zondag 8 september 2019
Epische obsessie
Stephen King, The Dark Tower-serie,
bestaande uit *):
1. The Gunslinger (1982) 224 pp.
2. The Drawing of the Three (1987) 400 pp.
3. The Waste Lands (1991) 512 pp.
4. Wizard and Glass (1997) 787 pp.
5. Wolves of the Calla (2003) 714 pp.
6. Song of Susannah (2004) 432 pp.
7. The Dark Tower (2004) 845 pp.
Ook in het Nederlands verkrijgbaar
Tjonge, dit is weer eens wat heel anders. Aanvankelijk, in deel 1, denk je dat je ergens in de negentiende eeuw in een western van Sergio Leone bent beland: een eenzame cowboy zit door een leeg woestijnlandschap achter een man in het zwart aan. Maar dan wordt in de saloon 'Hey Jude' van de Beatles op de honkytonk piano gespeeld. Tikje raar. En het wordt al gauw nog veel raarder. Een morsdode man staat weer op. Er zijn onderaardse, al lang niet meer gebruikte spoortunnels waar gevaarlijke wezens met enge mutaties op reizigers loeren. En dan heb ik het nog niet over de vampiers die een paar delen later opduiken, over de Arthur-legende die een belangrijke rol speelt, over de smaragden stad uit de Wizard of Oz die de personages op hun weg vinden en over de losstaande deuren op het strand die toegang geven tot het New York van de tweede helft van de twintigste eeuw. Het is allemaal even bizar en allemaal even onderhoudend, zo onderhoudend dat ik de zeven oorspronkelijke delen in een paar vakanties heb verslonden. Bijna 4000 pagina's!
Dolende ridder
Alhoewel, in het eerste deel moet het verhaal nog erg op gang komen. King wist op dat moment zelf duidelijk ook nog niet waar het precies naar toe moest. Hij heeft al wel een intrigerende hoofdpersoon, Roland Deschain, die om volstrekt mysterieuze redenen een in het zwart geklede man achtervolgt en verder volledig in beslag genomen wordt door maar één obsessie: de Donkere Toren vinden - die trouwens op de een of andere manier weer iets te maken heeft met de man in het zwart. Roland, de gunslinger uit de titel van het eerste deel, lijkt op het eerste gezicht een typische westernheld, maar blijkt bij nadere beschouwing eerder een dolende ridder op zoek naar een heilige graal, die onderweg mensen in nood helpt. En in plaats van in het verleden lijkt dit verhaal zich in een verre toekomst af te spelen nadat er een of andere atoomramp heeft plaatsgevonden, waardoor de meeste technologie in onbruik is geraakt en er afschuwelijk gemuteerde wezens rondlopen.
Uniek epos
Dus even recapituleren: western, woestijn, Koning Arthur, ridders, dystopie, hedendaags New York, enge mutaties. O ja, en er is nog een belangrijke inspiratiebron, namelijk het gedicht van de beroemde Victoriaanse dichter Browning dat begint met "Childe Roland to the Dark Tower came", dat weer geïnspireerd is door een regel uit Shakespeares toneelstuk King Lear. Je kunt van alles vinden van deze wonderlijke hutspot, maar je kunt niet ontkennen dat King toch wel een uniek epos gecreëerd moet hebben. En het werkt. Om twee redenen. Ten eerste omdat King nu eenmaal een magistrale verhalenverteller is, en ten tweede vanwege de personages die vanaf deel 2 hun intrede doen. Roland hoeft zijn zoektocht naar de Dark Tower namelijk niet alleen voort te zetten, maar krijgt gezelschap van Eddy, een junky-annex-dealer uit de Bronx, van Odetta, een rijke, zwarte, gehandicapte burgerrechtenactiviste, van Jake, een jongetje wiens stinkend rijke ouders het te druk hebben om zich om hun zoontje te bekommeren, en uiteindelijk ook van Oy, die ... eh .... iets anders is. Ik vond ze allemaal even leuk, met stiekem een voorkeur voor Oy.
Zij gaan met zijn vieren de Dark Tower vinden en de wereld redden, net als het gezelschap in The Lord of the Rings, een andere invloed die King ook expliciet heeft genoemd. Roland alleen is naar mijn mening onvoldoende om het verhaal te dragen. Hij wordt pas menselijk in de interactie met de andere drie. Hij ontdooit emotioneel, doet in de latere delen soms zelfs een poging om een grapje te maken (onze romantische revolverheld heeft geen enkel gevoel voor humor) en groeit als mens. En dat op zijn oude dag. Menselijkheid en humaniteit is één van de belangrijkste thema's van deze serie, net als de tegenstelling technologie - magie, een tegenstelling die je niet geheel letterlijk moet nemen, maar die eerder een uitnodiging tot reflectie is.
Hartstikke meta
Dit is natuurlijk geen À la recherche du temps perdu, maar voor de kenners zitten er wel verrassend veel literaire verwijzingen in, zoals het al eerder aangehaalde gedicht van Robert Browning, een beroemd gedicht van William Blake en het lange gedicht 'The Waste Land' van T.S. Eliot en zelfs naar de film The Magnificent Seven van John Sturgess. Ook duiken er zo nu en dan personages op die uit heel andere boeken van King komen. Omdat ik het oeuvre van King verder amper ken, zijn die verwijzingen langs mij heen gegaan, behalve eentje die niemand kan missen, omdat (heel erg meta!) een personage zelf ontdekt dat hij voorkomt in een boek van ene Stephen King, en zich erover beklaagt dat hij verdomme echt is en helemaal geen fictieve figuur. En in de laatste delen laat de schrijver zichzelf nota bene op speelse wijze een doorslaggevende rol spelen. Er blijkt namelijk (hoe wordt niet echt duidelijk en doet er ook niet toe, maar is een mooi punt om te overdenken) dat het lot van de wereld van de Donkere Toren mede in de handen is van een twintigste-eeuwse bestsellerauteur uit Maine (ene S. King), die te lui is om zijn serie af te maken en aldus de wereld van de Donkere Toren op het randje van de afgrond brengt. Hij verwerkt zelfs het bijna dodelijk ongeluk dat hij in 1999 had er op ingenieuze wijze in. Nog meta-er!
