zaterdag 15 februari 2020

Romantisch!

Het Theehuis in Grou
Deze week was ik een enorme mazzelaar: ik had iets gedaan wat ik ontzettend leuk vind om te doen en werd daarvoor nog beloond ook, met een gratis diner voor twee in een uitstekend restaurant. Dat ging als volgt.

Twee weken geleden kwam ik met goede vriendin Maud toevallig in het mooie Friese plaatsje Grou terecht. Het liep tegen lunchtijd en ik kon me van jaren geleden nog een leuke tent aan het meer herinneren, Het Theehuis genaamd. Ik wist zelfs nog hoe je er moest komen. We vonden een mooi tafeltje aan het raam met uitzicht over het meer. Het waaide nog steeds flink, maar het regende niet meer en zo nu en dan brak de zon zelfs even door.

We hadden een geanimeerd gesprek over schrijven: Maud stond op het punt om met The Artist's Way van Julia Cameron te starten, waarbij je elke dag moet schrijven, en ik vertelde dat ik net was begonnen verhaaltjes te pennen. Op dat moment kwam de ober langs met onze placemats en wat stond daar op? Een uitnodiging om mee te doen aan de Valentijnsverhalenwedstrijd van Het Theehuis. Prijs: een volledig verzorgd diner voor twee op kosten van de zaak. Voorwaarden: het moest een romantisch verhaal zijn en Het Theehuis moest er in voorkomen. Mijn verbeelding sloeg meteen op hol. Iets met een tragische liefde, maar toch met een goede afloop. Iets met het winderige meer waar we op uitkeken, waar het vast flink kon spoken. En ineens had ik mijn idee.

Inmiddels hadden we een verrukkelijke lunch gekregen en vond ik dat het beslist de moeite waard was om mijn verhaalidee uit te werken en in te zenden. Wie weet was ik de enige inzending! Ik ging thuis aan de slag en zat er al gauw helemaal in. Ik zag de personages voor me en had het verhaal in hoofdlijnen af, alleen klonk het op de een of andere manier een beetje houterig. Ik besloot om wat met het vertelperspectief te experimenteren. Eerst had ik het verhaal in de derde persoon enkelvoud en de verleden tijd verteld. Toen zette ik het om naar de eerste persoon enkelvoud en de tegenwoordige tijd en prompt kwam het verhaal tot leven. Nu kon het er wel mee door.

Ik stuurde het in en kreeg afgelopen dinsdag tot mijn stomme verbazing bericht dat ik had gewonnen. Dus Maud weer opgetrommeld en zo kwam het dat wij gisteravond voor de tweede keer in Het Theehuis zaten, nu aan een heerlijk Valentijnsdiner. Ik was helemaal niet van plan om erover te bloggen, maar het eten en de entourage en het personeel waren allemaal zo geweldig dat ik toch graag even reclame maak voor dit leuke en gezellige restaurant. Ben je ooit in het Friese merengebied, dan is dit een absolute aanrader.

En dan vragen jullie je nu misschien zo langzamerhand ook af wat voor verhaal ik had ingezonden. Welnu, het is bepaald geen literair hoogstandje en ik vermoed nog steeds dat ik de enige inzender was, maar ik heb er wel heel veel plezier mee gehad en de romantiek druipt er hopelijk van af. Zwijmel ze!
_________________________________________________________________________________

DE ROOS


Ik heb niet eens zoveel gedronken in het café, maar die biertjes moeten harder aangekomen zijn dan normaal, want wat ik onderweg naar huis midden in de nacht op het terras van Het Theehuis zie, kan helemaal niet. Het moet aan de drank liggen.

Wat zie ik precies? Een vrouwengestalte in een rare lange rok, die aan het water staat en haar armen uitstrekt. Op de een of andere manier straalt ze iets wanhopigs uit en ik bedenk plotseling dat ze misschien zelfmoord wil plegen. Ik loop voorzichtig naar haar toe om haar niet aan het schrikken te maken. Tot zover is het allemaal wel een beetje vreemd, maar meer ook niet. Daarna wordt het ronduit bizar. Want als ik nog maar een paar meter bij haar vandaan ben, lost de gestalte ineens op, alsof het een mistvlaag is. Het enige dat ik op de vlonders vind, is een verwelkende rode roos. Het water is doodstil en nergens is een levende ziel te bekennen, behalve aan de overkant van het water waar een flakkerend licht heen en weer beweegt, alsof iemand met een fakkel in de hand aan het ijsberen is. Ik begin te huiveren en loop snel naar huis. Shit, voorlopig toch maar even wat minder drinken.

De volgende dag is het zondag en dan ga ik meestal eventjes bij Beppe Jeltsje langs. Beppe is 98 en eigenlijk de beppe van mijn moeder, en nog op geen stukken na dement. Ze weet alles van iedereen en bemoeit zich gretig overal mee. Ze krijgt veel bezoek en schenkt dan waterige koffie, waar je steevast klef suikerbrood met een vette laag roomboter bij krijgt. Het huis waar ze al meer dan zeventig jaar woont, ruikt altijd een beetje muf, want Beppe is geen voorstander van frisse lucht; daar krijgt men namelijk een stijve nek van. En in de huiskamer staat een hele serie ouwe klokken te tikken en te slaan, want dat klinkt zo gezellig.

Beppe is niet alleen deze zondag. Ze heeft gezelschap van de dochter van de buren, de mooie Jildou, met de lange zwarte haren en de ondeugende glimlach, die tegenwoordig in Groningen studeert. Ik ben stiekem nogal onder de indruk van Jildou. We hebben samen op de basisschool gezeten, maar ik heb niet het idee dat ze me nu nog ziet staan. Of misschien verbeeld ik me dat alleen maar – zoals ik me ook de vrouw aan het water heb verbeeld.

‘Gezellig uit geweest, gisteren?’ Daar begint Beppe altijd mee en ze verwacht nooit een antwoord dat verder gaat dan, ‘jazeker.’ Het is meer een inleiding op wat ze zelf te melden heeft, want Beppe is graag aan het woord en kan smakelijk vertellen over de laatste roddels, wie er nu weer dood gegaan is (zodat ze triomfantelijk kan kraaien dat ze iedereen overleeft), en de politiek, waar ze veel beter van op de hoogte is dan je zou verwachten en waar ze kleurrijke meningen over heeft.

Maar deze keer kan ik het niet laten. Ik moet vertellen wat ik afgelopen nacht heb beleefd. Het is een té mooie gelegenheid om de aandacht van Jildou te trekken. Ik dik de vreemde sfeer wat extra aan, vergeet niet om het mooie detail van de roos te vermelden en presenteer mezelf als een heldhaftige vent die altijd klaar staat om vrouwen van de verdrinkingsdood te redden. Moet kunnen. En het werkt. Jildou is een en al aandacht, maar ook Beppe luistert met open mond.  Ha, twee vrouwen die aan mijn lippen hangen! Als ik klaar ben met mijn verhaal, blijft Beppe even sprakeloos zitten. Daarna grijpt ze trillend de leuningen van haar stoel vast en stamelt ‘Dus ze zijn er nog steeds'.

‘Wie?’ roepen Jildou en ik tegelijk.

En nu kan Beppe toch eindelijk losbranden, met een verhaal dat ze ooit van haar moeder heeft gehoord en dat ze met veel gevoel voor dramatiek vertelt. Beitske de Roos en Hidde van der Heide, jong en onbesuisd, waren smoorverliefd, zoals je alleen kunt zijn als je voor de eerste keer verliefd bent. Hidde was de zachtaardige zoon van een rijke familie (‘een dikke boer met een dikke boerenplaats’) en zij de pittige dochter van een arme bakkersknecht (‘een armoedzaaier die te veel dronk’). Maar dat was niet het enige probleem. Beitske was namelijk rooms-katholiek en Hidde hervormd. De Van der Heides moesten niks van Beitske hebben, en verboden hun zoon om nog langer met ‘dat kind van die roomse zuiplap’ om te gaan. Stom natuurlijk, want dat wakkerde de liefde alleen maar aan en de twee maakten stiekem plannen om er samen vandoor te gaan.

 Ze zouden middenin de nacht vertrekken. Beitske stond met een bundeltje bagage ongeduldig te wachten op de plek waar nu Het Theehuis staat, totdat Hidde van de overkant van het water met zijn bootje naar haar toe zou komen. Ze wist dat hij daar klaar stond, want ze had de fakkel gezien die hij bij zich had: het sein dat ze hadden afgesproken. Maar de fakkel ging ineens uit en in plaats van het geluid van een naderend bootje, bleef het stil. En toen het een beetje licht werd, was het nog steeds stil. Tegen die tijd was ze wanhopig, nog net niet hysterisch. Waar bleef haar Hidde? Had hij zich bedacht, durfde hij niet meer? Had hij haar voorgelogen? Of waren ze verraden?

Ze waren verraden. Het kleine zusje van Hidde had wat opgevangen, wist niet precies wat het betekende, had er vrolijk over gekwebbeld met haar grote broers, die het wel hadden begrepen en op het laatste moment hardhandig hadden ingegrepen. Hidde werd op de boot naar familie in Canada gezet, nadat zijn broers hem voor de zekerheid nog even afgetuigd hadden. En Beitske? Ach, daar liep het slecht mee af. Vijf maanden later werd er een kindje geboren dat maar twee dagen leefde. Beitske ging ‘s nachts steeds vaker aan de waterkant staan en trok zich almaar verder terug in haar eigen wereld. Ze verzorgde zich niet meer, liep de hele dag wat in zichzelf te praten, begon net als haar vader te drinken en was binnen een jaar dood.

‘En nou komt het …’ spreekt Beppe veelbetekenend.

Nog jaren daarna werd Beitske zo nu en dan middenin de nacht aan de waterkant gevonden, starend naar een flakkerend licht aan de overkant. Iedereen wist wie ze was en wat het flakkerende licht betekende. De mensen lieten haar angstvallig met rust en meden de plek zoveel mogelijk wanneer het donker was, maar op een gegeven moment zag niemand haar meer.

‘Tot gisternacht dus,’ zeg ik, ‘en ik heb het me niet verbeeld.’ Pfoeh, dat is een hele opluchting.

Jildou zit intussen bedachtzaam voor zich uit te kijken en komt dan ineens met een besluit: ‘We moeten wat voor ze doen.’

Ik heb geen idee wat ze bedoelt en als ze uitlegt wat ze van plan is, vind ik het eigenlijk een behoorlijk bezopen idee. Maar dat laat ik natuurlijk niet merken en reken maar dat ik best bereid ben om eraan mee te werken: samen met Jildou erop uit in de nacht? Yes!

De volgende zaterdagnacht zitten we samen verdekt opgesteld van een afstandje te kijken naar het idiote ‘bloemstukje’ dat Jildou heeft gemaakt. Op de vlonder heeft ze een verse rode roos gelegd, samen met een plukje heide uit de tuin van haar ouders. Daaromheen heeft ze met zout een ruime cirkel getrokken. Het is op zich natuurlijk fijn om hier alleen met Jildou te zitten, maar ik voel me eerlijk gezegd flink opgelaten en hoop maar dat niemand ons ziet. Mijn vrienden zouden niet meer bijkomen.

Tijden lang gebeurt er niks. Eerst hebben we nog van alles te bekletsen (zacht fluisterend natuurlijk), maar daarna duren de stiltes steeds langer en krijg ik het koud. Ik begin te vermoeden dat Jildou een beetje gestoord is met haar heksencirkel, en twijfel of ik onze prille vriendschap wel voort moet zetten, maar even na drieën gebeuren er twee dingen tegelijk. Beitske verschijnt plotseling uit het niets op de vlonder van Het Theehuis en aan de overkant is ineens een bewegend licht. Het licht gaat al snel weer uit, maar Beitske blijft ingespannen naar de overkant turen. En verdomd, even later horen we het geluid van roeispanen in het water en het kraken van een bootje. Het geluid komt langzaam dichterbij door het zwarte water, het kraken wordt luider en nog weer even later doemt het bootje op, met iemand erin.

De man in het bootje legt aan, klimt aan wal en gaat samen met Beitske in de cirkel van Jildou staan – heel griezelig, alsof ze allebei precies weten wat ze moeten doen. Daar vallen ze elkaar in de armen. Vervolgens lijken ze langzaam met elkaar te versmelten – ik weet niet hoe ik het anders moet beschrijven – om uiteindelijk in het niets op te lossen. Er klinkt nog een zucht vanuit dat niets, en dan is het voorbij. Als we gaan kijken, blijkt dat de cirkel nog intact is, maar dat de roos en het plukje heide zijn verdwenen.

Ik sta nog na te trillen, als Jildou zachtjes mijn hand pakt en zich met haar ondeugende glimlach naar me toe draait. Ik heb het meteen een stuk minder koud.

Het is nu bijna twee jaar later (Beppe is net 100 geworden) en de bruiloft vindt morgen plaats in Het Theehuis. Waar anders?
______________________________________________________________________________

De verteller van dit verhaal heeft nog geen naam. Hoe moet hij volgens jullie heten en waarom?

PS Aarzel niet om je eigen commentaar toe te voegen. Ik stel het zeer op prijs als mensen de moeite nemen om reacties of aanvullingen te plaatsen. Heb je dit boek besproken op je eigen blog? Dan zou het fijn zijn als je een link bij de reacties plaatst.

15 opmerkingen:

  1. Lekker verhaal :-) Ik zou het juist wel leuk vinden als je er helemaal niet achter komt of de hoofdpersoon man of vrouw is ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Het wordt al in het verhaal gezegd: Ik (...) presenteer mezelf als een heldhaftige vent die altijd klaar staat om vrouwen van de verdrinkingsdood te redden.

      Ik denk niet dat een vrouw dat van zichzelf zou zeggen :-)

      Leuk verhaal, Anna! Maar ik weet niets van Friese namen af. Een naam als Jildou had ik ook nog nooit gehoord.

      Verwijderen
    2. De presentatiezin had ik blijkbaar overgeslagen en was in de veronderstelling van een vrouwelijke hoofdpersoon. De lesbische liefdeswending was een mooie verrassend einde, waar misschien nog iets doorklinkt van een verboden liefde. Ik hoop niet teveel in deze moderne tijd. Bedankt Anna, een leuk begin van mijn zondag.

      Verwijderen
    3. Scherp als altijd, Lethe! Ik vind het wel grappig dat de meeste mensen bij een verhaal in de eerste persoon geschreven door een vrouw er al gauw automatisch van uit gaan dat de ik-persoon ook een vrouw is. Waarschijnlijk doe ik dat zelf ook bij het lezen van andermans/andervrouws verhalen;-) In dit geval is de hoofdpersoon inderdaad expliciet een jongeman, maar met een klein beetje herschrijven zou het natuurlijk net zo gemakkelijk een vrouw kunnen zijn.

      Verwijderen
    4. Ik weet nog goed dat toen ik voor het eerst Twee vrouwen las, in 1976, ik na een paar bladzijden opnieuw moest beginnen omdat ik door Mulisch volstrekt op het verkeerde been was gezet omtrent de sekse van de ik-figuur. De genderneutrale voornaam hielp ook een handje mee.

      Verwijderen
  2. Had je nog meegekregen dat het Theehuis 3 jaar geleden helemaal afgebrand is? https://www.waldnet.nl/script/show_nieuws.php/54698/Grote_brand_uitgebroken_bij_Het_Theehuis_in_Grou.html?id=54698

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ja, mijn moeder had me dat doorgegeven en we vonden het allebei heel erg. Ik was er sinds de brand niet meer geweest en was blij om te zien dat het nieuwe restaurant zo mooi was geworden.

      Verwijderen
  3. Ook voor mij een leuk begin van een 'groue' zondag. Met een vleugje "Atonement" er in ?
    En dat Theehuis ziet er inderdaad prachtig uit. Nog wel gefeliciteerd met de heerlijke prijs.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Gefeliciteerd met deze prijs, wat heerlijk om zoiets leuks en creatiefs te doen en daar al van te genieten en dan ook nog zo mooi beloond worden!
    (Oh, en ik vind Douwe gewoon een heel fijne, betrouwbare naam. Is ook Fries, toch?)

    Groetjes,

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Douwe is helemaal goed en helemaal Fries. We dopen hem dus hierbij Douwe.

      Verwijderen
  5. Gefeliciteerd met de prijs! Leuk verhaal, ik krijg meteen zin eens naar het Theehuis te gaan.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Als je in de buurt woont of regelmatig in Friesland komt, zou ik dat zeker doen.

      Verwijderen
  6. Sorry, Anna, het kwam anoniem op je blog, terwijl ik toch aangegeven had om met mijn Google account te reageren. Dit is Margreet.

    BeantwoordenVerwijderen