Het Theehuis in Grou |
Twee weken geleden kwam ik met goede vriendin Maud toevallig in het mooie Friese plaatsje Grou terecht. Het liep tegen lunchtijd en ik kon me van jaren geleden nog een leuke tent aan het meer herinneren, Het Theehuis genaamd. Ik wist zelfs nog hoe je er moest komen. We vonden een mooi tafeltje aan het raam met uitzicht over het meer. Het waaide nog steeds flink, maar het regende niet meer en zo nu en dan brak de zon zelfs even door.
We hadden een geanimeerd gesprek over schrijven: Maud stond op het punt om met The Artist's Way van Julia Cameron te starten, waarbij je elke dag moet schrijven, en ik vertelde dat ik net was begonnen verhaaltjes te pennen. Op dat moment kwam de ober langs met onze placemats en wat stond daar op? Een uitnodiging om mee te doen aan de Valentijnsverhalenwedstrijd van Het Theehuis. Prijs: een volledig verzorgd diner voor twee op kosten van de zaak. Voorwaarden: het moest een romantisch verhaal zijn en Het Theehuis moest er in voorkomen. Mijn verbeelding sloeg meteen op hol. Iets met een tragische liefde, maar toch met een goede afloop. Iets met het winderige meer waar we op uitkeken, waar het vast flink kon spoken. En ineens had ik mijn idee.
Inmiddels hadden we een verrukkelijke lunch gekregen en vond ik dat het beslist de moeite waard was om mijn verhaalidee uit te werken en in te zenden. Wie weet was ik de enige inzending! Ik ging thuis aan de slag en zat er al gauw helemaal in. Ik zag de personages voor me en had het verhaal in hoofdlijnen af, alleen klonk het op de een of andere manier een beetje houterig. Ik besloot om wat met het vertelperspectief te experimenteren. Eerst had ik het verhaal in de derde persoon enkelvoud en de verleden tijd verteld. Toen zette ik het om naar de eerste persoon enkelvoud en de tegenwoordige tijd en prompt kwam het verhaal tot leven. Nu kon het er wel mee door.
Ik stuurde het in en kreeg afgelopen dinsdag tot mijn stomme verbazing bericht dat ik had gewonnen. Dus Maud weer opgetrommeld en zo kwam het dat wij gisteravond voor de tweede keer in Het Theehuis zaten, nu aan een heerlijk Valentijnsdiner. Ik was helemaal niet van plan om erover te bloggen, maar het eten en de entourage en het personeel waren allemaal zo geweldig dat ik toch graag even reclame maak voor dit leuke en gezellige restaurant. Ben je ooit in het Friese merengebied, dan is dit een absolute aanrader.
En dan vragen jullie je nu misschien zo langzamerhand ook af wat voor verhaal ik had ingezonden. Welnu, het is bepaald geen literair hoogstandje en ik vermoed nog steeds dat ik de enige inzender was, maar ik heb er wel heel veel plezier mee gehad en de romantiek druipt er hopelijk van af. Zwijmel ze!
_________________________________________________________________________________
DE ROOS
Ik heb niet eens zoveel gedronken in het café, maar die
biertjes moeten harder aangekomen zijn dan normaal, want wat ik onderweg naar
huis midden in de nacht op het terras van Het Theehuis zie, kan helemaal niet.
Het moet aan de drank liggen.
Wat zie ik precies? Een vrouwengestalte in een rare lange
rok, die aan het water staat en haar armen uitstrekt. Op de een of andere
manier straalt ze iets wanhopigs uit en ik bedenk plotseling dat ze misschien
zelfmoord wil plegen. Ik loop voorzichtig naar haar toe om haar niet aan het
schrikken te maken. Tot zover is het allemaal wel een beetje vreemd, maar meer ook
niet. Daarna wordt het ronduit bizar. Want als ik nog maar een paar meter bij
haar vandaan ben, lost de gestalte ineens op, alsof het een mistvlaag is. Het
enige dat ik op de vlonders vind, is een verwelkende rode roos. Het water is doodstil
en nergens is een levende ziel te bekennen, behalve aan de overkant van het
water waar een flakkerend licht heen en weer beweegt, alsof iemand met een
fakkel in de hand aan het ijsberen is. Ik begin te huiveren en loop snel naar
huis. Shit, voorlopig toch maar even wat minder drinken.