Stapels scripties
Het leuke is dat er stof voor stapels scripties uit deze boeken te halen valt, ook over de rol van fictie en verhalen, maar dat het in de eerste plaats gewoon uitstekend amusement is. De vele literaire verwijzingen (King heeft Engels gestudeerd aan de universiteit en begon zijn carrière ooit als leraar Engels) zijn niet meer dan een leuk extraatje. Niet alles is even spannend. Sommige episodes vond ik niet zo boeiend, of gewoon te lang uitgesponnen, de vampiers vond ik nogal stom, sommige plotverwikkelingen en personages zijn tamelijk overbodig, of domweg te idioot, en er zijn lezers die het einde teleurstellend vinden, maar dat vond ik nu juist ontzettend knap - en meta, een term waar King zelf niets van moet hebben, maar daar trek ik me natuurlijk niks van aan. Van literatuurkenners heb ik begrepen dat de serie nog beter wordt bij herlezing, dus dat wordt een mooi projectje voor mijn pensioen. Jammer dat het nog niet zover is 😀
*) Nadat hij het laatste deel publiceerde, heeft King nog twee 'tussendelen' geschreven, een roman (The Wind in the Key Hole) en een novelle (The Little Sisters of Eluria), die allebei over Roland gaan en in dezelfde wereld spelen, maar die ik niet heb gelezen, omdat Eddy, Odetta, Jake en Oy er geen rol in spelen, en ik zojuist zo heb genoten van de interactie tussen hen en Roland. In tegenstelling tot de andere delen, kun je deze roman en novelle overigens wél prima als op zichzelf staande verhalen lezen.
________________
Welke King roman zou ik volgens jullie in mijn volgende vakantie moeten lezen en waarom? Ik heb 11/22/63 en Finders, Keepers al gelezen, en moet er misschien ook bij zeggen dat ik niks met horror heb, omdat dat bij mij niet werkt: ik vind het eerder lachwekkend dan eng.
Ik ben benieuwd wat jullie me zouden aanbevelen.
PS Aarzel niet om je eigen commentaar toe te voegen. Ik stel het zeer op prijs als mensen de moeite nemen om reacties of aanvullingen te plaatsen. Heb je dit boek besproken op je eigen blog? Dan zou het fijn zijn als je een link bij de reacties plaatst.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Oh wauw, bij King kan zoiets gruwelijk uit de bocht vliegen, of juist heel goed werken. Goed te weten dat het hier dus (over het algemeen) heel goed ging!
BeantwoordenVerwijderenIk houd van King, maar niet van al zijn boeken en soms heeft hij de neiging veel te veel uit te spinnen. Mijn favoriet is een bundel korte verhalen Night Shift, waarin hij wel to the point moet zijn. Dolan's cadillac is ook leuk en Misery is behoorlijk eng.
Groetjes,
King zelf beschouwt de serie zelf als zijn magnus opus, dus dat zegt wel wat.
VerwijderenIk heb Insomnia gelezen toen ik 19 was, dat vond ik toen heel goed. Ik zou het eens moeten herlezen. Een paar jaar geleden vond ik Misery wel aardig maar niet geweldig.
BeantwoordenVerwijderenInomnia is in ieder geval een titel die ik wel vaagjes ken. Ik zal hem onthouden.
VerwijderenIk zal er wel nooit aan toekomen maar oh wat breng je het smeuïg!
BeantwoordenVerwijderenHaha, dank je! Ik weet ook niet of dit wel wat voor jou is. De schrijfjuf in jou zal namelijk vast van alles vinden om een rode streep door te halen ;-)
VerwijderenWel fascinerend Anna. Je hebt mij aan The Hunger Games gebracht (boeken gelezen én films gezien) maar dit weet ik ff niet :)
BeantwoordenVerwijderenZoals ik hierboven al zei, Koen: 'Dit is weer eens iets heel anders.' Je moet er even in komen, maar toen ik eenmaal in het tweede deel bezig was, was ik toch wel aardig verkocht.
VerwijderenIk heb vroeger een aantal Stephen Kings gelezen. Net als jij vond ik zijn vampiers lachwekkend (Salem's Lot heb ik opzij gelegd) en The Shining vond ik alleen maar eng als ik het midden in de nacht las.
BeantwoordenVerwijderenCujo gaat over een hondsdolle hond. Ik vond de opbouw: de hond die langzamerhand ziek wordt, goed gedaan, maar helaas, zoals zo vaak bij zijn boeken werd het verhaal vreselijk uitgesponnen en werden er voortdurend zijweggetjes ingeslagen.
The Dead Zone (https://www.goodreads.com/book/show/1210787.The_Dead_Zone) herinner ik me als zijn beste (van degene die ik gelezen heb. Het gaat over een man die paranormaal begaafd raakt na een ongeluk en op een dag iemand ontmoet die zal uitgroeien tot een verschrikkelijke dictator. What to do, what to do?
Oooh, dat klinkt goed, Lethe. The Dead Zone is ook zo'n titel die ik vaagjes ken, maar dit klinkt echt interessant.
Verwijderen