Solitaire: een thuis in de Namibische woestijn (Nl 2001)
Reisverhaal, 298 pp.
Net als de No. 1 Ladies' Detective Agency-romans was dit zo'n boek dat meerdere van mijn reisgenoten in Namibië bij zich hadden. Ik had nog nooit van Ton van der Lee gehoord, maar het boek was aanbevolen door de reisorganisatie en dat had ik op de een of andere manier gemist, want ik was immers helemaal niet van plan om naar Namibië te gaan, maar naar Mali en daar zat ik tot kort voor vertrek nog een beetje, geloof ik. Enfin, één vriendelijke reisgenote deed mij het boek genereus cadeau nadat zij het uit had (bedankt Harriët!) en zo kon ik dit boek toch nog tot mij nemen. Qua relevantie scoorde dit boek zeer hoog. Het gaat over een Nederlandse filmmaker die toevallig in het gehucht Solitaire in Namibië belandt en daar een café annex camping begint. En verdraaid: waar gebruikten wij de lunch op het moment dat ik halverwege dit boek was? In Café van der Lee in het gehucht Solitaire (waar Van der Lee zelf trouwens allang vertrokken is). Dat is het goede nieuws.
Dan nu het slechte nieuws.
Van der Lee is niet bepaald een groot schrijftalent en heeft niks interessants te melden, behalve (zoals reisgenote Harriët het zo treffend noemde) een "en-toen-en-toen-verhaal". En dat terwijl de gebeurtenissen boeiend en dramatisch zijn: in de woestijn een horecagelegenheid uit de grond stampen, de conflicten tussen de inwoners die zich niet voor niks diep in Nergenshuizen hebben teruggetrokken - het had een adembenemend verhaal kunnen worden. In plaats daarvan maakt Van der Lee er weinig meer van dan een opeensomming van gebeurtenissen in eenvoudige opstelstijl, met hier en daar een piepklein, quasifilosofisch overpeinzinkje. Zijn schrijfstijl is die van hele eenvoudige korte zinnetjes, die zo nu en dan met een komma aan elkaar geplakt worden om lengte te suggereren (of wellicht gewoon omdat Van der Lee niet weet hoe je punt-komma's gebruikt).
Even wat achtergrond. Van der Lee was ooit een onvervalste grachtengordelyup die de ratrace ineens volledig zat was en het moedige besluit nam om zijn filmproductiebedrijf te verkopen en op de bonnefooi naar zuidelijk Afrika af te reizen. Op zoek naar iets Spiritueels. Het Contact Herstellen Met Moeder Aarde. Of iets dergelijks. Verder dan dat komt hij niet met uitleggen wat spiritualiteit voor hem betekent en de allerdiepzinnigste passage in het hele boek is deze:
Dit is het ware Afrika. Hier is het leven simpel, hier is het leven echt. Hier weten de mensen nog hoe je in het heden moet leven. Verleden en toekomst hebben geen betekenis. Alleen het nu is van belang. Heb je geld op zak, geef het dan snel uit, voor je misschien dood neervalt. Heb je vrienden, laat ze dan weten dat je van ze houdt, praat en lach met ze, maak plezier, voor je misschien buiten op straat wordt overreden. Heb je een vriendin, dans met haar, ga met har eten en drinken en dan lekker het bed in, want vannacht kan je in je slaap overlijden aan een ziekte of een hartstilstand.Wat een verzameling platitudes. De Libelle zou er blij mee zijn. En wat een oppervlakkigheid. Met je vrienden bier drinken in het café en je verder nergens druk over maken: dat is het ware leven, dat is Spiritualiteit, dat is Filosofie. Ik weet zeker dat al die onverzorgd achtergelaten vrouwen met kinderen er net zo over denken. Die zitten er helemaal niet mee dat ze van de hand in de tand moeten leven en nooit weten wanneer ze weer geld hebben om eten te kopen, terwijl hun mannen het ware leven leven op een terrasje met onze Ton.
En morgen zien we wel weer verder.
In die zin is elke Afrikaan een groot filosoof. (p. 115-116)
Een enkele keer blijkt even dat de schrijver aan achtergrondlezen heeft gedaan, maar dat is dan wel heel vluchtig gebeurd. Beide keren bijvoorbeeld dat hij verwijst naar DNA-onderzoek met betrekking tot de Khoisan (een onderwerp waar ik redelijk wat over gelezen heb) blijkt dat hij dat hij de essentie daarvan niet begrepen heeft; en hij plaatst het bezoek van Laurens van der Post, waarover ik in mijn vorige bericht schreef, in de jaren zestig - terwijl het boek al in 1958 is verschenen en het bezoek in 1955 plaats vond. Slordig.
Samenvattend: een potentieel interessant en onderhoudend verhaal dat door de simplistische schrijfstijl en de nog simplistischer denkwereld van de auteur voor geen meter van de grond komt. Erg jammer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten