maandag 12 december 2011

Antropologie in de buitenwijk

Barbara Pym,
Less Than Angels (GB 1955)
Roman, 262 pp.
Niet in het Nederlands beschikbaar



Je kunt je als antropoloog laten uitzenden naar exotische stammen in Afrika, maar je kunt ook de klanten in het eetcafé om de hoek of zelfs je eigen buren observeren door een antropologische bril. Barbara Pym is zeer bedreven in het laatste. In de jaren vijftig werkte ze op het International African Institute in Londen, temidden van een club antropologen (toen nog een tamelijk nieuwerwets beroep). Zij zijn de hoofdpersonen van deze luchtige komedie, die zich afspeelt op een antropologisch instituutje in Londen.

De echte hoofdpersoon is echter Catherine Oliphant, geen antropoloog, maar net als Pym schrijfster en observator. Als het boek opent, is ze bezig haar fantasie los te laten op de lunchende kantoormedewerkers die met hun dienbladen door het zelfbedieningsrestaurant schuifelen. Vandaar dwaalt haar blik af naar buiten, waar ze twee antropologen ontwaart die ze vaag kent. De camera (dat wil zeggen, Pym) zoomt vervolgens in op de professor en de doctor en loopt al filmend met hen mee naar de nieuwe antropologische leeszaal, die vandaag zijn officiële openingsborrel beleeft en waar office manager Miss Clovis zich vertwijfeld afvraagt hoe ze de studenten in de leeszaal de deur uitkrijgt voordat de hotemetoten arriveren.

Omdat dit een echt Barbara Pymboek is, gebeurt er niks wereldschokkends, zijn er (op één uitzondering na) geen echte dieptragische of dramatische wendingen, maar bevinden we ons voornamelijk in de wereld van de dagelijke gedoetjes van het gewone leven. Als je dat echter maar goed genoeg observeert, is er altijd genoeg te beleven - en te lachen. Meest eigenaardig personage is misschien wel Alaric Lydgate, die na jaren in Afrika gewerkt te hebben, teruggekomen is met stapels onuitgewerkte notities en nu in een brave buitenwijk van Londen woont, waar hij in de privacy van zijn huis graag in één van zijn Afrikaanse maskers rondloopt:
He often thought what a good thing it would be if the wearing of masks or animals' heads could become customary for persons over a certain age. How restful social intercourse would be if the face did not have to assume any expression - the strained look of interest, the simulated delight of surprise, the anxious concern one didn't really feel. (p. 51)
Het excentrieke gedrag van Alaric heeft de levendige belangstelling van zijn buren, een weduwe met twee volwassen kinderen en een ongetrouwde zuster, die het observeren van Alaric eindeloos veel interessanter vinden dan televisie ("The news seemed dull and ordinary by comparison"). Intussen begint de antropologie studerende dochter een relatie met Tom, de vriend van Catherine Oliphant; blijkt de zuster van Alaric werkzaam op het antropologisch instituut; en zijn er gekissebis om een onderzoeksbeurs en de achterbakse intriges van een louche frater.

Deze roman kwam tot mijn verrassing pas echt tot leven toen ik hem uit had en de talrijke gemarkeerde passages terug ging lezen. Toen bleek dat de onafhankelijke Catherine het werkelijke hart van het boek was, dat mannen als Alaric en Tom vluchten voor emotionele verwikkelingen door zich te storten op de wetenschappelijke analyse van andermans gedrag, en dat voor de meeste mensen de onbenullige dingetjes in hun eigen leven nu eenmaal belangrijker zijn dan grote calamiteiten verweg. Zoals Barbara Pym over de gezusters in de buitenwijk zegt: "like many other well-meaning people, they worried not so much about the dreadful things themselves as about their own inability to worry about them." (p. 35)

Maar Barbara Pym oordeelt niet; dat mag de lezer doen. Ze is in dit boek relatief mild over onze menselijke zwakheden en ons gebrek aan grootse daden, en erkent dat geluk vaak niet in het grote gebaar ligt maar in onopmerkelijke pleziertjes. Zoals ze Catherine laat opmerken, als ze in het naoorloogse Londen een geweldig koopje bij de slager weet te bemachtigen:
The small things of life were often so much bigger than the great things, she decided, wondering how many writers and philosophers had said this before her, the trivial pleasures like cooking, one's home, little poems especially sad ones, solitary walks, funny things seen and overheard. (p. 101)
Triviaal? Misschien wel; maar ook een vorm van levenskunst.

PS Aarzel om niet om je eigen commentaar toe te voegen. Ik stel het zeer op prijs als mensen de moeite nemen om reacties of aanvullingen te plaatsen!

4 opmerkingen:

  1. Zoals jij erover schrijft klinkt het enig, en toch vind ik Pym (net als Anita Brookner) altijd net wat te kleurloos om echt te boeien.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dank je, Hella. De truc is (volgens mij) om de tijd te nemen en heel erg op de details te letten, wat niet automatisch gaat, omdat Pym zo lekker wegleest. Maar je wordt er wel door beloond. Misschien zou ik dat ook met Brookner moeten doen. Ik heb vele jaren geleden een aantal romans van haar gelezen, maar liep er nooit echt warm voor. Het verschil met Pym is natuurlijk wel dat zij geen social comedy schrijft, maar tamelijk sombere boeken (tenminste in mijn herinnering) - niet iets waar ik altijd voor in de stemming ben.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik heb nog steeds Excellent Women niet gelezen, dus over Pym kan ik weinig zeggen, maar kortgeleden las ik Good Behaviour van Molly Keane en dat deed me wel enigszins aan Brookner denken. Die heeft ook een scherp oog voor menselijke relaties en sociale verhoudingen. Social comedy is het misschien niet, maar verscheidene van haar boeken zijn toch wel de moeite waard. Family and Friends is daarvan mijn favoriet.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Good Behaviour van Molly Keane vond ik inderdaad ook de moeite waard. En Brookner ga ik denk ik toch maar eens een tweede kans geven, zelfs al vond ik jaren geleden Family and Friends weinig interessant - waarschijnlijk omdat ik te weinig aandachtig heb gelezen.

    BeantwoordenVerwijderen