zondag 7 januari 2018

Hoe een onmogelijke puzzel opgelost werd

Margalit Fox,
The Riddle of the Labyrinth:
The Quest to Crack an Ancient Code (VS 2013).
Geschiedenis, taalkunde, 384 pp.
Niet vertaald.

Negentiende-eeuwse historici namen over het algemeen aan dat de Griekse geschiedenis begon in 776 vChr., met de eerste bekende Olympische Spelen. Vóór die datum was sprake van een lange periode van duisternis waarover weinig bekend was. Een ontdekking op Kreta door de Engelse archeoloog Arthur Evans rond 1900 bracht daar verandering in: in het paleizencomplex van Knossos ontdekte hij een enorme stapel kleitabletten (zo'n 3.000) uit circa 1.400 vChr. met daarop uitgebreide teksten. De kleitabletten waren door een noodlottig maar voor ons fortuinlijk toeval bewaard gebleven doordat ze in een grote verwoestende brand per ongeluk gebakken en vereeuwigd waren, in plaats van dat ze - zoals gebruikelijk - verpulverd werden. De teksten konden een schat aan informatie over deze onbekende beschaving opleveren, ware het niet dat er sprake was van een klein probleempje: niemand kende het schrift waarin ze geschreven waren en niemand had zelfs maar enig idee van de taal waarin de teksten waren opgesteld. Phoenicisch, Etruskisch, Hittitisch, nog iets anders? Geen mens die het wist.

Codebrekers
Dit boek gaat over de drie personen die er alle drie in belangrijke mate aan bijdroegen dat dit schrift (Lineair B genaamd) na een halve eeuw ploeteren toch ontcijferd werd: onze archeoloog Arthur Evans, een Amerikaanse taalkundige en een Britse architect. Ze werkten min of meer onafhankelijk van elkaar en de eer gaat altijd naar architect Michael Ventris, omdat hij de code uiteindelijk wist te breken, maar hij bouwde voort op het onmisbare werk van de Amerikaanse linguist Alice Kober, die helaas te vroeg overleed en daarom vaak niet meer krijgt dan een alineaatje. Bovendien was ze een vrouw en vrouwelijke wetenschappers werden in de eerste helft van de vorige eeuw maar zelden voor vol aangezien en al helemaal niet als ze de dochters waren van immigranten uit de arbeidersklasse. Over de ontdekker van de tabletten Sir Arthur Evans en de uiteindelijke ontcijferaar Michael Ventris zijn dus hele boeken volgeschreven, maar de rol van Alice Kober bedroeg in de annalen van Lineair B tot nu toe weinig meer dan een voetnoot. Margalit Fox brengt daar met dit boek gelukkig verandering in.

Alice Kober
Sigarettendoosjes
Margalit Fox, de auteur van dit boek, is geen wetenschapper, maar journalist, en dat is in dit geval een groot voordeel, want ze brengt de soms ingewikkelde en taaie materie zo, dat die voor iedereen te volgen is - al denk ik wel dat met name de harten van taalkundigen en cryptografen sneller zullen gaan kloppen van dit relaas. Ze vertelt achtereenvolgens de verhalen van Evans, Kober en Ventris en geeft naast de technische uiteenzettingen ook informatie over hun persoonlijkheden en over de omstandigheden waaronder ze werkten. Kober bijvoorbeeld deed haar werk voornamelijk tijdens de Tweede Wereldoorlog en ik had er nooit bij stil gestaan dat destijds in de VS papier zó schaars was, dat Kober sigarettendoosjes moest verknippen om haar enorme kaartensysteem aan te leggen. Gelukkig rookte ze als een ketter en het schijnt dat als je de kaartenbakken nu opent er nog steeds een vage rooklucht uit opstijgt. Evans en Ventris waren allebei briljante amateurs op het gebied van de taalkunde, maar Kober was the real thing: een taalkundig docent die leefde voor de wetenschap en de ontcijfering op een bewonderenswaardig grondige en systematische wijze aanpakte.

Wetenschappelijk detectivewerk
En hoe pak je dat in hemelsnaam aan, de ontcijfering van teksten waarvan je niet eens weet in welke taal ze zijn geschreven? Kober deed dat door op geen enkele wijze te speculeren over die taal, zodat ze niet op het verkeerde pad geleid kon worden door verkeerde aannames en vooroordelen. Eerst moest ze vaststellen of de symbolen hele woorden voorstelden (zoals bijvoorbeeld in het Chinees), of lettergrepen (zoals het Japans) of letters (zoals ons alfabet). Dat was niet het allermoeilijkste. Uit de woordlengte was af te leiden dat het om een syllabisch schrift moest gaan, dat wil zeggen dat elk teken hoogstwaarschijnlijk een lettergreep voorstelde.

By Sharon Mollerus - originally posted to
Flickr as How Cool Is Writing?, CC BY 2.0
Maar dan? Kober legde vervolgens met bewonderenswaardig geduld en doorzettingsvermogen een enorme, perfect geordende verzameling van systeemkaarten aan van hoe vaak en in welke combinaties de tekens voorkwamen. Probleem was dat op dat moment maar weinig van de teksten gepubliceerd waren, omdat Evans op 'zijn' kleitabletten zat en zelf met de eer wilde gaan strijken. Ook na zijn dood duurde en duurde het maar tot de teksten openbaar werden - iets dat voor ons in de tijd van ongebreidelde internettoegang nog maar moeilijk voor te stellen is. Bovendien had geen van de ontcijferaars de beschikking over een computer en moest alles met de hand gedaan worden. Des te knapper dat het Ventris (na Kobers vroegtijdige dood, mogelijk door longkanker) in de vroege jaren vijftig lukte om de teksten woord voor woord helemaal te ontcijferen. Fox beschrijft precies hoe dit detectivewerk zich ontvouwde: eerst met een piepklein doorbraakje van Kober, dat de basis vormde voor alle volgende doorbraken van Ventris; en toen hij eenmaal van een paar lettergrepen de betekenis wist, ging het vervolgens heel snel.

Verrassing
Tot ieders verrassing was de taal een vroege vorm van Grieks en stond er op de kleitabletten dus geen Kretenzisch of iets dergelijks maar teksten van Myceense veroveraars van het Griekse vasteland die het schrijfsysteem van de Kretenzers hadden overgenomen om de paleisadministratie in hun eigen taal mee vast te leggen. Rond 1.400 vChr. ging ook deze beschaving in vlammen op en werd het schrift van de Kretenzers vergeten, want toen de Grieken eeuwen later zelf gingen schrijven gebruikten ze een aangepaste versie van het alfabet dat door de Phoeniciërs was bedacht en waarop ook ons eigen schrift gebaseerd.

Maar hoe zit het nu met Lineair A? Want als er een Lineair B is, zou er ook een Lineair A moeten zijn. Dat is er inderdaad en het is ouder dan Lineair B en nog steeds niet ontcijferd. Probleem is dat het hoogstwaarschijnlijk geen proto-Grieks maar een onbekende taal voorstelt, en hier dus nog een enorme maar prachtige uitdaging ligt. Iets voor jou?

PS Aarzel niet om je eigen commentaar toe te voegen. Ik stel het zeer op prijs als mensen de moeite nemen om reacties of aanvullingen te plaatsen. Heb je dit boek besproken op je eigen blog? Dan zou het fijn zijn als je een link bij de reacties plaatst.

15 opmerkingen:

  1. Long time, no see, Anna! Hopelijk had je geen griep maar was je er lekker even tussenuit?

    Iets voor mij... ik moet zeggen, als ik jouw verhaal lees, begint het wel te kriebelen, maar ik zou nooit het geduld hebben om vanaf nul te beginnen (ik ben beter in voortborduren op wat er al is).
    Bovendien moet je eigenlijk twee codes ontcijferen: de tekens zelf en de taal. Is het überhaupt mogelijk een schrift te ontcijferen van een taal die niet meer bestaat? Bij de steen van Rosetta lukte het omdat één van de talen wel bekend was.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Het blijkt dus inderdaad mogelijk te zijn, ook zonder Steen van Rosetta, maar dan moet je wel over onvoorstelbaar veel geduld, doorzettingsvermogen en systematisch denkvermogen beschikken. En in dit geval ook over veel taalinzicht en -kennis, zoals Alice Kober. Haar doorbraak kwam toen ze als eerste en enige inzag hoe in dit schrift bepaalde zelfstandige naamwoorden werden vervoegd en wat dat taalkundig en spellingstechnisch gezien betekende. Het is helaas veel te (taal-)technisch en ingewikkeld om daar in dit verband dieper op in te gaan, maar het is ontzettend knap wat ze deed en het was de eerste stap in wat een onmogelijke opgave leek. Ook van belang was even later bijvoorbeeld de ontdekking dat de taal over vrouwelijke en mannelijke zelfstandige naamwoorden beschikte, iets wat alleen in de Indo-Europese talen schijnt voort te komen en daarmee vielen Etruskisch en Phoenicisch dus al af. Als taalnerd vind ik dat soort dingen echt fascinerend.

