A Journal of the Plague Year (GB 1722)
Roman, 336 pp.
Niet in het Nederlands vertaald
Deze roman over de Londense pestepidemie van 1665 kende ik al een jaar of veertig, maar ik had hem nog nooit gelezen. En ik ben blij dat ik er mee heb gewacht, want allemachtig wat resoneerde dit verhaal ineens. Alles is plotseling herkenbaar, en alles is tegelijkertijd zóveel erger dat je er bijna een beetje van opknapt. Het begon net als hier. Waar wij steeds angstvalliger de dagelijkse aantallen van nieuwe ic-patiënten en overledenen gingen bijhouden, zo keken de Londenaren in 1665 met steeds meer angst en beven naar de wekelijkse cijfers van het aantal begrafenissen in hun parochie, een aantal dat maar bleef stijgen totdat niemand er meer om heen kon: de pest was onder hen.
Op slot
Meteen begon er een grote uittocht. Iedereen die het zich kon veroorloven trok met familie en bedienden spoorslags naar buitenverblijven of naar ruim behuisde familie op het platteland. De hoofdpersoon twijfelt en twijfelt. Hij durft zijn zadelmakerij niet achter te laten en besluit uiteindelijk te blijven. Al gauw voert het stadsbestuur rigoureuze quantantaine-maatregelen in. Elk huis waar een pestpatiënt is, gaat veertien dagen op slot - of minder, als iedereen voor die tijd al dood is. De economie komt zo goed als tot stilstand, want de rijken, die veel besteedden, zitten op het platteland en de mensen die nog gezond zijn, komen alleen nog op de markt, om essentiële levensmiddelen te hamsteren. Wc-papier hadden ze toen nog niet.
Karren in de nacht
Om te voorkomen dat handwerkslieden en arme mensen doodgaan van de honger worden ze door het stadsbestuur aangesteld als bewakers van de huizen die in quarantaine zijn (de mannen) of als verplegers van patiënten die niemand hebben om voor hen te zorgen (de vrouwen). Geen fijne baantjes, maar altijd nog beter dan verhongeren. Al gauw zijn er zoveel doden dat normale begrafenissen niet meer doenlijk zijn. Elke nacht rijden de dodenkarren door de straten, met mannen die "Bring out your dead!" roepen. De lijken worden zonder kist op de kar geladen (want voldoende kisten maken is ook niet meer te doen) en in grote kuilen gestort. Sommige mensen overlijden plotseling overdag op straat, waar ze vaak blijven liggen totdat één van de karren langs komt. Het is allemaal zo verschrikkelijk dat je er maar beter niet te lang bij stil kunt staan.
De hand van God
Alternatieve "genezers", "helderzienden" en andere kwakzalvers zijn de enigen die nog uitstekende zaken doen, beter dan ooit zelfs. Niet dat de officiële artsen veel uit kunnen richten. Ze zijn in staat fatsoenlijke diagnoses te stellen, om soms de symptomen te verlichten, maar betrouwbare geneeskunde op basis van wetenschappelijk onderzoek begon pas in de loop van de negentiende eeuw te ontstaan, en van bacterieën had überhaupt nog nooit iemand gehoord (de pest wordt niet verspreid door een virus, maar door een bacterie, Yersinia pestis). Wel wisten ze dat de ziekte werd verspreid door besmetting en contact met zieke mensen, maar net als bij corona was er bij pestpatiënten een periode waarin ze de ziekte al wel onder de leden hadden en besmettelijk waren, maar nog geen symptomen vertoonden. Er waren trouwens ook mensen die ervan overtuigd dat besmetting helemaal niet aan de orde was. Elke pestlijder werd volgens hen rechtstreeks en hoogstpersoonlijk door de hand van God getroffen. Onze hoofdpersoon is wat rationeler en gelooft daar niks van. Uiteraard komt de ziekte van God, maar dan wel via een besmettelijke substantie of iets in de lucht of het water. Genezing zal daarom ook alleen van God kunnen komen. Daar is iedereen het wel over eens.
Daniel Defoe heeft zijn verhaal in een interessante vorm gegoten. Hij presenteert het als een waargebeurd verslag van ene H.F. (waarschijnlijk één van zijn ooms), die het opgesteld zou hebben om latere generaties precies te vertellen wat er gebeurd is, opdat ze er zoveel mogelijk van kunnen leren en daar hun voordeel mee kunnen doen. Een authentiek verslag is het niet (hoewel men dat lange tijd dacht), maar het leest wel als een overtuigend, uitstekend gedocumenteerd relaas van iemand die alles persoonlijk en van heel dichtbij heeft gemaakt. Defoe was een pionier op het gebied van de moderne roman en is alleen daarom al interessant. De term 'roman' gaat terug op de ridderromances, sprookjesachtige verhalen die met realisme niks te maken hadden en daar trouwens ook niet naar streefden. Defoe was één van de allereersten die de roman gebruikten om iets te vertellen over het leven zoals het was. Daarom presenteerde hij veel van zijn romans ook als rechtstreeks opgetekend uit de mond van een hoer, een avonturier, een courtisane of een schipbreukeling, om waar wat te noemen. Voor Defoe en voor alle serieuze romanschrijvers na hem was de roman niet (of niet alleen) een mooi verhaal over allerlei wonderbaarlijke gebeurtenissen en verschijnselen, maar een waarheidsgetrouwe weergave van de werkelijkheid - een weergave die weliswaar fictief was, maar daarom niet minder waar, en daarom des te waardevoller.
Betere tijden
Ik had nooit gedacht dat deze roman ooit nog zó actueel zou worden en ik ben daar bepaald niet blij om. Maar ik ben wel heel blij dat ik hem nu gelezen heb. Het was zo fascinerend om de parallellen met nu te zien en zo onverwacht om ineens zó dicht bij een pestepidemie uit het jaar 1665 te zijn. Soms maakte het lezen me droevig, maar ook vaak realiseerde ik me dat we nu heel wat beter toegerust zijn om een dergelijke epidemie het hoofd te bieden dan toen. Bovenal deed het boek me beseffen dat epidemieën overgaan en dat er altijd weer betere tijden aanbreken.
____________________
Voor wie e-boeken leest: het boek is hier gratis te downloaden. De stijl en het achttiende-eeuwse Engels zijn in het begin even wennen, maar daarna vond ik het boek nog verrassend goed leesbaar.
PS Aarzel niet om je eigen commentaar toe te voegen. Ik stel het zeer op prijs als mensen de moeite nemen om reacties of aanvullingen te plaatsen. Heb je dit boek besproken op je eigen blog? Dan zou het fijn zijn als je een link bij de reacties plaatst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten