Madeline Miller,
Circe (VS 2018)
Roman, 352 pp.
Nog niet in het Nederlands vertaald
Madeline Miller is een classicus die in 2012 debuteerde met The Song of Achilles, een roman die ik meteen één van de beste boeken van het afgelopen decennium vond (hier besproken). Zelden zag ik de klassieke oudheid zo mooi, met zoveel verbeelding en met zo'n eigen visie opnieuw geïnterpreteerd. Toegegeven, met het verhaal van Patroclus en Achilles had Miller ook meteen geweldig materiaal te pakken: er is niks zo aangrijpend als een tragische liefdesgeschiedenis - voorop gesteld dat deze goed verteld wordt. En een fantastische verteller is Miller zonder meer. Ook in deze tweede roman bewijst ze dat onomstotelijk. Toch is het materiaal net iets minder interessant, want er is geen centraal conflict dat bijna onvermijdelijk op een tragisch einde uit moet draaien, maar een levensgeschiedenis die duizenden jaren bestrijkt.
Dochter van de zon
Circe is de goddelijke dochter van de zonnegod Helios en een nimf, en haar grootvader is de machtige zeegod Oceanos. Liefhebbers van de Odyssee kennen haar als de tovenares die de bemanning van Odysseus in varkens verandert en Odysseus en zijn mannen vervolgens een jaar lang verzorgt op haar eiland Aiaia. Maar ze blijkt nog in veel meer verhalen uit de Griekse oudheid een rol te spelen. Zo duikt ze op in het verhaal van Jason en het Gulden Vlies, omdat ze de tante van zijn geliefde Medea is. En ze komt voor in dat van de Minotaurus en het Labyrint, want ze is de zuster van Pasiphaë, die de vrouw van de Kretenzische koning Minos en moeder van de Minotaurus was (ja, Pasiphaë deed het met een witte stier). Die verhalen en nog veel meer zijn de basis voor deze roman. En weer maakt Miller er iets prachtigs van, zelfs al vond ik deze roman door het minder dramatische materiaal niet zo aangrijpend als The Song of Achilles.
Bedreigend
Dit boek gaat over een godin. En die is, zoals gebruikelijk bij goden, onsterfelijk. Daardoor staat er in een godenleven veel minder op het spel, maar het kan ook zijn eigen tragiek hebben, want eeuwigheid is niet perse iets om blij van te worden, vooral niet als je door veel machtiger goden voor eeuwig naar een onbewoond eiland wordt verbannen. Circe kan namelijk iets wat de meeste goden niet kunnen: met kruiden toverdranken maken en daarmee bijvoorbeeld bevallige nimfen in monsters veranderen en arme vissers in zeegoden. En dat is bedreigend.
Armetierige mensjes
Het is interessant om te zien hoe de Griekse goden zich gedragen. In tegenstelling tot de monotheïstische god van de Joden, de Christenen en de Moslims houden ze zich op geen enkele wijze bezig met moraliteit. De nimfen zijn frivole trutjes, de rest is alleen maar geïnteresseerd in vermaak en machtsbehoud. Mededogen? Nooit van gehoord. Leedvermaak? Leuk! Wat dat betreft valt Circe ernstig buiten de boot wanneer ze de gekwelde Prometheus troost, als hij voor straf vreselijke kwellingen moet ondergaan omdat hij de armetierige mensjes het vuur heeft gebracht. Hiermee geeft Miller haar hoofdpersoon een menselijkheid die het voor de lezer gemakkelijker maakt om met haar mee te leven. Hetzelfde geldt voor Circes stem. Ze wordt door de andere goden veracht om haar zielige krassende stemmetje, maar later blijkt dat ze (zoals soms bij goden voor schijnt te komen) gewoon een mensenstem heeft. Bovendien krijgt ze, heel menselijk, berouw als ze erachter komt dat één van haar eerste toverstreken onbedoeld voor een hoop menselijk leed heeft gezorgd. Dat berouw zorgt er ook weer voor dat ze de mensen en hun soms domme keuzes beter begrijpt en dat je als lezer met haar mee kunt leven. Mooi om te lezen is hoe Circe, op het onbewoonde eiland waar ze voor straf naar toe is verbannen, groeit. "Rage and grief, thwarted desire, lust, self-pity: these are emotions gods know well. But guilt and shame, remorse, ambivalence, those are foreign countries to our kind, which must be learned stone by stone."
Schikgodinnen
Hoewel er geen centraal conflict is, staat er voor Circe wel degelijk het nodige op het spel, namelijk de wens om zich te onttrekken aan de vijandige of op zijn best onverschillige houding van de andere goden. Weliswaar zijn haar vader en grootvader belangrijk en machtig, maar die zien geen reden om haar te helpen. Waarom zouden ze? Het levert immers geen amusement op en geen extra macht. Het wordt vooral spannend als Circe een kind krijgt en ze de onverzoenlijke godin Athene tegenover zich vindt, die koste wat kost dit kind wil doden - waarom is op dat moment onduidelijk. Circe zet dan alles op alles om Athene te slim af te zijn en de lezer leeft maar wat graag mee: kan Circe het noodlot te slim af zijn of krijgen de Schikgodinnen het laatste woord?
Vol leven en poëzie
Ik heb veel plezier aan dit boek beleefd - niet zoveel als aan Millers eerste roman, maar genoeg om nu alvast uit te kijken naar Millers volgende. Ze schrijft zowel levendig als poëtisch, en voor mij daarom precies goed om een half-magisch, half-mythisch verleden helemaal echt en relevant te laten voelen.
PS Aarzel niet om je eigen commentaar toe te voegen. Ik stel het zeer op prijs als mensen de moeite nemen om reacties of aanvullingen te plaatsen. Heb je dit boek besproken op je eigen blog? Dan zou het fijn zijn als je een link bij de reacties plaatst.
Ben ook zó benieuwd. Iemand op Goodreads vond dit een YA boek, wat vind jij daarvan?
BeantwoordenVerwijderenSerieus? Daar begrijp ik nou werkelijk helemaal niks van. Het is gewoon een literaire roman en zeker niet gericht op jongeren, al kunnen die er natuurlijk ook van genieten.
VerwijderenIk vind het zó knap als iemand in staat is om mensen/goden uit mythes en oude verhalen weer echt tot leven te wekken. Dit boek gaat op het lijstje. Als het misschien iets minder indrukwekkend is dan Een lied voor Achilles is het nog altijd een prachtig boek! :-)
BeantwoordenVerwijderenGroetjes,
Ja, dat vind ik nou ook. Er zijn vast genoeg mensen die evenveel kennis van de klassieke oudheid hebben als Madeline Miller, maar om die verhalen te herintepreteren naar zo'n goede roman is echt een kunst.
Verwijderen