maandag 12 april 2021

Het was een nevelige avond in november (vervolg)

Klik hier voor deel 1 van dit verhaal

______________________________________

Ik ben geen kenner, maar zelfs ik kon zien dat de salon ooit een fraai vertrek was geweest, met een hoog, geornamenteerd plafond, okerkleurig zijden behang, een schitterende kroonluchter, meubilair van duur hout en een grote staande klok. Maar nu hingen het plafond en de kroonluchter vol spinrag, was het behang verschoten en kapot, en de meubels dof en aangetast door houtworm. De klok was stil. Het vertrek voelde door en door kil en rook muf, naar schimmels en oude pijptabak. Boven de marmeren schoorsteenmantel hing een antiek portret van een man van in de dertig - gezien de gelijkenis een verre voorouder van de heer des huizes.

'Ik kan u helaas geen versnapering aanbieden, want ik heb nog maar één bediende en die is momenteel absent.' Clinckema schudde zijn hoofd, zuchtte diep en ging moeizaam zitten in een vieze, stoffige fauteuil. 'Het is vrijwel onmogelijk om personeel te krijgen dat nog respect heeft voor de hogere klassen. Allemaal de schuld van Napoleon en zijn akelige ideeën.'

'Napoleon? Dat is wel erg lang geleden.'

Meteen kwam de autoritaire toon terug. 'U bent duidelijk een jong persoon dat van niks weet. Mijn oudere broer heeft nog in Napoleons marine gediend en is bij Trafalgar omgekomen; zolang geleden is het derhalve niet. Dat is het portret van mijn broer, daar boven de haard. Hij had gemakkelijk een remplaçant kunnen sturen, maar nee, Duco was gegrepen door de revolutionaire idealen. Voordat hij Napoleon achternaging, heeft hij het hele landgoed verhypothekeerd voor de revolutionaire zaak, die vanzelfsprekend een verloren zaak bleek. Ik erfde een schuld die ik nooit kon afbetalen.'

Ik zat me af te vragen hoe ik op deze waanideeën moest reageren, toen er driftige voetstappen aankwamen. De deur zwaaide open en daar stond een tanige, hoogbejaarde werkman met een verweerd gezicht - ook al in ouderwetse outfit, compleet met pet. 'Ik heb geld nodig om de kruidenier te betalen,' begon hij abrupt, maar toen zag hij mij en vroeg verbaasd 'Wie is dit?'

'Een jonge advocaat die mij even gezelschap houdt. Ga koffiezetten en zorg voor iets erbij. En steek de haard aan.'

Dit moest Bakema zijn. Hij nam me geringschattend op en zei toen smalend: 'Een advocaat! In zulke rare kleren zeker.'

Hoezo, rare kleren? Ik had een duur donsjack aan en een donkerblauw pak. Ik had ‘s ochtends zelfs mijn schoenen gepoetst. Wat een lomp duo was dit.

'Manieren, Bakema, manieren! Ga koffiezetten. Vort.'

Bakema wierp zijn werkgever een moordlustige blik toe en ging er stampend vandoor. 'Ik zal je wel krijgen,' mompelde hij, voordat hij de deur met geweld dichtsloeg. De oude heer besloot de opmerking te negeren en begon over zijn illustere familie te mijmeren. Over een jeugd vol bedienden en rijtuigen met Friese paarden. Over zomeravonden met punch, in tuinen met Italiaanse beelden en theekoepels en geschoren hagen en rozenbogen. Over de soirees die zijn moeder gaf, met overvloedige schotels, Franse wijnen en muziek van het beste strijkje uit de stad Groningen. Over jachtpartijen met de bewoners van de andere borgen in de provincie; over de objets d'art waar het huis ooit vol mee stond.

'Kijkt u eens,' hij schuifelde naar de marmeren schoorsteenmantel en pakte er verrassend trefzeker een kleinood van af, 'dit is de enige speeldoos die er nog over is. Ik kan het danseresje niet meer pirouettes zien maken, maar ik kan nog wel van het muziekje genieten. Als ik dat hoor, ben ik weer helemaal terug in mijn jeugd. Probeert u zelf maar, dan ga ik kijken wat Bakema uitspookt en waarom die koffie zo lang uitblijft.'

Ik hield een kunstig gemaakt speeldoosje in mijn hand, wond het mechaniek op en liet het een sprookjesachtig Mozartmelodietje spelen, terwijl een ballerina sierlijke rondjes draaide. Betoverend! Ineens werd de betovering verbroken door luid geschreeuw verderop in het huis en tegelijkertijd meende ik weer die brandlucht te ruiken. Ik opende de deur naar de gang en prompt sloegen de vlammen me tegemoet. Oh God, ik moet onmiddellijk die twee oude mannen naar buiten zien te krijgen, was mijn eerste gedachte. Maar de rookontwikkeling was al zo sterk dat ik bijna niks meer zag en ik kreeg het zo benauwd dat ik het bewustzijn verloor.

Weer dat misselijk makende gevoel van vallen, weer het stikdonker, weer het bijkomen op de grond. Maar nu was ik terug in mijn vertrouwde omgeving. Vroeger was hier een borg geweest en mijn huis is gebouwd op wat eens de bijbehorende boomgaarden en bleekvelden waren, zo wist ik van het gemeentebord dat hier staat. Maar daar had ik nooit veel acht op geslagen, dus waarom had ik er nu zo'n levensecht visioen over gehad? Ik was amper geïnteresseerd in geschiedenis.

Enigszins wankel kwam ik thuis. Daar googlede ik "Clinckemaborg", dat een eigen lemma op Wikipedia bleek te hebben. Fundamenten uit de late middeleeuwen, bladibla, herbouwd in de zeventiende eeuw, bladibla, neergang van de familie vanaf de negentiende, en toen: "In 1878 werd de borg door onbekende oorzaak door brand verwoest, waarbij de laatste jonker om het leven kwam. In het dorp gingen geruchten dat zijn tuinman de brand had aangestoken, maar daar was geen bewijs voor." Kennelijk had ik hier al eens eerder over gehoord of gelezen en was ik dat vergeten, want anders kon ik niet verklaren waarom ik er zo accuraat over had gehallucineerd.

Maar als het een hallucinatie was, waar kwam dat antieke speeldoosje in mijn jaszak dan vandaan? Met een danseresje dat er nog puntgaaf uitzag en een muziekje dat nog net zo zuiver klonk als toen jonkers op jachtpartijen gingen en jonkvrouwen punch dronken in theekoepels?

_____________________________________________________________________________

Ik schreef dit verhaal als inzending voor de verhalenwedstrijd "Een gedroomd verleden", georganiseerd door de Stichting Nostalgisch Erfgoed. De opdracht was om een verhaal te schrijven dat speelde in de periode 1840-1940 en waarin het verleden genostalgiseerd word. Mijn verhaal won niet de prijs van € 500, maar behoorde volgens de jury wel tot de beste verhalen en is daarom onlangs gepubliceerd in een bundel, die ook "Een gedroomd verleden" heet.



10 opmerkingen:

  1. Wat goed, Anna! Gefeliciteerd! ������������

    BeantwoordenVerwijderen
  2. (Lees voor de niet doorgekomen emoji's het danseresje in drievoud.)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank je! Ik vroeg me al af wat voor tekentjes dat waren. Doodzonde dat de danseresjes niet door zijn gekomen.

      Verwijderen
  3. Spannend en interessant verhaal, knap geschreven. Ik hoopte al op minstens tien afleveringen. Margreet

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank je, Margreet! Ik was helaas gebonden aan een maximum aantal woorden, een aantal dat ik verkeerd onthouden had, zodat ik vlak voor het inzenden ontdekte dat het veel te lang was. Daarop ben ik koortsachtig aan het schrappen gegaan, maar volgens mij is het daar alleen maar beter van geworden. Als amateur heb je toch de neiging om allerlei overbodigs toe te voegen.

      Verwijderen
  4. heerlijk verhaal! ik ben wel voor een feuillleton!

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Inderdaad, een feuilleton (mooi woord),ik ben heel benieuwd hoe dit verder gaat. En wat leuk dat je je verhaal hier plaatst.

    Groetjes,

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Dank jullie wel, dames. Aan een echt feuilleton ben ik nog niet toe, maar ik heb toevallig laatst wel een ideetje daarvoor opgedaan, dus wie weet wordt dat over een tijdje nog wat.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Mijn complimenten Anna, het smaakt naar meer!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank je, Jacqueline. Het is best mogelijk dat hier de komende maanden nog een paar hele korte verhaaltjes verschijnen. Dankzij de pandemie heb ik bij afwezigheid van een sociaal leven ineens tijd om te schrijven en komen er ook steeds meer ideeën (vooral tijdens de wandelingen die ik sinds een jaar elke dag na werktijd doe).

      Verwijderen