vrijdag 26 augustus 2011

Humoristische nostalgie

Laurie Lee,
Cider With Rosie (GB 1959)
Memoires, 231 pp.
Niet in het Nederlands verkrijgbaar


Er was eens een lief dorpje in de pittoreske Cotswolds, ruim een eeuw geleden, waar Laurie Lee als klein kleutertje kwam te wonen met een hele kudde halfzussen en broers, één chaotische moeder, en géén vader. Die vader deed iets in de oorlog die op dat moment aan de gang was, maar ook toen die afgelopen was, leek het pa verstandiger om zijn vrouw en kinderen maar aan hun lot over te laten en op veilige afstand te blijven. Laurie lijkt er niet heel erg mee te zitten dat de vader die hij nooit gekend heeft het af laat weten, want hij weet zich immers verzekerd van de warmte van de moeder en de zussen en broers en broertjes, dus wat moet je dan nog met een vader?

Het gezin is verre van rijk, maar dat geldt voor de meeste mensen in het dorp, dus ook dat is geen ramp. Laurie is een klein kind en neemt het leven zoals het komt. Alhoewel, niet altijd:
The morning came, without any warning, when my sisters surrounded me, wrapped me in scarves, tied up my bootlaces, thrust a cap on my head, and stuffed a baked potato in my pocket.
'What's this?' I said.
'You're starting school today.'
'I ain't. I'm stopping 'ome.'
'Now, come on, Loll. You're a big boy now.'
'I ain't.'
'You are.'
'Boo-hoo.'
They picked me up bodily, kicking and bawling, and carried me up the road. (p. 43)
Het gezin is gezellig rommelig. De mensen in de directe omgeving zijn eenvoudige plattelandsoudjes zoals ze tegenwoordig niet meer gemaakt worden en de herinneringen zijn onvervalst nostalgisch, met slechts een klein hoofdstukje gewijd aan de wreedheid en het geweld die hier net zo goed voorkwamen als elders. Maar vooruit, Lee schrijft zo leuk dat je hem de roze bril grotendeels vergeeft.

Het meest geslaagd zijn de portretjes van de broers van zijn moeder: lichtelijk excentrieke working class heroes, die net zo kleurrijk zijn als de chaotische moeder die Lee met zoveel liefde schetst. Eén van de maatschappelijk minder succesvolle ooms is Uncle Sid, die het als alcoholistische buschauffeur niet gemakkelijk heeft in het leven en daarom met enige regelmaat een zelfmoordpoging doet. Als hij weer eens een keer verdwenen is, worden Laurie en zijn broers er door een wanhopige tante Annie op uit gestuurd om hem te vinden. Vergeefs struinen ze bij het licht van de maan het donkere bos af.
We were about to go home, and gladly enough, when suddenly we saw him. He was standing tiptoe under a great dead oak with his braces around his neck. The elastic noose, looped to the branch above him, made him bob up and down like a puppet. We approached the contorted figure with dread; we saw his baleful eye fixed on us.
Our uncle Sid was in a terrible temper.
'You've been a bloody long time!' he said. (p. 182-3)
Typerend voor Laurie's moeder is de volgende prachtscène, die beschrijft hoe het er aan toe gaat elke keer als ma een fiets leent van een dochter. Het zich per fiets voortbewegen gaat prima, maar starten en stoppen krijgt ze met geen mogelijkheid onder de knie.
She had to be launched on her way by running parties of villagers; and to stop she rode into a hedge. With the Stroud Co-op stores, where she was a registered customer, she had come to a special arrangement. This depended for its success upon a quick ear and timing, and was a beautiful operation to watch. As she coasted downhill towards the shop's main entrance she would let out one of her screams; an assistant, specially briefed, would tear throught the shop, out the side door, and catch her in his arms. He had to be both young and nimble, for if he missed her she piled up by the police-station. (p. 125-6)
Je krijgt de sterk de indruk dat Lee alles lekker dik heeft aangezet om het nog mooier te maken, maar zoals ik al eerder zei: als het resultaat zo vermakelijk is, mag dat best een beetje.

Langzaam aan wordt het kleine kleutertje een puber, die met ene Rosie en een fles cider het hooi induikt en daar eindigt het boek. Het aardige is, dat Lee niet alleen zichzelf centraal stelt, maar in deze mémoires ook het verdwenen plattelandsleven in een dorpje in Gloucestershire portretteert. Felrealistisch is dat portret niet bepaald, maar het is ook weer niet zo weeïg dat het vervelend wordt. Laurie Lee kijkt terug op een fijne jeugd in vervlogen tijden, en temidden van de populaire misère-mémoires waarin misbruik en verslaving en allerlei andere moderne ellende centraal staan, is dit onschuldig escapisme, waar wat mij betreft niks mis mee is.

5 opmerkingen:

  1. Klinkt als een heel leuk boekje. Het is dus een memoir. Dat wist ik niet, en ook dacht ik dat het Amerikaans was. Wel een aanrader dus als je van Engelse nostalgie houdt.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Het is zeer Engels, Judith, en voor iemand als jij die jaren in Engeland heeft gewoond lijkt het me echt de moeite waard. Bovendien kun je zo op een leuke manier je non-fictierepertoire uitbreiden ;)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Vooruit dan maar, hij gaat op mijn (lange) wenslijstje. Ik kom er vóór mijn 60ste vast wel aan toe. :-)

    PS Dat duurt nog héél lang!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ik heb dit gelezen toen ik een jaar of twintig was. Ik vond het wel aardig, maar afgaande op de scène met Uncle Sid denk ik dat ik het nu meer zou waarderen.

    Wat ik me afvraag: hoe kwamen ze rond? Kreeg moeder Lee een soort uitkering, of stond pa het gezin wel financieel bij?

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Pa stuurde inderdaad met meer of minder regelmaat wat geld. Al vrij snel gingen de oudere dochters werken (vanaf een jaar of 14 was dat heel gebruikelijk) en toen hadden ze ook hun inkomsten. Mij lijkt het nogal een onzeker van-de-hand-in-de-tand bestaan waar ik helemaal niet tegen zou kunnen, maar ik krijg de indruk dat de familie Lee gelukkig een stuk gemakkelijker in het leven stond.

    BeantwoordenVerwijderen