De volgende dag is het zondag en dan ga ik meestal eventjes
bij Beppe Jeltsje langs. Beppe is 98 en eigenlijk de beppe van mijn moeder, en nog
op geen stukken na dement. Ze weet alles van iedereen en bemoeit zich gretig overal
mee. Ze krijgt veel bezoek en schenkt dan waterige koffie, waar je steevast
klef suikerbrood met een vette laag roomboter bij krijgt. Het huis waar ze al
meer dan zeventig jaar woont, ruikt altijd een beetje muf, want Beppe is geen
voorstander van frisse lucht; daar krijgt men namelijk een stijve nek van. En
in de huiskamer staat een hele serie ouwe klokken te tikken en te slaan, want
dat klinkt zo gezellig.
Beppe is niet alleen deze zondag. Ze heeft gezelschap van de
dochter van de buren, de mooie Jildou, met de lange zwarte haren en de
ondeugende glimlach, die tegenwoordig in Groningen studeert. Ik ben stiekem nogal
onder de indruk van Jildou. We hebben samen op de basisschool gezeten, maar ik heb
niet het idee dat ze me nu nog ziet staan. Of misschien verbeeld ik me dat
alleen maar – zoals ik me ook de vrouw aan het water heb verbeeld.
‘Gezellig uit geweest, gisteren?’ Daar begint Beppe altijd
mee en ze verwacht nooit een antwoord dat verder gaat dan, ‘jazeker.’ Het is
meer een inleiding op wat ze zelf te melden heeft, want Beppe is graag aan het
woord en kan smakelijk vertellen over de laatste roddels, wie er nu weer dood
gegaan is (zodat ze triomfantelijk kan kraaien dat ze iedereen overleeft), en
de politiek, waar ze veel beter van op de hoogte is dan je zou verwachten en waar
ze kleurrijke meningen over heeft.
Maar deze keer kan ik het niet laten. Ik moet vertellen
wat ik afgelopen nacht heb beleefd. Het is een té mooie gelegenheid om de
aandacht van Jildou te trekken. Ik dik de vreemde sfeer wat extra aan, vergeet
niet om het mooie detail van de roos te vermelden en presenteer mezelf als een
heldhaftige vent die altijd klaar staat om vrouwen van de verdrinkingsdood te
redden. Moet kunnen. En het werkt. Jildou is een en al aandacht, maar ook Beppe
luistert met open mond. Ha, twee vrouwen
die aan mijn lippen hangen! Als ik klaar ben met mijn verhaal, blijft Beppe
even sprakeloos zitten. Daarna grijpt ze trillend de leuningen van haar stoel
vast en stamelt ‘Dus ze zijn er nog steeds'.
‘Wie?’ roepen Jildou en ik tegelijk.
En nu kan Beppe toch eindelijk losbranden, met een verhaal
dat ze ooit van haar moeder heeft gehoord en dat ze met veel gevoel voor
dramatiek vertelt. Beitske de Roos en Hidde van der Heide, jong en onbesuisd,
waren smoorverliefd, zoals je alleen kunt zijn als je voor de eerste keer
verliefd bent. Hidde was de zachtaardige zoon van een rijke familie (‘een dikke
boer met een dikke boerenplaats’) en zij de pittige dochter van een arme
bakkersknecht (‘een armoedzaaier die te veel dronk’). Maar dat was niet het
enige probleem. Beitske was namelijk rooms-katholiek en Hidde hervormd. De Van
der Heides moesten niks van Beitske hebben, en verboden hun zoon om nog langer
met ‘dat kind van die roomse zuiplap’ om te gaan. Stom natuurlijk, want dat
wakkerde de liefde alleen maar aan en de twee maakten stiekem plannen om er
samen vandoor te gaan.
Ze zouden middenin de nacht vertrekken. Beitske stond met
een bundeltje bagage ongeduldig te wachten op de plek waar nu Het Theehuis
staat, totdat Hidde van de overkant van het water met zijn bootje naar haar toe
zou komen. Ze wist dat hij daar klaar stond, want ze had de fakkel gezien die
hij bij zich had: het sein dat ze hadden afgesproken. Maar de fakkel ging
ineens uit en in plaats van het geluid van een naderend bootje, bleef het stil.
En toen het een beetje licht werd, was het nog steeds stil. Tegen die tijd was
ze wanhopig, nog net niet hysterisch. Waar bleef haar Hidde? Had hij zich
bedacht, durfde hij niet meer? Had hij haar voorgelogen? Of waren ze verraden?
Ze waren verraden. Het kleine zusje van Hidde had wat
opgevangen, wist niet precies wat het betekende, had er vrolijk over gekwebbeld
met haar grote broers, die het wel hadden begrepen en op het laatste moment
hardhandig hadden ingegrepen. Hidde werd op de boot naar familie in Canada
gezet, nadat zijn broers hem voor de zekerheid nog even afgetuigd hadden. En
Beitske? Ach, daar liep het slecht mee af. Vijf maanden later werd er een
kindje geboren dat maar twee dagen leefde. Beitske ging ‘s nachts steeds vaker
aan de waterkant staan en trok zich almaar verder terug in haar eigen wereld.
Ze verzorgde zich niet meer, liep de hele dag wat in zichzelf te praten, begon
net als haar vader te drinken en was binnen een jaar dood.
‘En nou komt het …’ spreekt Beppe veelbetekenend.
Nog jaren daarna werd Beitske zo nu en dan middenin de nacht
aan de waterkant gevonden, starend naar een flakkerend licht aan de overkant.
Iedereen wist wie ze was en wat het flakkerende licht betekende. De mensen
lieten haar angstvallig met rust en meden de plek zoveel mogelijk wanneer het
donker was, maar op een gegeven moment zag niemand haar meer.
‘Tot gisternacht dus,’ zeg ik, ‘en ik heb het me niet
verbeeld.’ Pfoeh, dat is een hele opluchting.
Jildou zit intussen bedachtzaam voor zich uit te kijken en komt
dan ineens met een besluit: ‘We moeten wat voor ze doen.’
Ik heb geen idee wat ze bedoelt en als ze uitlegt wat ze van
plan is, vind ik het eigenlijk een behoorlijk bezopen idee. Maar dat laat ik
natuurlijk niet merken en reken maar dat ik best bereid ben om eraan mee te
werken: samen met Jildou erop uit in de nacht? Yes!
De volgende
zaterdagnacht zitten we samen verdekt opgesteld van een afstandje te kijken
naar het idiote ‘bloemstukje’ dat Jildou heeft gemaakt. Op de vlonder heeft ze
een verse rode roos gelegd, samen met een plukje heide uit de tuin van haar
ouders. Daaromheen heeft ze met zout een ruime cirkel getrokken. Het is op zich
natuurlijk fijn om hier alleen met Jildou te zitten, maar ik voel me eerlijk gezegd
flink opgelaten en hoop maar dat niemand ons ziet. Mijn vrienden zouden niet
meer bijkomen.
Tijden lang gebeurt er niks. Eerst hebben we nog van alles
te bekletsen (zacht fluisterend natuurlijk), maar daarna duren de stiltes
steeds langer en krijg ik het koud. Ik begin te vermoeden dat Jildou een beetje
gestoord is met haar heksencirkel, en twijfel of ik onze prille vriendschap wel
voort moet zetten, maar even na drieën gebeuren er twee dingen tegelijk.
Beitske verschijnt plotseling uit het niets op de vlonder van Het Theehuis en
aan de overkant is ineens een bewegend licht. Het licht gaat al snel weer uit,
maar Beitske blijft ingespannen naar de overkant turen. En verdomd, even later horen
we het geluid van roeispanen in het water en het kraken van een bootje. Het
geluid komt langzaam dichterbij door het zwarte water, het kraken wordt luider
en nog weer even later doemt het bootje op, met iemand erin.
De man in het bootje legt aan, klimt aan wal en gaat samen
met Beitske in de cirkel van Jildou staan – heel griezelig, alsof ze allebei
precies weten wat ze moeten doen. Daar vallen ze elkaar in de armen. Vervolgens
lijken ze langzaam met elkaar te versmelten – ik weet niet hoe ik het anders
moet beschrijven – om uiteindelijk in het niets op te lossen. Er klinkt nog een
zucht vanuit dat niets, en dan is het voorbij. Als we gaan kijken, blijkt dat de
cirkel nog intact is, maar dat de roos en het plukje heide zijn verdwenen.
Ik sta nog na te trillen, als Jildou zachtjes mijn hand pakt
en zich met haar ondeugende glimlach naar me toe draait. Ik heb het meteen een
stuk minder koud.
Het is nu bijna twee jaar later (Beppe is net 100 geworden) en
de bruiloft vindt morgen plaats in Het Theehuis. Waar anders?
______________________________________________________________________________De verteller van dit verhaal heeft nog geen naam. Hoe moet hij volgens jullie heten en waarom?
PS Aarzel niet om je eigen commentaar toe te voegen. Ik stel het zeer op prijs als mensen de moeite nemen om reacties of aanvullingen te plaatsen. Heb je dit boek besproken op je eigen blog? Dan zou het fijn zijn als je een link bij de reacties plaatst.
Lekker verhaal :-) Ik zou het juist wel leuk vinden als je er helemaal niet achter komt of de hoofdpersoon man of vrouw is ;-)
BeantwoordenVerwijderenHet wordt al in het verhaal gezegd: Ik (...) presenteer mezelf als een heldhaftige vent die altijd klaar staat om vrouwen van de verdrinkingsdood te redden.
VerwijderenIk denk niet dat een vrouw dat van zichzelf zou zeggen :-)
Leuk verhaal, Anna! Maar ik weet niets van Friese namen af. Een naam als Jildou had ik ook nog nooit gehoord.
De presentatiezin had ik blijkbaar overgeslagen en was in de veronderstelling van een vrouwelijke hoofdpersoon. De lesbische liefdeswending was een mooie verrassend einde, waar misschien nog iets doorklinkt van een verboden liefde. Ik hoop niet teveel in deze moderne tijd. Bedankt Anna, een leuk begin van mijn zondag.
VerwijderenScherp als altijd, Lethe! Ik vind het wel grappig dat de meeste mensen bij een verhaal in de eerste persoon geschreven door een vrouw er al gauw automatisch van uit gaan dat de ik-persoon ook een vrouw is. Waarschijnlijk doe ik dat zelf ook bij het lezen van andermans/andervrouws verhalen;-) In dit geval is de hoofdpersoon inderdaad expliciet een jongeman, maar met een klein beetje herschrijven zou het natuurlijk net zo gemakkelijk een vrouw kunnen zijn.
VerwijderenIk weet nog goed dat toen ik voor het eerst Twee vrouwen las, in 1976, ik na een paar bladzijden opnieuw moest beginnen omdat ik door Mulisch volstrekt op het verkeerde been was gezet omtrent de sekse van de ik-figuur. De genderneutrale voornaam hielp ook een handje mee.
VerwijderenHè, heerlijk 💚
BeantwoordenVerwijderenHad je nog meegekregen dat het Theehuis 3 jaar geleden helemaal afgebrand is? https://www.waldnet.nl/script/show_nieuws.php/54698/Grote_brand_uitgebroken_bij_Het_Theehuis_in_Grou.html?id=54698
BeantwoordenVerwijderenJa, mijn moeder had me dat doorgegeven en we vonden het allebei heel erg. Ik was er sinds de brand niet meer geweest en was blij om te zien dat het nieuwe restaurant zo mooi was geworden.
VerwijderenOok voor mij een leuk begin van een 'groue' zondag. Met een vleugje "Atonement" er in ?
BeantwoordenVerwijderenEn dat Theehuis ziet er inderdaad prachtig uit. Nog wel gefeliciteerd met de heerlijke prijs.
Mooie woordspeling, Piet.
VerwijderenGefeliciteerd met deze prijs, wat heerlijk om zoiets leuks en creatiefs te doen en daar al van te genieten en dan ook nog zo mooi beloond worden!
BeantwoordenVerwijderen(Oh, en ik vind Douwe gewoon een heel fijne, betrouwbare naam. Is ook Fries, toch?)
Groetjes,
Douwe is helemaal goed en helemaal Fries. We dopen hem dus hierbij Douwe.
VerwijderenGefeliciteerd met de prijs! Leuk verhaal, ik krijg meteen zin eens naar het Theehuis te gaan.
BeantwoordenVerwijderenAls je in de buurt woont of regelmatig in Friesland komt, zou ik dat zeker doen.
VerwijderenSorry, Anna, het kwam anoniem op je blog, terwijl ik toch aangegeven had om met mijn Google account te reageren. Dit is Margreet.
BeantwoordenVerwijderen