vrijdag 28 oktober 2022

Wat er óók gebeurde in de jaren zestig

Chimamanda Ngozi Adichie
Half of a Yellow Sun (Nigeria 2006)
Roman, 352 pp. 


Ik wist allang dat Adichie een geweldige schrijver is. Haar eerste roman uit 2004, Purple Hibiscus (hier besproken), was goed en haar derde roman uit 2013, Americanah (hier besproken), was ontzettend goed. Waarom bleef ik dan toch zo lang aarzelen om haar tweede roman te lezen? Ik zal er maar eerlijk voor uitkomen: het is een vorm van lafheid. Voordat ik aan Half of a Yellow Sun begon wist ik alleen dat het ging over de burgeroorlog in Biafra in de jaren zestig ging en dat was voor mij voldoende. Ik was destijds nog maar een kind, maar de beelden van uitgemergelde kindjes met hongeroedeem en de dood in de ogen staan me nog steeds in zwartwit op het netvlies gebrand, en ik denk dat ze daar ook nooit meer af zullen komen.

Wegkijken
Tegenwoordig zijn we aan dat soort beelden gewend, maar destijds was het voor het eerst dat we daar in onze comfortabele Nederlandse huiskamers mee werden geconfronteerd en de beelden hakten er bij mij (een beschermd opgevoed meisje van een jaar of tien) in ieder geval heel hard in. Dus wat doe je dan als je veel later een roman tegenkomt die over de oorlog in Biafra speelt? Gauw wegkijken. Uiteindelijk was het een van de lezers van mijn blog die me over de streep trok. En gelukkig maar, want hoewel Half of a Yellow Sun inderdaad in de verste verte geen feel good-verhaal is, is de roman wel heel erg goed, indrukwekkend en meeslepend, en ben ik blij dat ik hem eindelijk heb gelezen.

Hoop en revolutie
In sommige opzichten is Half of a Yellow Sun een typisch jaren-zestig-verhaal. De hoofdpersonen hopen op een omwenteling voor een betere toekomst voor hun land en proberen daar actief aan bij te dragen. Ze geloven in maakbaarheid en zijn vol hoop en vuur. Voor Odenigbo, een jonge universitair docent, kan de revolutie niet snel genoeg komen. Zijn vriendin, de mooie, hoogopgeleide, maar onzekere Olanna, is veel minder activistisch, maar zij slaat om als ze op een binnenlandse luchthaven getuige is van een gruwelijke daad van etnisch geweld. Ugwu, de jonge huisbediende van Odenigbo, krijgt alle discussies over politiek slechts indirect en in flarden mee, maar ook hij wordt uiteindelijk tegen wil en dank meegesleurd in het geweld. En zelfs Richard, de jonge Engelsman die verliefd is op Olanna's zus Kainene, wordt meegezogen. Het zijn deze vier personages vanuit wier perspectief we de gebeurtenissen zien.

Etnische onderdrukking en burgeroorlog
Nigeria is nog niet zo lang onafhankelijk in het van midden jaren zestig als dit verhaal begint, maar de koloniale grenzen hebben voor een verwarrende erfenis gezorgd, waardoor het grote land verre van een eenheid is. In het noorden zijn de Moslim Haussa's dominant bijvoorbeeld, in het westen de Yoruba en in het oosten (waar de hoofdpersonen vandaan komen) de Igbo. De machthebbers zijn vooral Haussa en Yoruba, en de Igbo worden achtergesteld. Lang verhaal kort: in 1967 scheidt Igobland zich daarom af als de onafhankelijke republiek Biafra, wat resulteert in een burgeroorlog, die Biafra in 1970 verliest na een blokkade door de Nigeriaanse regering, waardoor naar schatting tussen de 500.000 en 2 miljoen Biafraanse burgers omkomen van de honger. Dat is de politieke context.

Onontkoombaar
Deze roman concentreert zich op de menselijke dimensie, de wederwaardigheden van de vier hoofdpersonen. Vóór 1967 hebben zij allemaal een goed bestaan. Universitair docent Odenigbo is afkomstig uit de gegoede middenklasse, zijn geliefde Oleanna is de dochter van een machtige en rijke chief uit de hoofdstad, Richard werkt voor de British Council en de jonge huisbediende Ugwu is weliswaar afkomstig uit de armere lagen, maar heeft het goed bij Odenigbo en Oleanna. Adichie werkt haar personages in de eerste helft van het boek zorgvuldig en uitgebreid uit, zodat je moeiteloos aan hun kant staat als de oorlog eenmaal uitbreekt. Aanvankelijk merken ze niet eens zo heel veel van de oorlog. Het valt voor hen allemaal nog wel mee en het leven gaat deels door. Maar stapje voor stapje komt de oorlog - ook in letterlijke zin - steeds dichterbij, totdat deze onontkoombaar is en diepe wonden begint te slaan.

De menselijke dimensie voorop
Wat het verhaal zo leesbaar en meeslepend maakt, is dat Adichie haar personages en de verhoudingen tussen hen steeds stevig op de voorgrond houdt. Deze roman gaat in de allereerste plaats over mensen, niet over politiek of zelfs maar over oorlog. Het gaat erover hoe mensen in een burgeroorlog proberen zo goed mogelijk door te leven, hoe ze proberen hun menselijkheid te behouden, hoe ze dan soms ineens radicaliseren en hoe iemand er toe kan komen om mee te doen aan gruwelijkheden. De meeste van die gruwelijkheden spelen zich overigens buiten beeld af - Ngozi heeft het geweld knap gedoseerd, zodat de lezer niet murw wordt, maar steeds betrokken blijft.

Niet meer wegkijken
Het aangrijpendst vond ik het verhaal van Ugwu, de huisbediende. Zijn verhaal is ook het meest tragische en uiteindelijk het meest moreel complexe. Het boek zelf is ook complex, in die zin dat het lastige vragen stelt en de lezer daarin betrekt. Half of a Yellow Sun is daarmee geen gemakkelijk boek dat je even aan het strand uitleest. Maar het is wel een heel goed boek en een heel belangrijk boek, dat de beelden van de uitgehongerde kindertjes op weergaloze wijze aanvult en verder invult op een manier die maakt dat je moeilijk nog weg kunt kijken.

PS Aarzel niet om je eigen commentaar toe te voegen. Ik stel het zeer op prijs als mensen de moeite nemen om reacties of aanvullingen te plaatsen. Heb je dit boek besproken op je eigen blog? Dan zou het fijn zijn als je een link bij de reacties plaatst.

2 opmerkingen: