donderdag 9 mei 2013

Als een eigentijdse Proust

Karl Ove Knausgård,
Vader (Noorwegen 2009)
Roman, 445 pp.
Vertaald uit het Noors door Marianne Molenaar

Op de drempel van de middelbare leeftijd is de Noorse schrijver Karl Ove Knausgård als een soort eigentijdse Proust in zijn herinneringen gaan delven en is hij begonnen aan een omvangrijke autobiografische romancyclus, waarvan dit boek het eerste deel is. De wereld van Knausgård is echter niet bepaald het Frankrijk van de bel époque, maar die van een onopvallende Noorse jongen geboren in 1968. Zijn taalgebruik heeft niets van het overweldigende, bedwelmende parfum van Proust, maar is strak en helder. Bij Knausgård worden de herinneringen niet in gang gezet door het proeven van een nostalgisch koekje, maar door een traumatische gebeurtenis: het overlijden van de vader die hij haatte en vreesde. Hij dwingt zichzelf terug naar zijn jeugd voor een antwoord op de vragen die hem kwellen.

De openingspagina's van het boek zijn misschien nog wel het allermooist. Ze vormen een meditatie over de dood, waarin vooral deze passage me erg trof:
Op hetzelfde moment dat het leven het lichaam verlaat, behoort dat lichaam tot het dode. Tot de lampen, de koffers, de kleden, de deurklinken, de ramen. Tot de akkers, de moerassen, de beken, de bergen, de wolken, de hemel.
Prachtig, die progressie: van spullen, naar natuur, naar hemel. Vanaf dat moment was ik verkocht. Niet dat de rest van het boek uit dit soort passages bestaat. Integendeel, het merendeel bestaat uit beschrijvingen van de jonge jaren van Karl Ove, waarin hij obsessief de kleinste details naar boven peutert (het weer, het uitzicht), alsof hij daarin het antwoord kan vinden op het grote mysterie: waarom is hij zo kapot van het overlijden van de man die hij als kind vreesde, later haatte en nog weer later verachtte?

Knausgård wordt met terugwerkende kracht en met nietsontziende eerlijkheid de chroniqueur van zijn eigen leven. Want hij heeft nog meer vragen waarop hij het antwoord zoekt. "Waar komt al die chaos in ons leven vandaan?" vraagt hij zich af, als hij zijn huidige leven met zijn tweede vrouw en hun kleine kinderen aanschouwt. En waarom krijgt hij wel tranen in zijn ogen als hij een mooi schilderij aanschouwt, maar niet als hij zijn kinderen ziet, waar hij toch zoveel van houdt. Daarom gaat hij herinneren en schrijven.
Schrijven houdt in wat bestaat uit de schaduw te halen van wat we weten. Daar draait het om bij het schrijven. Niet om wat daar gebeurt, niet om wat voor handelingen zich daar ontvouwen, maar om het dáár op zich. Daar, dat is het terrein en het doel van het schrijven. Maar hoe kom je er?
De schrijver keert terug naar zijn pubertijd, toen hij naar het gymnasium in de stad ging en door de week in zijn eentje in het vroegere huis van zijn grootouders woonde, terwijl zijn moeder elders zat voor een aanvullende studie en zijn vader nog steeds in het ouderlijk huis verbleef. Vader wordt ongemakkelijk van de aanwezigheid van zijn zoon. De grootouders vinden dat hij niet zoveel moet bellen. Je krijgt een beeld van een op zich redelijk normale puber, die wel vrienden heeft, maar toch in de eerste plaats eenzaam is; een jongen die is behept met ouders en grootouders die op de een of andere manier onmachtig zijn om hem de warmte te geven die hij nodig heeft, hoewel de moeder lief voor hem is; een jongeman die later zelf een soortgelijke onmacht ten toon spreidt om met de mensen die het dichtst bij hem staan een nauwe band te onderhouden ("Ik wil niet dat iemand tot me doordringt, ik wil niet dat iemand me ziet, en zo is het intussen ook: niemand dringt tot me door, niemand ziet me."). Maar dat is mijn interpretatie. Want de schrijver laat het trekken van conclusies in de eerste plaats over aan de lezer.

De gedetailleerde beschrijvingen, met uitweidingen vooruit en terug en naar de schilderkunst, hebben iets hypnotiserends dat de lezer aan het boek kluistert. Ook de opbouw is knap gedaan. Je weet al snel dat de gehate vader van de auteur niet meer leeft, dat hij zelf worstelt met zijn schrijverschap en zijn jonge gezin, waarna je vanzelf benieuwd wordt hoe dit allemaal zo gekomen is. Daarna komt het ontluisterende einde van het leven van de vader en de grootmoeder, in de latere hoofdstukken van het boek, toch nog als een schok. Dit zijn ook de meest aangrijpende hoofdstukken. De angst voor de vader die nu dood is (maar is hij dat wel echt? heeft de aftakelende oma zich niet vergist?) is hier op sommige momenten bijna tastbaar, zelfs voor iemand als ik met de liefste vader die je je kunt bedenken  - die overigens ook onlangs overleed, waardoor het boek soms wel erg indringend was en ik het regelmatig even weg moest leggen omdat het me even teveel werd. Overigens toont dat ook de kracht van het boek.
In de laatste hoofdstukken probeert de hoofdpersoon door een verwoede en ronduit heldhaftige schoonmaakactie ongedaan te maken wat zijn vader kapot heeft gemaakt, tracht hij de orde te herstellen in de chaos die deze man heeft achtergelaten.

We zouden elke klotecentimeter in elke klotekamer schoonmaken, alles weggooien wat hij kapot had gemaakt, alles bij elkaar zoeken wat nog heel was en dat gebruiken, het huis weer op orde brengen en dan iedereen daar bij elkaar laten komen. Hij mocht dan alles vernield hebben, maar wij zouden het weer opknappen. Wij waren fatsoenlijke mensen.

Zal hij erin slagen de chaos te bezweren? Is fatsoen genoeg? In ieder geval lijkt op een gegeven moment de dood dat afschrikwekkende van eerst verloren te hebben. Helemaal tegen het eind, in weer een prachtige passage, die echo's laat horen van het stuk dat ik als eerste citeerde, dringt dat besef langzaam tot de ik-persoon door en lijkt ook de invloed die zijn vader altijd op hem heeft gehad enigszins bezworen te zijn.
Nu zag ik het levenloze. Dat er geen verschil meer was tussen wat ooit mijn vader was geweest en de tafel waarop hij lag, of de vloer waarop die tafel stond, of het stopcontact in de muur onder het raam, of het snoer dat naar het lampje ernaast liep. Want de mens is slechts een vorm te midden van andere vormen die de wereld steeds weer opnieuw tot uitdrukking brengt, niet alleen in wat leeft, maar ook in wat niet leeft, getekend in zand, steen, water. En de dood, die ik altijd als de belangrijkste grootheid in het leven had beschouwd, donker, verlokkend, was niet meer dan een leiding die lek springt, een tak die breekt in de wind, een jas die van een kleerhanger glijdt en op de grond valt.
In de volgende delen zal duidelijk worden wat Karl Ove van zijn leven maakt, want ik ga vanzelfsprekend door naar deel 2.
____________
Dit boek is al door meerdere bloggers besproken. De bespreking die mij definitief over de streep trok is deze uitmuntende blogpost van Theetante, maar daarvoor hadden Kim, Gerda en Joke hadden mij al warm gemaakt voor deze romancyclus.

PS Aarzel om niet om je eigen commentaar toe te voegen. Ik stel het zeer op prijs als mensen de moeite nemen om reacties of aanvullingen te plaatsen!

8 opmerkingen:

  1. Ja, mooi he? Het tweede deel moet nog beter zijn. Dat reserveer ik alvast voor in de vakantie zodat ik niet uit die trance moet komen maar gewoon kan doorlezen. ( en dank voor het compliment trouwens)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik ga zeker de recensie van Theetante lezen, maar jouw manier van reflecteren vind ik ook erg mooi. Zelfs als ik besluit dit boek niet te lezen, heb ik er door jouw manier van schrijven, toch een beeld bij. Bedankt.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Theetante, ik weet nog niet wanneer ik aan deel 2 toe kom, maar ik ben wel alvast benieuwd naar jouw bespreking.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Mrs Jo, dat vind ik nou mooi om te lezen: dat je dankzij mijn stukje een beeld gekregen hebt van het boek. Dat is namelijk precies wat ik met mijn blog probeer te doen.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. een erg mooie bespreking! ik krijg direct de neiging het snel weer te lezen. fijn dat je er zo van hebt genoten!

    het prachtige van dit schrijven, deze boeken, vind ik dat je weet dat er geen 'uitkomst' zal zijn; of: geen happy end. er zijn problemen, en door er over te schrijven bezweer je ze, maar uitschakelen is onmogelijk.. dé strijd.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Dank voor je compliment, Kim. Deze boeken zijn inderdaad geen verhaal, maar een proces. Op zich kan ik een goede plot altijd waarderen, maar als iemand zo boeiend schrijft over zijn innerlijke strijd heb je helemaal geen plot nodig om de interesse vast te houden. Voordeel voor de blogger is ook dat je je voor de verandering eens lekker uit kunt leven, zonder dat je bang hoeft te zijn dat je teveel verklapt.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Hoi Anna, ik heb "Vader" net herlezen en vond het evenals bij de eerste lezing weer prachtig. Ik heb alle andere delen ook in huis en ben nu bezig in "Liefde". Ik ben benieuwd of Knausgard het hoge niveau van deel 1 weet vast te houden. Je recensie is zoals gebruikelijk weer uitstekend. Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen