ik stel het zeer op prijs als mensen de moeite nemen om reacties of aanvullingen te plaatsen. Heb je dit boek besproken op je eigen blog? Dan zou het fijn zijn als je een link bij de reacties plaatst.

6 opmerkingen:

  1. Zeer interessante periode inderdaad, en wat is het heerlijk he, om een boek te lezen waar je echt het gevoel hebt dat je er iets van opsteekt, met ook nog kaartjes etc (ik houd van kaartjes en dat soort extra's). Ik houd van dit soort boeken.

    Groetjes,

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik ben ook gek op kaartjes. Daar kan ik tijden vergenoegd boven hangen ;-)

      Verwijderen
  2. Geweldige bespreking en deze komt linea recta op de verlanglijst. Mooie tip ook want dit boek is echt volledig aan mij voorbij gegaan

    BeantwoordenVerwijderen