      Verwijderen
    2. Ja, maar Lineair B was een soort proto-Grieks. Stel dat Lineair A een taal is die niet verwant is aan ons bekende talen. Hoe kun je die dan ontcijferen? En als je hem hebt ontcijferd, weet je dan ook de betekenis van wat er staat, of is dat giswerk?

      Verwijderen
    3. Lineair A is vrijwel zeker geen taal die nauw verwant is aan het Grieks, want Grieks leent zich niet voor het syllabische schrift dat Lineair A waarschijnlijk is, net als Lineair B. Wat dat betreft is er dus geen enkel aanknopingspunt, maar dat was er voor Lineair B ook niet, reden waarom je in dit stadium alleen aanknopingspunten kunt halen uit de structuur en de mogelijke syntaxis. Ook kun je er waarschijnlijk wel van uitgaan, dat het hier net als bij Lineair B en het spijkerschrift van de Soemeriërs gaat om administratieve stukken, inventarislijsten e.d. Echt ontcijferen zal vervolgens pas kunnen als je ontdekt wat voor taal het (mogelijk) is. Als ook de taal zelf een geheel onbekende is, kom je nooit verder dan giswerk. Aangezien Lineair A nog steeds niet ontcijferd is, zit het er dik in dat de taal net zo onbekend is als het schrift en kom je er nooit achter wat er staat. Intrigerend, hè?

      Verwijderen
  2. Hoi Anna, weer een mooie bespreking. Ik had inderdaad nog nooit van Alice Kober gehoord en wel van Arthur Evans en Michael Ventris. Komt jouw jaaroverzicht van 2017 nog, of doe je daar dit jaar niet aan? Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Nee, er komt deze keer geen jaaroverzicht. 2017 was in diverse opzichten niet een jaar waar ik graag nog even op terugkijk. Hopelijk wordt 2018 beter.

      Verwijderen
    2. Een gelukkig(er) Nieuwjaar gewenst, Anna!

      Verwijderen
    3. Hoi Anna, hopelijk wordt 2018 een heel goed jaar voor jou. Groetjes, Erik

      Verwijderen
  3. Ik kan me nog goed herinneren dat dit tijdens mijn studie naar voren kwam, fascinerend dat idee van een taal die nog volkomen onbekend is en waarschijnlijk nooit ontcijferd zal worden. Geweldig dit soort boeken, deze komt op mijn lijst!

    Groetjes,

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ja, ik werd hier ook al heel lang door geïntrigeerd. Houd er wel rekening mee dat sommige stukken noodgedwongen heel taaltechnisch zijn en dus wel de nodige inspanning vergen, zelfs al heeft Fox het voor leken zo helder mogelijk uiteengezet. Maar inspanning schenkt ook weer voldoening ;-)

      Verwijderen
  4. Oh, wat is er toch veel interessants!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Jaaa, niet bij te houden. Ik ontdek steeds weer nieuwe dingen waar ik graag meer van zou willen weten.

      Verwijderen
  5. Het gene wat bij mij op kwam is het het veranderen van de abc in de 123 om je brieven te coderen als klein kind omdat, dat leuk is om de puzzel uit te vogelen. Als wij letters hebben en deze in cijfers kunnen schrijven en toch als we cijfers lezen weten we de letters die er bij horen. Je hebt 3 verschillende types alfabet ,klinker en medeklinker en dan nog een teken voor een woord. Wat als het niet een andere taal is maar, net zoals wij de letter/cijfers combie hebben is linear a en b de combi in de klinker en medeklinker. Het lijkt me een logische redenatie aangezien ze eigenlijk voor de adminstratie worden gebruikt. Adminstratie is in cijfers maar, wat als ze nou ook uit wouden spreken wat er geschreven werd. Linear A is in mijn theorie de cijferlijst en linear b is de cijfer uit geschreven in woorden etc zodat ze het het uit konden spreken. Een cijfer dat je ziet zonder dat je weet hoe je het uitspreekt lijkt me toch moeilijker om een paar letters te zien en hier een klank van probeert te maken. Ik studeer ook niet voor een Ph.D maar, wou tegen even een poging wagen hoe dom het ook is.

    BeantwoordenVerwijderen